Atheïsme

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Symbool voor atheïsme.

Het atheïsme is een soort "niet-geloof". Je gelooft dan in geen enkele god.

Volgens veel atheïsten gebruiken gelovigen goden als een manier om dingen te verklaren die we niet op een wetenschappelijke manier kunnen verklaren.

Woordherkomst

Het woord atheïsme komt van het Griekse woord ἄθεος (atheos), meervoud ἄθεοι (atheoi). Het voorvoegsel 'α-' (a-) betekent 'niet' of 'zonder', en het woord 'θεος' (theos) betekent 'god' of 'godheid'. Letterlijk betekent ἄθεος dus 'iemand zonder god' of 'goddeloze'. Pas in de 16e eeuw werd in Frankrijk het achtervoegsel '-isme' erbij gedaan en ontstond het woord atheïsme.

Geschiedenis

Wat we nu atheïsme noemen, bestond tot de 17e eeuw niet. Daarvoor had iedereen wel een geloof. Mensen die op een andere manier geloofden dan de rest, werden wel vaak beschuldigend 'atheos' of 'atheïst' genoemd. Dat betekende niet per se dat ze helemaal niet in God geloofden, maar meestal dat ze met 'God' gewoon wat anders bedoelden dan de meeste mensen.

De moderne wetenschap kwam in Europa op de 17e eeuw. Filosofen en geleerden gingen steeds meer onderzoeken of wat men dacht te weten, eigenlijk wel waar was. Hierbij werd ook de Bijbel kritisch bekeken. Spinoza hielp hierbij, hoewel hij zelf dacht dat God de natuur was. Een handjevol geleerden trok even later voor het eerst de conclusie dat God helemaal niet bestond. De eerste atheïsten waarvan we de naam kennen waren de Duitser Matthias Knutzen, de Pool Kazimierz Łyszczyński en de Fransman Jean Meslier.

In de 18e eeuw werden vooral Verlichtingsdenkers atheïst, zoals Baron d'Holbach. De kerken en heersers vervolgden atheïsten, omdat ze dachten dat de samenleving zou ontsporen als niemand meer naar God zou luisteren. Bij de Franse Revolutie kwamen atheïsten zelf voor korte tijd aan de macht en probeerden Frankrijk te ontkerstenen. Napoleon greep echter de macht en herstelde het christendom weer. Zelf was hij ook niet gelovig, maar hij kon godsdienst goed gebruiken.

In de loop van de 19e eeuw waren er steeds meer wetenschappers en filosofen die bewijzen en argumenten verzamelden tegen het bestaan van goden. Karl Marx, de uitvinder van het communisme, vond godsdienst 'opium van het volk' en dat de kerk het alleen maar gebruikte om macht te hebben over mensen. Charles Darwin bewees met zijn evolutietheorie dat het scheppingsverhaal niet waar was en dat het niet nodig was om te geloven dat God alles geschapen had. Bovendien vond hij dat er veel te veel lijden was in de wereld om te geloven dat er een goede God was die voor ons zorgt. Toch noemde Darwin zichzelf liever agnost dan atheïst.

Met de 20e eeuw verspreidde het atheïsme zich steeds meer onder gewone mensen, vooral vanaf de jaren 1960 in West-Europa. Dit kwam doordat de wetenschap steeds meer antwoorden had op vragen die vroeger met God werden verklaard. De regeringen stonden het toe dat mensen niet geloofden. In Oost-Europa werden mensen door communisme het atheïsme opgedrongen.

Er is ook een verband te zien. In landen waar de bevolking rijk is wonen relatief veel atheïsten. In arme landen met honger en geweld wonen veel gelovigen. Dit kan komen doordat mensen in arme landen steun zoeken die ze vinden in het geloof. Mensen uit westerse landen hebben het over het algemeen erg goed en hebben geen reden om in een god te geloven die zelfs dingen van hen vraagt (naar de kerk, moskee, synagoge gaan enzo). Maar dit verband geldt niet voor de Verenigde Staten, want dat is een heel erg rijk land, maar er zijn toch veel meer gelovigen dan bijvoorbeeld in Nederland. Geleerden weten niet precies waarom. Maar sinds 2000 zijn er ook in de VS steeds meer atheïsten.

Vooral het christendom verliest terrein aan atheïsme. De islam groeit nog best snel, ook omdat je in de islam de doodstraf kunt krijgen als je het geloof verlaat.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Atheïsme&oldid=450930"