Evolutie van de trein: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 40: Regel 40:
   
 
=== Voordeel ===
 
=== Voordeel ===
Het grootste voordeel van een magneetzweeftrein is dat er veel minder energie nodig is om vooruit te komen dan bij een normale trein. Een normale trein heeft namelijk altijd te maken met wrijving waardoor er energie verloren gaat: in de motor en aan de assen, en vooral ook aan de wielen. Bij een magneetzweeftrein is er zo goed als geen wrijving. Dat komt omdat er nergens onderdelen zijn die bewegen, zoals motoren! In feite zit de motor in de baan van de trein zelf, en de trein raakt de baan niet. Er treedt dus nergens wrijving op. Een bijkomend voordeel is dat er bijna geen onderdelen zijn die kunnen verslijten. Alleen luchtwrijving valt op deze manier niet te voorkomen.
+
Een groot voordeel van een magneetzweeftrein is dat er veel minder energie nodig is om vooruit te komen dan bij een elektrische trein. Een elektrische trein heeft namelijk altijd te maken met wrijving door beweging in de motor, aan de assen en van de wielen. Wrijving zorgt voor energieverlies . Bij een magneetzweeftrein is er bijna geen wrijving, want deze trein heeft geen onderdelen die bewegen. De motor zit in de betonnen baan en de trein raakt de baan niet. Er treedt dus nergens wrijving op. De trein heeft alleen last van luchtwrijving doordat de trein zich verplaatst. Door de minimale wrijving die de magneetzweeftrein ervaart slijten zijn onderdelen bijna niet en dat is dus nog een voordeel.
   
 
Bronnen
 
Bronnen

Versie van 5 nov 2017 15:01

Stap6.gifDit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van Hogeschool Utrecht en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven in februari 2018.Nuvola apps kwrite.png

De evolutie van de trein is een andere omschrijving voor de ontwikkeling van de trein van begin tot nu. Dit artikel gaat over deze ontwikkeling; met welke trein is het begonnen en welke treinen zijn de treinen van de toekomst.

De eerste trein

Trekschuit

Voor de komst van de trein rond waren er in Nederland twee belangrijke soorten van openbaar vervoer: de trekschuit, een boot getrokken door een paard dat op de kant liep, over het water en de diligence, een koets, over land. De technische evolutie van de trein is begonnen met de uitvinding van de stoommachine die in 1712. De werd gebouwd door Thomas Newcomen in Engeland. De eerste goed werkende stoommachine werd gebruikt voor het wegpompen van het grondwater uit de steenkoolmijnen. Later bleek dat een stoommachine ook geschikt was om bijvoorbeeld machines in fabrieken aan te drijven. Er ontstond toe ook het idee om de stoommachine te combineren met het vervoer van wagentjes over rails.

Toen de trein net opkwam waren er veel tegenstanders tegen dit nieuwe vervoersmiddel. Veel mensen zagen het nut van de trein niet in. Ze vonden dat de trekvaarten prima werkte en met was gewend dat reizen langzaam ging. De schippers van de trekschuiten en de koetsiers van de diligence waren bang dat zij door de komst van de trein zonder werk zouden komen. Men had in die tijd de overtuiging dat reizen met de trein ongezond was vanwege de ongekende snelheid. Boeren vreesden dat de paarden op hol zouden slaan als de trein met veel lawaai voorbij zou razen, en dat de koeien van de schrik zure melk zouden geven. Daarnaast waren sommigen bang voor ongelukken, ontploffingen en ontsporingen. Door deze mensen werd de trein ook wel 'de Vuurdraak' genoemd. Toch was de trein het begin van een nieuwe tijd: er veranderde heel veel, heel snel. Rond 1900 was de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland!

De stoomtrein

Stoomtrein

In 1765 werd de stoomtrein uitgevonden door de Engelsman Richard Trevithick. Om met een stoomlocomotief te rijden heb je twee dingen nodig: water en vuur (kolen). Het vuur brengt het water aan de kook en daardoor ontstaat stoom. Als er steeds meer stoom bijkomt ontstaat er druk. De stoom van de stoomtrein gaat door pijpen naar een zuiger en die drijft de wielen aan. Een stoomtrein haalde een snelheid van ongeveer 38 km/u. Stoomlocomotieven werden in Nederland tot 1958 gebruikt. Daarmee was Nederland het eerste land dat de stoomtractie helemaal afschafte.

