Militaire dictatuur in Brazilië
Federale Republiek Brazilië República Federativa do Brasil | |
---|---|
Hoofdstad | Brasilia |
Talen | Portugees |
Inwonersaantal | 94.508.583 (1970) |
Bestuursvorm | Federale presidentiële republiek onder militaire dictatuur |
Munteenheid | Braziliaanse cruzeiro |
Portaal ![]() |
De militaire dictatuur in Brazilië duurde van 1964 tot 1985. In die periode had Brazilië een militaire regering (een junta). Burgerlijke vrijheden waren beperkt en democratische verkiezingen werden niet gehouden. De militaire dictatuur staat bekend om haar onderdrukking van de bevolking, censuur en schendingen van de mensenrechten. Tijdens de periode werden politieke tegenstanders opgepakt, veroordeeld, gemarteld, vermoord of verdwenen. De periode van de militaire dictatuur staat ook wel bekend als de Vijfde Braziliaanse Republiek.
De militaire regering kwam aan de macht na een staatsgreep in 1964. De linkse president João Goulart werd toen afgezet. Het leger werd gesteund door Braziliaanse conservatieven en de Verenigde Staten. Zij vreesden dat Goulart Brazilië zou veranderen in een communistisch land. Na de staatsgreep veranderde het land in een dictatuur. Brazilië beleefde eind jaren 1960 en begin jaren 1970 grote economische groei (het Braziliaanse wonder). Daarna ging het juist slecht met de economie door het dalen van de olieprijs. Begin jaren 1980 besloot de militaire regering na druk van de bevolking om de democratie opnieuw in te voeren. Brazilië werd in 1985 weer een democratie toen de Zesde Braziliaanse Republiek ontstond.
Militaire regeringen in andere Zuid-Amerikaanse landen haalden inspiratie uit Brazilië. Zo stonden Chili, Uruguay en Argentinië ook onder een militaire regering in dezelfde periode. De slogan van de Braziliaanse militaire dictatuur was Ame-o ou deixe-o (Hou ervan of verlaat het).
Voorgeschiedenis
Na de Vargasperiode ontstond de Vierde Braziliaanse Republiek. Tijdens die periode speelde het populisme een grote rol. De presidenten voerden een reeks van populaire maatregelen door. Voorbeelden waren hoge importsubsidies en meer moderniseringen. De Braziliaanse overheid speelde een belangrijke rol in deze hervormingen. In de jaren 1950 kregen de hervormingen steeds meer tegenstand van de Braziliaanse boven- en middenklasse. Zij werden gesteund door het Braziliaanse leger en radicaal-rechte groepen.
Volgens de tegenstanders zouden de Braziliaanse presidenten Juscelino Kubitschek en João Goulart hun macht misbruiken om Brazilië een communistisch land te maken. Hoewel beide presidenten vrij links waren, waren zij eerder sociaaldemocraat. Zo was Kubitschek vrij vriendelijk tegenover het kapitalisme. Toen Goulart in 1961 president werd, groeide polarisatie in Brazilië. Zijn tegenstanders waren bang dat Brazilië Cuba zou volgen. Enkele jaren daarvoor had namelijk de Cubaanse Revolutie plaatsgevonden, waarbij Cuba een communistisch land werd.
De Verenigde Staten waren ondertussen verwikkeld in de Koude Oorlog met de Sovjet-Unie. De twee supermachten stonden alle beide voor een andere ideologie. De Verenigde Staten waren (en zijn) kapitalistisch, terwijl de Sovjet-Unie communistisch was. Beide landen hadden ook internationaal bondgenootschappen met een reeks landen. Hierdoor was de wereld verdeeld in twee blokken, maar er was een groep neutrale landen. Goulart probeerde Brazilië neutraal te houden, terwijl de Verenigde Staten hun invloed over Latijns-Amerika probeerden uit te breiden. Zij wilden namelijk voorkomen dat het communisme voet aan de grond in Latijns-Amerika zou krijgen. In dat geval zou het communisme wel erg dicht bij de Amerikaanse landgrens komen.
