Hockey

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Fodbold.jpg
Fodbold.jpg

Sporten

Balsporten · Watersporten · Wintersporten · Zaalsporten · Autosporten · Wielersport · Schietsport · Vechtsport · Atletiek
Olympische Spelen


Hockey is een balsport die gespeeld word met hockeysticks.

Je kunt het samen doen bij een hockeyclub of alleen op een hockeyveld.. Je kan vanaf zes jaar bij een hockeyclub gaan spelen. Je begint dan soms in een hockeyschooltje daar leer je de eerste dingen. Daarna ga je naar de F dat is voor kinderen van 6 en 7 jaar. Daarna naar de E dat is senioren. voor kinderen van 8 tot 10 jaar. dan naar de D dat is voor kinderen van 10 tot 12 jaar en zo gaat het verder tot de A en dan heb je ook nog de senioren.

Wat is hockey?

Hockey is een balsport, het is de op één na populairste sport van Nederland. Het doel van het spel is zo veel mogelijk doelpunten te maken binnen een bepaalde speeltijd.

Je mag de bal niet met je voeten aanraken. Als je dat wel doet heet zo'n overtreding shoot. Bij de lagere teams geldt dat niet zo erg.

Je speelt het met een hockeystick, dat is een soort stok waarmee je een kleine, zware bal in het doel moet slaan. Je kunt het op het veld (dat is buiten) of in de zaal doen (dat is binnen). In de zaal gaat het weer heel anders dan op het veld. Maar daarover straks meer.

Soorten teams

Bij hockey heb je verschillende soorten teams. Hier is een schema waarin staat welke teams er zijn, de spelers, de speeltijd en het veld.

Meisjes/Jongens F:

Leeftijd: Ongeveer 5 t/m 7 jaar Spelers: Meestal 3 tegen 3 Veld: Je speelt op een achtste van het normale hockeyveld Speeltijd: 2 keer 15 min. Overige Info: Je speelt nog niet met een keeper

Meisjes/Jongens E:

Leeftijd: Ongeveer 7 t/m 10 jaar Spelers: Meestal 6 tegen 6. Veld: Je speelt op een kwart van het normale hockeyveld Speeltijd: 2 keer 25 min. Overige Info: Vanaf deze categorie speel je wel met een keeper

Meisjes/Jongens D8:

Leeftijd: Ongeveer 10 t/m 11 jaar Spelers: 8 tegen 8 Veld: Je speelt op een half hockeyveld Speeltijd: 2 keer 30 min.

Al deze teams (F, E, D8) vallen onder de Jongste Jeugd

Meisjes/Jongens D1 (D11):

Leeftijd: Ongeveer 11 t/m 13 jaar Spelers: 11 tegen 11 Veld: Heel hockeyveld Speeltijd: 2 keer 35 min.

Voor de teams C, B, A, Heren/Dames en Veteranen gelden dezelfde regels als bij D1 (behalve leeftijd).

Benodigdheden

Als je hockeyt heb je verschillende spullen nodig. Je hebt een tenue met de kleuren van de hockeyclub. Een hockeytenue bestaat voor meisjes uit een T-shirt en een rokje. Voor jongens is er een broekje in plaats van een rokje. Op mijn oude club waren de kleuren zwart en wit. En hier in Venray zijn de kleuren oranje en groen. Je hebt om je gebit te beschermen een bitje. En om je schenen te beschermen heb je scheenbeschermers. Je hebt ook hockeyschoenen, die hebben net zo als bij voetbalschoenen noppen alleen zijn die van hockeyschoenen kleiner en zijn er meer noppen. Je hebt voor,voor en na de wedstrijd en als je wissel bent ook een sweater dat is een warme trui die er voor zorgt dat je het niet koud krijgt. Je hebt hockeysokken, die zien er ongeveer hetzelfde uit als voetbalsokken. Om te hockeyen heb je een hockeystick en een bal nodig. De hockeybal is vaak wit maar sommige ballen worden versiert met een kleurtje. De hockey bal is bijna altijd van kunststof. Hij moet de omtrek hebben van 22,4cm tot en met 23,5 cm. De bal moet tussen de 156 en honderd 163 gram zijn. Een hockeystick vroeger was een stick altijd van hout, maar nu heb je ook sticks van kunststof. Een stick heeft een bolle (een ronde) en een platte kant. Tijdens een wedstrijd en tijdens een training mag je alleen de platte kant gebruiken. Met de bolle (ronde) kant mag je de bal niet raken. De stick heeft onderaan een krul. Dat is een soort haak. De rest van de stick noem je de steel. Hockeysticks hebben verschillende lengtes. Voor volwassenen zijn er maar twee maten. Een gewone maat waar bijna iedereen mee speelt. En er is een verlengde (lange) maat speciaal voor lange mensen. Mensen in een winkel waar je een stick kan kopen gebruiken meestal een trucje: je moet je stick onder je oksel houden en dan moet hij net onder je knie zijn. Jeugdsticks zijn van 69 tot 89 cm. Voor volwassenen zijn er van 91 tot 97 cm. Als je een hockeystick met de platte kant naar beneden legt mag het maximaal 25mm hoog zijn. Een stick moet tussen 340 en 794 gram wegen.