De dieseltrein

Dieseltrein

In 1934 kwam de dieseltrein op de baan. De geschiedenis van de dieselmotor begint in 1892. Rudolf Diesel is de uitvinder en naamgever van de dieselmotor. De dieseltrein reedt vooral op plekken waar geen elektrificatie (bovenleiding met stroom) was. Een belangrijk voordeel van de dieseltrein is dat hij geen bovenleiding nodig heeft, maar een tank met dieselolie. In zo'n trein zit een grote dieselmotor die een dynamo aandrijft. Door het draaien van de dynamo ontstaat stroom (net als bij een fiets) die de tractiemotoren aandrijft.

De elektrische trein

Elektrische trein

Tussen 1908 en 1958 veranderde er veel bij de spoorwegen. Vanaf 1924 werden steeds meer treinen elektrisch. Deze trein is veel beter voor het milieu dan de vervuilende dieseltrein. De elektrische treinen uit die tijd werkten net zoals de elektrische treinen van nu. Een elektrische trein haalt de energie die hij nodig heeft om te kunnen rijden niet uit kolen, maar uit de bovenleiding: elektrische stroom. In de trein of de elektrische locomotief zit een groot aantal weerstanden die de stroom tegen kunnen houden. Als de trein begint te rijden zijn bijna al deze weerstanden ingeschakeld tussen de bovenleiding en de tractiemotoren (de motoren die de wielen voortbewegen). Hoe sneller de machinist wil rijden, hoe meer weerstanden hij uitschakelt, dus hoe meer stroom er naar de motoren gaat. De elektrische trein haalt ongeveer een snelheid van 180 km/u.

De hogesnelheidstrein

Al sinds een paar decennia rijden er door grote delen van Europa hogesnelheidstreinen. Dat zijn treinen die vaak snelheden halen van tot 300 km/h. Maar dat zijn allemaal nog steeds normale treinen, die gewoon op rails rijden. 

De magneetzweeftrein

Er bestaat ook een andere techniek, waarmee treinen een stuk hogere snelheden kunnen halen terwijl er minder energie voor nodig is: de techniek van de magneetzweeftrein . De naam van een magneetzweeftrein zegt het belangrijkste al: een magneetzweeftrein is een trein die door magneten zwevend wordt gehouden.

Techniek

Deze trein rijdt niet op rails, maar "op" een betonnen baan. In die betonnen baan en aan de trein zitten magneten. Een magneet heeft twee ‘polen’, de noordpool en de zuidpool. Een noordpool en een zuidpool trekken elkaar aan, terwijl twee dezelfde polen elkaar altijd afstoten. Van deze techniek wordt gebruik gemaakt bij de magneetzweeftrein. De magneetzweeftrein maakt ook gebruik van de techniek elektromagnetisme. Een elektromagneet werkt op stroom, en kan dus aan- en uitgezet worden. Als de elektromagneten in de baan van de trein aan staan, worden de permanente magneten aan de trein zelf daardoor aangetrokken, waardoor de hele trein omhoog komt. Doordat een computer de elektromagneten aan- en uitzet, blijft de trein op een constante afstand van de baan zweven. Op dezelfde manier zorgen magneten aan de zijkant van de baan ervoor dat de trein de baan niet raakt, bijvoorbeeld in de bochten.

Aandrijving

In de baan van de magneetzweeftrein zit niet één lange magneet, maar een lange rij elektromagneten naast elkaar. Aan de trein zitten steeds afwisselend noord- en zuidpolen. De polen van een elektromagneet kunnen verwisselen door de richting waarin de stroom loopt om te keren. Door het aantrekken en afstoten van de polen zal de trein uit zichzelf altijd bewegen naar een positie waarin elke noordpool tegenover een zuidpool staat en andersom. Als de de stroom van richting verandert, staat elke noordpool weer tegenover een noordpool en elke zuidpool weer tegenover een zuidpool en beweegt de trein verder. Als de stroom dus steeds van richting verandert zal de trein vooruit blijven bewegen en hoe vaker de stroom van richting verandert hoe sneller de trein gaat.

Voordeel

Een groot voordeel van een magneetzweeftrein is dat er veel minder energie nodig is om vooruit te komen dan bij een elektrische trein. Een elektrische trein heeft namelijk altijd te maken met wrijving door beweging in de motor, aan de assen en van de wielen. Wrijving zorgt voor energieverlies . Bij een magneetzweeftrein is er bijna geen wrijving, want deze trein heeft geen onderdelen die bewegen. De motor zit in de betonnen baan en de trein raakt de baan niet. Er treedt dus nergens wrijving op. De trein heeft alleen last van luchtwrijving doordat de trein zich verplaatst. Door de minimale wrijving die de magneetzweeftrein ervaart slijten zijn onderdelen bijna niet en dat is dus nog een voordeel.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Evolutie_van_de_trein&oldid=495802"