Simeon II van Bulgarije

Simeon II van Bulgarije.

Siméon II (Sofia, Bulgarije, 16 juni 1937) was tsaar (koning) van Bulgarije tussen 1943 en 1946. Simeon II was de laatste koning van het land, waarna de monarchie afgeschaft werd. Tussen 2001 en 2005 was hij premier van het land. Simeon II is hierdoor de enige vorst die na het afschaffen van de monarchie de politiek in ging. Hij was lid van de liberale partij Nationale Beweging voor Stabiliteit en Vooruitgang.

In 1943 kwam hij op zesjarige leeftijd aan de macht nadat zijn vader (Boris III) overleed. Aangezien Simeon te jong was om te regeren, werden zijn taken door zijn oom overgenomen. In 1946 werd de monarchie in Bulgarije na een referendum afgeschaft. De koninklijke familie moest daardoor naar het buitenland vertrekken. Hier ging hij studeren, trouwde hij en werd zakenman voor het bedrijf Thomson. Na de val van het communisme kreeg Simeon II opnieuw de Bulgaarse nationaliteit. In 1996 keerde hij terug naar Bulgarije en ging de politiek in.

Levensloop

Jeugd

Simeon II op jonge leeftijd

Hij is de enige zoon en het tweede kind van tsaar Boris III en tsarina Giovanna. Hij werd geboren op 16 juni 1937 in het Vranapaleis in Sofia. Simeon II werd op 28 augustus 1943 koning van Bulgarije. Toen was hij pas zes jaar oud. Dit kwam doordat zijn vader onverwachts overleed (vermoedelijk door vergiftiging). Aangezien Simeon II te jong was om te regeren werd drie regenten aangewezen. Dit waren zijn oom (prins Kyrill), de premier en een luitenant-generaal. Deze drie regenten zouden de taken van Simeon II overnemen tot dat hij oud genoeg was om te regeren.

Simeon II zou echter nooit regeren als koning van Bulgarije. Bulgarije vocht tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de Asmogendheden. Eind 1944 wist de Sovjet-Unie het Bulgaarse leger te verslaan. Na de oorlog kwam Bulgarije in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie terecht. De drie regenten werden gearresteerd en gedood. Er kwamen drie nieuwe regenten die door de communistische regering werden aangewezen. Bulgarije bleef een koninkrijk tot 1946. Op 15 september dat jaar werd er een referendum gehouden over de monarchie. 95,6% van de Bulgaren koos voor de afschaffing van de monarchie, maar dit referendum verliep niet eerlijk. De communistische regering had de resultaten van tevoren al beïnvloed.

De dag na het referendum moest de Bulgaarse koninklijke familie het land verlaten. Ze gingen eerst naar Alexandrië in Egypte, vervolgens naar Italië en uiteindelijk naar Spanje. In 1951 gaf de Spaanse dictator Francisco Franco de Bulgaarse koninklijke familie de Spaanse nationaliteit.

In ballingschap

In 1955 ging Simeon II naar de militaire academie in Madrid. Simeon II bleef de Bulgaarse kroon claimen. Volgens hem was hij nog steeds de tsaar van Bulgarije en erkende de communistische regering niet. De koning ging vervolgens studeren in de Verenigde Staten en keerde daarna terug naar Spanje. In Spanje ging hij rechten en bedrijfseconomie studeren.

Hij werd vervolgens een zakenman voor het Spaanse bedrijf Thomson. Later werkte hij ook hotelketens, banken en bedrijf in de elektronica en catering.

Terugkeer naar Bulgarije

Simeon II in 2017

Een paar maanden na de val van het communisme in Bulgarije kreeg Simeon II weer de Bulgaarse nationaliteit. In 1996 kwam hij terug in Bulgarije en hij werd zo enthousiast onthaald dat de politieke partijen er bang van werden. Hij zei dat hij graag weer een rol zou spelen in de politiek, en toen namen de politieke partijen maatregelen. Ze zeiden dat een president van Bulgarije, minstens 5 jaar in Bulgarije moest wonen.

Na die 5 jaar werd hij toch leider van een politieke partij, en in 2001 werd hij verkozen tot premier. Hij was de eerste koning die later herkozen werd als premier. Onder zijn leiding werd Bulgarije lid van de NAVO. Ook deed Bulgarije mee aan de Irakoorlog. Na de verkiezingen in 2005 vormde hij een coalitie met de Socialistische Partij van Bulgarije. In 2009 verloor zijn partij flink, waardoor stopte als premier voor zijn land.

Simeon II is erg vaag geweest over zijn mening over het herstellen van de monarchie. Aan de ene kant gebruikte hij in zijn politieke campagnes vaak de titel Tsaar van Bulgarije. Aan de andere kant gebruikt hij tegenwoordig de naam "Simeon Borisov Sakskoboerggotski". In het Nederlands gebruikt hij dus de titel "Van Saksen-Coburg en Gotha"; het huis waarvan hij lid is. Na zijn verlies in 2009 stapte hij uit de politiek. In 2014 schreef hij een biografie over zijn leven.

Huwelijk en kinderen

Op 21 januari 1962 trouwde hij met Margarita Gómez-Acebo y Cejuela. Ze kregen vijf kinderen:

• Prins Kardam (2 december 1962)
• Prins Kyrill (11 juli 1964)
• Prins Kubrat (5 november 1965)
• Prins Konstantin-Assen (5 december 1967)
• Prinses Kalina (19 januari 1972)