Kleding

Jongenskleding:

Als jongen heb je natuurlijk je eigen clubshirt. Daaronder een broekje van je eigen team of gewoon een normaal sportbroekje. Je moet bij hockey ook ter bescherming een bitje in je mond. Dat is een plastic ding in de vorm van jouw gebit. Dat is voor als je een hockeybal of stick tegen je mond aan krijgt. Als je geen bitje in hebt, mag je eigenlijk dus niet hockeyen. Je moet ook scheenbeschermers om als je gaat hockeyen. Dat zijn twee harde beschermers die je om je scheenbenen bindt. Dat is voor als je een bal tegen je scheenbeen krijgt. Om je scheenbeschermers heb je lange sokken in jouw clubkleur.

Meisjeskleding:

Als meisje heb je bij hockey ook gewoon een eigen clubshirt. Daaronder meestal een rokje van je club of een eigen rokje. Voor de rest is het allemaal het zelfde als bij de jongens.

Keeperskleding:

Als keeper hoef je geen bitje in. Daarvoor heb je een grote helm over je hoofd. Je hebt een speciale keepersbroek, dat is een hardere broek dan normaal. Daaronder hebben de mannen een tok dat is ter bescherming van het mannelijk geslachtsdeel. Ook hebben de keepers een soort bescherming voor zijn of haar bovenlijf. Dat is ook van wat harder materiaal gemaakt. Verder heb je schouderbladen die dienen als bescherming voor je schouders. En je hebt legguards. Dat zijn een soort supergrote beenbeschermers. En als laatste heb je de handschoenen en "klompen"; dat zijn de schoenen van de keeper.

Spelregels

Bij hockey zijn best veel spelregels. Als de bal tegen je voet aan komt is dat shoot, dat betekent in het Engels : schiet met de voet. Je mag de bal niet met de bolle kant spelen, dan wordt de slag afgefloten. Als een verdediger de bal expres over de achterlijn speelt, wordt dat bestraft met een strafcorner. Er is ook een strafcorner als iemand in de eigen cirkel shoot maakt. Hoe werkt een strafcorner: er staan 3 mensen op kopcirkel (de rand van de cirkel) er wordt afgesproken wie de bal aan gaat nemen. Een van de verdedigers gaat met de bal op het 2de streepje staan en zodra er wordt gefloten mag hij of zij de bal pushen (zeg: poesjen) ,flatsen of slaan. Je mag geen hoge push (zeg:poesj) of hoge flats gebruiken. Er staan 4 tegenspelers en een keeper in het doel. Zodra de al is genomen mogen die uitrennen. De partij die de strafcorner heeft gekregen mag de bal buiten de cirkel pas aannemen. De verdedigende partij probeert er voor te zorgen dat de aanvallende partij de bal niet krijgt. En er zijn natuurlijk nog veel meer spelregels….


Veldhockey

Bij veldhockey heb je bepaalde regels. Als de bal door de tegenpartij over jouw achterlijn wordt gespeeld krijg je een vrije bal, op een bepaalde plek in het veld. Dit is wel altijd op je eigen helft. Dat verschilt per plek. Bij de lagere teams is dit best dichtbij maar vanaf de D1 is het best wel ver. Ook heb je vanaf de D8 een strafcorner. Die krijg je als je aanvalt en de bal in de cirkel tegen een voet van een tegenspeler komt. Of als de keeper de bal expres over de achterlijn speelt. Als de bal uit gaat langs de lijn, krijg je gewoon een vrije bal mee op de plek waar hij uit ging. De bal mag soms hoog gespeeld worden. Dat mag alleen als hij op goal gaat, of als het geen gevaarlijk spel veroorzaakt. Voor de rest zijn er niet echt bijzondere regels.

