National Statuary Hall
.jpg)
De National Statuary Hall (Nederlands: Nationale Standbeeldenzaal) is de naam voor een zaal in het Capitool, het parlementsgebouw van de Verenigde Staten in Washington D.C. De zaal bevindt zich tussen de rotunda (koepel) en de vergaderzaal van de Senaat. Oorspronkelijk was de National Statuary Hall de plaats waar het Huis van Afgevaardigden vergaderde. Door het opnemen van nieuwe staten en de bevolkingsgroei werd de zaal echter te klein en kwam er een uitbreiding met een nieuwe vergaderzaal. De oude vergaderzaal bleef hierdoor leeg.
In 1864 werd besloten dat iedere Amerikaanse staat twee standbeelden mocht opsturen van personen die belangrijk waren in de geschiedenis van hun staat. In 1933 werd de collectie zo groot dat een groot deel nu ook buiten de National Statuary Hall te vinden is. De standbeelden staan door het gehele Capitool, waaronder het bezoekerscentrum en de rotunda. De naam National Statuary Hall wordt daarom ook gebruikt voor de collectie van standbeelden. Tegenwoordig heeft iedere staat twee standbeelden opgestuurd, waarmee er 100 standbeelden zijn. Het Capitool zelf heeft het standbeeld van Rosa Parks geschonken en het federaal district Washington D.C. het standbeeld van Frederick Douglass. Hierdoor zijn er momenteel 102 standbeelden in de collectie. Iedere staat mag zelf beslissen of ze een standbeeld willen vervangen door een andere. Een speciale commissie in het Capitool bepaald de plaats waar de standbeelden staan.
De zaal
De zaal zelf is opgesteld als een Grieks amfitheater. Het is halfrond en is gebouwd in de stijl van het neoclassicisme. Aan de zijkanten is een zijlengalerij gemaakt. De zuilen zijn gemaakt van graniet met een marmeren bovenkant. De zuilen behoren tot de Korintische orde. De vloer is een mengsel van witte en zwarte tegels. Op de vloer zijn ook een aantal tegeltjes met de namen van belangrijke leden, waaronder president John Quincy Adams.
Standbeelden
De National Statuary Hall Collection staat door het gehele Capitool heen. De collectie bevat (anno 2021) 102 standbeelden. De meeste standbeelden staan in de crypte (waar het bezoekerscentrum is), in de centrale hal onder de koepel en de National Statuary Hall zelf. Iedere staat mocht twee standbeelden sturen van personen die belangrijk waren in de geschiedenis van hun staat. Daarnaast schonken Washington D.C. en het Amerikaans Congres zelf elk één standbeeld. Daarnaast zijn er nog een aantal standbeelden die niet onder de collectie vallen. De staten zelf beslissen welke personen zij afbeelden en hoe de standbeelden eruitzien. Aan het uiterlijk van de standbeelden zijn wel bepaalde eisen; wie erop staat niet. Het Amerikaans Congres kan een standbeeld niet weigeren, maar beslist wel waar een standbeeld staat. Hiervoor is een speciale commissie. Sinds 2006 kan iedere staat beslissen om een standbeeld te vervangen.
De meeste staten sturen standbeelden van oud-presidenten, oud-politici, bekende wetenschappers of kunstenaars of historische inheemse leiders uit hun staat. De staat Tennessee stuurde bijvoorbeeld een standbeeld van president Andrew Jackson, Ohio een standbeeld van uitvinder Thomas Edison, Arizona een standbeeld van senator Barry Goldwater en Hawaï stuurde een standbeeld van koning Kamehameha I. De enige niet-Amerikaan in de zaal is de Belg Pater Damiaan namens Hawaï, die tegen lepra op de eilanden vocht. Het oudste standbeeld is het standbeeld van Samuel Adams namens Massachusetts.
Over bepaalde standbeelden is controverse ontstaan, voornamelijk de standbeelden van generaals en politici die tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog tegen de Verenigde Staten vochten. Hieronder vallen onder andere de standbeelden van Jefferson Davis (de president van de Geconfedereerde Staten van Amerika), politicus Alexander Stephens en het voormalige standbeeld van generaal Robert E. Lee. De staten zelf zeggen dat dat hun geschiedenis laat zien, terwijl sommige mensen vinden dat de standbeelden mensen eren die tegen de Verenigde Staten vochten en daarmee landverraad gepleegd hebben.