Denis Diderot

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Een portret van Denis Diderot

Denis Diderot (Langres, 5 oktober 1713 - Parijs, 31 juli 1784) was een Franse filosoof en schrijver. Diderot is een van de bekende gezichten van de verlichting. Dit was een intellectuele beweging in 18e eeuw die zich veel bezighield met maatschappij, wetenschap en politiek. Samen met Jean le Rond d'Alembert probeerde Diderot alle kennis van de wereld te verzamelen in de Encyclopédie. Diderot en Rond d'Alembert waren redacteuren voor het naslagwerk; aan het werk schreven meerdere mensen mee (waaronder Voltaire en Montesquieu).

Diderot was aanvankelijk een deïst, maar werd later in zijn leven een atheïst. Hij liet zich geregeld kritisch uit over religie, waardoor zijn boeken door de Rooms-Katholieke Kerk verboden werden. Hij moest zelfs een tijdje de gevangenis in, maar Diderot had de steun van veel edelen en vrienden van de koning (waaronder Madame de Pompadour). Hierdoor werd hij uit de gevangenis vrijgelaten en kwam niet meer in de problemen. Aan het einde van zijn leven kreeg hij ook financiële steun van de Russische tsarina Catharina de Grote. Diderot heeft zelfs een tijdje aan haar hof gewoond.

Hoewel Diderot zo'n vijf jaar voor de Franse Revolutie stierf, wordt zijn Encylopédie als een van de grondlegger van de revolutie gezien. In het werk stonden namelijk ook veel (nieuwe) politieke ideeën over onder andere vrijheid, gelijkheid en landsbestuur.

Filosofie

Een standbeeld van Diderot in Parijs

Diderots filosofie is niet echt samenhangend. Hierdoor behoort Diderot ook niet tot een filosofische school, maar wordt vaak tot het Frans materialisme gerekend. Daarnaast veranderde Diderots filosofie ook tijdens zijn leven. Hij was aanvankelijk katholiek, later deïst en tenslotte een atheïst. Diderot keerde zich tenslotte tegen het christendom en religie in het algemeen. Volgens Diderot was het christendom schadelijk voor de maatschappij. Zo gaat zijn werk La Religieuse over een meisje dat tegen haar wil in non moet worden.

Voor Diderot was wijsheid het belangrijkste. Hij vroeg zich namelijk af hoe moraliteit kon bestaan zonder religie. Hij geloofde dat kennis en wetenschap de wereld konden verbeteren. Diderot maakte hierin een onderscheid tussen feiten en ideeën. Feiten waren algemene zaken waarvan de waarheid bewezen was, terwijl ideeën persoonlijk waren. Ideeën die tegen onze eigen ideeën ingaan worden vaak weggelaten. Net als Socrates en Immanuel Kant wilde Diderot dat de mens vooral zelf nadacht.

Naast religie en wetenschap hield Diderot zich vooral bezig met de natuurstaat van de mens. Dit was ook een onderwerp waar Jean-Jacques Rousseau zich in interesseerde, maar Diderot baseerde zijn filosofie op echte voorbeelden. Hij baseerde zich op een reisverslag van de Franse ontdekkingsreiziger Louis Antoine de Bougainville. Bougainville bezocht eind jaren 1760 het eiland Tahiti in de Grote Oceaan en deed verslag van de primitieve bevolking daar. Diderot gaat tegen het idee van noble savage (de nobele wilde) in. Volgens Diderot was de nobele wilde helemaal niet zo onbeschaafd als Rousseau beweerde. Daarnaast geloofde hij dat Europeanen de nobele wilde door de Europese bril zien.

Nalatenschap

Diderot wordt tegenwoordig als een van de belangrijkste filosofen van de verlichting gezien. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de Encyclopédie. In zijn eigen tijd had Diderot een grote invloed op andere filosofen en schrijvers, zoals Johann Wolfgang von Goethe, Friedrich von Schiller en Gotthold Ephraim Lessing. Zijn grote rivaal, Jean-Jacques Rousseau, schreef dat hij verwachtte dat Diderot na enkele eeuwen net zo veel aanzien als Socrates en Aristoteles zou hebben. Na de Franse Revolutie werd Diderot een stuk minder geapprecieerd vanwege zijn atheïsme.

Toch kreeg Diderot in de 19e eeuw opnieuw aanzien. onder andere Émile Zola, Honoré de Balzac, Stendhal, Arthur Schopenhauer en Karl Marx waren fan van zijn werk. De Franse filosoof Auguste Comte noemde Diderot zelfs een van de grootste filosofen aller tijden.

Werken

  • Essai sur le mérite et la vertu (1745)
  • Pensées philosophiques (1746)
  • La Promenade du sceptique (1747)
  • Les Bijoux indiscrets (1748)
  • Lettre sur les aveugles à l'usage de ceux qui voient (1749)
  • Encyclopédie (1750–1765)
  • Lettre sur les sourds et muets (1751)
  • Pensées sur l'interprétation de la nature (1751)
  • Systeme de la Nature (1754)
  • Le Fils naturel (1757)
  • Entretiens sur le Fils naturel (1757)
  • Le père de famille (1758)
  • Discours sur la poesie dramatique (1758)
  • Salons, critique d'art (1759–1781)
  • La Religieuse (1760)
  • Le neveu de Rameau (1761-1774)
  • Lettre sur le commerce de la librairie (1763)
  • Jacques le fataliste et son maître (1765-1780)
  • Mystification ou l’histoire des portraits (1768)
  • Entretien entre D'Alembert et Diderot (1769)
  • Le rêve de D'Alembert (1769)
  • Suite de l'entretien entre D'Alembert et Diderot (1769)
  • Paradoxe sur le comédien (1770-1778)
  • Apologie de l'abbé Galiani (1770)
  • Principes philosophiques sur la matière et le mouvement (1770)
  • Entretien d'un père avec ses enfants (1771)
  • Ceci n'est pas un conte (1772)
  • Madame de La Carlière (1772)
  • Supplément au voyage de Bougainville (1772)
  • Histoire philosophique et politique des deux Indes (1772–1781)
  • Voyage en Hollande (1773)
  • Éléments de physiologie (1773–1774)
  • Réfutation d'Helvétius (1774)
  • Observations sur le Nakaz (1774)
  • Essai sur les règnes de Claude et de Néron (1778)
  • Est-il Bon? Est-il méchant? (1781)
  • Lettre apologétique de l'abbé Raynal à Monsieur Grimm (1781)
  • Aux insurgents d'Amérique (1782)


Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Denis_Diderot&oldid=839639"