Zaalhockey

De meeste mensen denken bij hockey direct aan veldhockey. Maar er is ook nog zaalhockey. Er zitten best wel wat verschillen tussen deze twee. Zaalhockey speel je meestal vanaf D1. Som train je ook al vanaf de F of E. Maar je speelt dan nog geen competitie. Bij zaalhockey heb je balken. Dat is een hulpmiddel. Als je de bal er tegen aan speelt kaatst de bal zo terug. Eigenlijk is de balk dus een tweede persoon. Bij zaalhockey kun je ook een speciale zaalhockeystick gebruiken. Die is wat platter en is makkelijker in de zaal. Ook kun je in de zaal blokken. Dat is als je je stick met een hand op de grond legt. Als er dan iemand tegen aan speelt, krijg je een vrije bal mee. De bal mag bij zaalhockey niet hoog gespeeld worden, behalve als hij richting het doel gaat. Zaalhockey speel je altijd 6 tegen 6 (1 keeper en 5 veldspelers). En de tijd is bij de zaalhockeycompetitie ook maar twee keer 20 minuten.

Toernooien

Je hebt kleine en grote toernooien. Soms zijn grote toernooien alleen in Nederland, maar soms zijn het internationale toernooien en als je daar kampioen bent geworden dan speel je sowieso europa cup 1 als je tweede wordt dan speel je europa cup 2. de nummers 1 2 en 3 spelen EHL euro hockey league. dat is een toernooi voor alle nummers 1 2 en 3 van europa het is een zeer groot evenement. als je in het Nederlands team zit kan je het WK en het EK spelen en daarna de Olympische spelen. het grootste evenement is het WK daar speelt bijna de helle wereld. daarna heb je de europa cup 1 en 2 de europa cup 1 is voor alle nummers een van europa en de europa cup 2 is voor alle teams die 2 zijn geworden. er zijn ook toernooien voor de jeugd. die toernooien zijn voor de e,d,c,b en de a. bij de e toernooien krijg je vaak een kleine beker,een gratis bakje patat of anderen kleine dingen. bij de d toernooien krijg je een normalen beker,of een grote taart die je met je team kan delen. bij de c,b en a toornooien krijg je altijd een grote beker. Bij kleine toernooien is het soms maar op 1 club of uit 1 provincie. Je hebt ook grotere toernooien die geen internationale toernooien zijn. Dat zijn dan landelijke toernooien. De belangrijkste internationale zijn:

Mondiale toernooien

  • Olympische zomerspelen
  • Wereldkampioenschap
  • Champions trophy
  • Champions challenge
  • Intercontinental cup
  • Gemenebest spelen

Continentale kampioenschappen

  • Europees kampioenschap
  • Pan-Amerikaanse Spelen
  • Asia Cup
  • Oceania Cup
  • Afrikaanse spelen

Internationale invitatietoernooien

  • Sultan Azlan Shah Cup
  • Hamburg Masters

Trainingen

Natuurlijk moet je om beter te worden ook goed trainen. Een hockeytraining kan bestaan uit verschillende soorten oefeningen en spellen. Bijvoorbeeld: Passen, dribbelen, balcontrole, Tactiek, Spelletjes, Conditie (atletische training), keepers, verdedigen, aanvallen en scoren op doel. Als je nog niet zo lang op hockey zit train je 1 keer per week. Bij de mini’s train je op zaterdagochtend om 10 uur. Maar zit je in de F-jes en soms ook nog in de E-jes train je 1 keer in de week op een doordeweekse avond. In de D-, C-, B-, A-jes en in de Senioren train je vaker. Het ligt er aan of je in de E-jes al achttal speelt zowel dan train je 2 keer per week en anders gewoon 1 keer. Als je elftal of achttal speelt dan train je dus 2 keer per week.

Wedstrijden

Een hockeywedstrijd van een elftal duurt twee keer 35 minuten en er zijn twee scheidsrechters. Elke scheidsrechter begeleid 1 helft van het veld. Maar ze mogen voor overtredingen over het hele veld fluiten, behalve in de cirkel van jou collega een overtreding is gemaakt. De scheidsrechters fluiten als team en helpen elkaar zoveel mogelijk door aan tegen wie de bal mag nemen. Na de eerste 35 minuten is het rust de rust duurt 5 tot 10 minuten aan het begin van de wedstrijd wordt er getost of (zeg:geboelied) vanaf het midden van het veld. Dat is ook na de rust en ook na elk doelpunt.

Externe links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Hockey&oldid=174609"