Pissebed

Pissebedden

Pissebedden zijn geen insecten, alhoewel veel mensen denken van wel. Maar eigenlijk zijn het koudbloedige schaaldieren, ze vallen onder de kreeftachtigen zo zijn ze bijvoorbeeld familie van de kreeft en de krab. Het is een van de weinige kreeftachtigen die op het land leven. Dit beestje komt aan zijn naam doordat ze vroeger gegeven werden aan mensen met plasproblemen (pissen).

Een pissebed

Uiterlijk

Pissebedden worden zo'n 1,5 centimeter lang en maximaal een halve centimeter breed. Ze hebben voelsprieten en verder 7 paar pootjes. Het lichaam is plat, waardoor ze makkelijk onder stenen kunnen kruipen. Pissebedden zijn grijs of bruinig van kleur. Ze worden beschermd door een uitwendig skelet van verschillende plaatjes die over elkaar heen kunnen schuiven. Dit wordt ook wel het pantser genoemd. Eens in de 4 weken verliezen ze het pantser omdat het hen dan niet meer past. Eerst verliezen ze het achterste deel en twaalf uur later het voorste deel. De pissebedden zijn de enige dieren die op het land voorkomen en toch nog hun kiewen gebruiken om te kunnen ademen. Dit komt doordat het eigenlijk waterdieren zijn, een aantal soorten hebben het echter toch overleefd toen zij eenmaal op het droge kwamen.

Voortplanting

Pissebedden paren meerdere malen per jaar met elkaar. Mannetjes herkennen vrouwtjes die willen paren aan de geur die deze vrouwtjes afscheiden. Als er gepaard wordt, gebeurt dit altijd 's nachts. Daarom is het lastig om te kunnen zien. Het voortplanten gaat door middel van eitjes. Het vrouwtje bewaard deze in een buidel met beschermende vloeistof. De eitjes zijn heel klein, ze zijn met het blote oog bijna niet te zien. Naarmate het vrouwtje ouder en dus groter wordt, groeit ook het aantal eitjes.