Stoomtrein
De termen stoomtrein en stoomlocomotief worden nogal eens door elkaar gebruikt. Een stoomtrein bestaat uit een stoomlocomotief die wagons of rijtuigen trekt en een stoomlocomotief is enkel de loc.
Soorten treinen
De stoomtrein of stoomlocomotief is de voorloper van verschillende soorten treinen. Dat hangt van de locomotief af, of van wat de trein vervoert. Je hebt passagiers- en goederentreinen die door een locomotief worden getrokken die rijdt op stoom, diesel of elektriciteit. Later kreeg je ook treinen waarbij de elektrische of diesel-aandrijving in de trein zelf was ingebouwd, dit noem je dan een treinstel. Een kleinere trein op een buurtspoor of in de stad wordt een tram genoemd. Gaat deze op stoom; dan is het een stoomtram.
Dit zijn de soorten treinen die je tegenkomt:
- de gewone trein, die passagiers meeneemt;
- de goederentrein;
- de elektrische trein;
- de dieseltrein;
- de diesel-elektrische trein
- de stoomtrein.
De geschiedenis van de stoomtrein
Meer dan 400 jaar geleden reden er voor het eerst wagens over een rails om kolen uit mijnen te halen. De wagens en rails waren toen van hout gemaakt en werden door paarden getrokken. Later werden ze van ijzer en van staal gemaakt. In die tijd waren er nog geen locomotieven. De wagens moesten dus door mensen of paarden geduwd of getrokken worden, of ze werden met een lange kabel uit de mijnen getrokken door een van de eerste stoommachines die nog vast stonden op een plek. In 1765 werd de eerste stoommachine uitgevonden in Engeland. In 1804 zette een Engelse uitvinder, Richard Trevithick voor het eerst wielen onder de stoommachine. Dat was de eerste stoomlocomotief. Deze locomotief, die geen naam kreeg, werd gebruikt in de Pen-y-Darren (ijzermijn bij Merthyr Tydfil in Wales). Daar beschikte men over rails waar met paardenkracht wagens over werden vervoerd. De stoomlocomotief kon tien wagens trekken met een snelheid van ongeveer 8 km/h. De eerste rit vond plaats op 21 februari 1804. Maar de locomotief was eigenlijk te zwaar voor de gietijzeren rails, die dan ook regelmatig braken. Praktisch was hij ook niet want men moest meelopen met de trein.
In 1830 reed zo een locomotief, de Rocket, met een snelheid van 50 km/uur over de eerste spoorlijn van de wereld, nog steeds in Engeland.
Vanaf 1839 reed ook in Nederland een stoomtrein op de eerste Nederlandse spoorwegverbinding tussen Amsterdam en Haarlem van de HSM. Een replica (nagebouwde loc) daarvan is te vinden in het Spoorwegmuseum; De Arend.
Later werd de stoomlocomotief door diesel- en elektrische locomotieven vervangen omdat die sterker zijn en sneller op gang kunnen komen, want het opstoken van een stoomlocomotief duurt wel 10 tot 24 uur.
De hoogste snelheid van een stoomtrein werd bereikt in 1938: 202 km/uur.
The Rocket
De eerste echt praktisch toepasbare stoomlocomotief was ‘The Rocket’ (Een stoommachine met wielen onder), gebouwd door spoorwegpionier George Stephenson en zijn zoon Robert Stephenson. Deze locomotief was een van de deelnemers aan de Rainhill Trials van 1829, een wedstrijd uitgeschreven door de directie van de (toen in aanleg zijnde) Liverpool & Manchester Railway. ‘The Rocket’ was, van de vijf deelnemende locomotieven, de duidelijke winnaar. Opmerkelijk is de mate waarin deze locomotief reeds de "klassieke vorm" van een stoomlocomotief heeft.’The Rocket’ werd voor het eerst gebruikt tussen Stockton en Darlington met als lading goederen wagons. Hij reed tegen een gemiddelde snelheid van 50 km/uur.
De werking
In de stoomketel zit water. Met hout, steenkool of stookolie wordt een vuur gestookt. Dat was de taak van de stoker. Dat was zwaar werk, want die moest tijdens de reis steeds het vuur aanhouden. Het vuur brengt het water aan de kook en daardoor ontstaat stoom. Als er steeds meer stoom bijkomt ontstaat er druk. De stoom van de stoomtrein gaat door pijpen naar een zuiger. In een zuiger wordt een cilinder heen en weer bewogen en wordt de rechtlijnige heen-en-weer beweging door middel van een krukas in een roterende (draaiende) beweging omgezet en de weergaande beweging van de zuiger wordt geregeld doordat de stoom afwisselend aan beide zeiden van de zuiger in de cilinder gevoerd wordt. De afgewerkte stoom wordt soms direct aan de buitenlucht afgegeven. De stoomschuif zorgt ervoor dat de stoom beurtelings voor en achter de zuiger komt, terwijl de afgewerkte stoom aan de andere kant via de stoomschuif naar de schoorsteen wordt geleid.
Op het eerste gezicht lijkt het onnodig dat de cilinder zowel heen als terug wordt geduwd. Door de snelheid zal de machine immers toch wel doorlopen. Het is dan echter niet mogelijk de machine vanuit stilstand in beweging te krijgen. Bij een automotor wordt hetzelfde probleem met een startmotor opgelost. Om ook vanuit het dode punt (als de zuiger in de uiterste positie staat in beweging te kunnen komen, heeft een locomotief meestal twee cilinders, een links en een rechts, met een fase- of hoekverschil van 90°. Er zijn ook locomotieven met drie of vier cilinders.
De zuiger is met een drijfstang verbonden met een kruk op een wiel. Je kunt dit vergelijken met een fietspomp. Hierdoor de heen-en-weergaande beweging van de zuiger wordt omgezet in een draaiende beweging. De andere wielen zijn met koppelstangen met het aangedreven wiel verbonden. Een aparte kruk op het wiel zorgt via de schaar voor het bedienen van de stoomschuif. In de afbeelding beweegt de drijfstang van de stoomschuif tegengesteld aan de kruk, doordat de schaar de beweging omkeert. Met hendel 8 kan de machinist de drijfstang van de stoomschuif naar de onderkant van de schaar verplaatsen. De drijfstang beweegt dan in dezelfde richting als de kruk, en de locomotief rijdt achteruit.
- schaar
- kruk
- drijfstang
- overbrenginsstans
- krukas
- stoomschuif
- zuiger
- hendel
Bouw
De stoomlocomotief is gemaakt van metaal en staal, want het moest wel stevig zijn, in de ketel is het heel erg heet en het zou maar ontploffen. eerst werd hij met de hand gemaakt. De mensen vonden het eerst maar een enge machine maar uiteindelijk bleek het heel handig te zijn. Hij werd voor heel veel dingen gebruikt zoals kolen naar de fabriek te brengen. Of om mensen mee te vervoeren.
Zijn er nog stoomtreinen vandaag?
De laatste stoomtrein in normale dienst in Nederland reed op 7 januari 1958, direct het Nederlands Spoorwegmuseum in. In België reed de laatste stoomtrein in normale dienst in 1966.Op 30 april 2006 reedt de laatste stoomtrein in China met een normale dienst. Alleen in sommige Latijns-Amerikaanse landen (namelijk Cuba) rijden er vandaag nog stoomlocomotieven in normale dienst. Nu rijden er overal wel stoomlocomotieven op toeristische trajecten (zie spoorlijn en Lijst van treintypen in Nederland). Ook zijn er veel stoomlocomotieven te zien in diverse musea zoals het Nederlands Spoorwegmuseum te Utrecht.