Geschiedenis
Goulart en de staatsgreep
In 1961 werd Jânio Quadros tot president van Brazilië benoemd. Quadros had de steun van de rechtse oppositie, omdat hij corruptie zou aanpakken. Zij beschuldigde hij oud-president Kubitschek van corruptie. Quadros begon echter snel buitenlandse relaties met communistische landen aan te knopen. Ook voerde hij enkele omstreden wetten door. Toch kon hij weinig doen zonder de steun van het parlement. In augustus besloot hij om deze situatie te doorbreken door af te treden als president. Hij hoopte vervolgens opnieuw tot president benoemd te worden via steun van het volk. Quadros werd echter opgevolgd door vicepresident João Goulart. Goulart was echter een stuk linkser dan Quadros. De rechtse oppositie zag dat niet zitten. Uiteindelijk werd een compromis bereikt. Goulart mocht president worden, maar de macht van de president werd veel kleiner gemaakt.
Brazilië werd daardoor een parlementaire republiek, waarin het parlement meer macht had. In 1963 werd dat via een referendum weer teruggedraaid. De president werd opnieuw machtiger dan het parlement. Met zijn nieuwe macht begon Goulart een reeks van landhervormingen. Ook werden enkele industrieën genationaliseerd. Goulart verloor de steun van het parlement. Hij probeerde vervolgens steun te vinden onder de werkende klasse, terwijl de middenklasse zich afwendde.
Uiteindelijk kwam het Braziliaans leger met een samenzwering. Op 1 april 1964 marcheerden de troepen van generaal Olímpio Mourão Filho naar Rio de Janeiro. Hij kreeg de steun van generaals uit Rio de Janeiro en São Paulo. Het leger trok vervolgens naar de hoofdstad Brasilia, waar zij een staatsgreep begonnen. Het leek er eventjes op dat Brazilië in een burgeroorlog zou raken. Goulart wilde dat voorkomen en besloot af te treden. Hij gaf de macht aan de legerleiding en vertrok naar Uruguay. Later werd bekend dat de Amerikanen betrokken waren bij de staatsgreep. Zou is er een document waarin de Amerikaanse ambassadeur Lincoln Gordon verschillende manieren beschrijft aan president John F. Kennedy waarop Goulart omvergeworpen kan worden. De Amerikanen vreesden dat Goulart het communisme naar Brazilië zou brengen. De steun in de staatsgreep was onderdeel van de zogeheten Operatie Condor.
Brazilië wordt een dictatuur

In de dagen na de staatsgreep komt een militaire regering aan de macht. De militaire regering voert een wet door, waardoor burgerlijke vrijheden worden gelimiteerd. De president krijgt nu de macht om ambtenaren en volksvertegenwoordigers te ontslaan. Ook kan hij hun politieke rechten afpakken voor een periode van 10 jaar. Het Braziliaans parlement benoemde vervolgens Humberto de Alencar Castelo Branco tot president. De nieuwe president zou aanblijven tot het einde van Goularts termijn. Castelo Branco wilde eerst niet dat het leger te veel macht zou krijgen. Toch won de oppositie al snel twee verkiezingen in Braziliaanse deelstaten. In 1965 vergrootte hij daarom de macht van de president. De president kon nu ook gouverneurs van deelstaten ontslaan. De rechtspraak en het parlement werden veel minder machtig.
Onder Castelo Branco werd de basis gelegd voor de militaire dictatuur in Brazilië. Zijn opvolgers zouden van de nieuwe macht gebruikmaken om autoritairder te regeren. Om de schijn te houden dat Brazilië een democratie was, bleef het parlement bestaan. Brazilië kreeg een tweepartijstelsel bestaande uit de Aliança Renovadora Nacional (ARENA) en de Movimento Democrático Brasileiro (MDB). De ARENA was de politieke partij van het Braziliaanse leger, terwijl MDB een centristische oppositiepartij was.
Uiteindelijk werd Castelo Branco opgevolgd door Artur da Costa e Silva. Onder Costa e Silva werd de militaire dictatuur een stuk harder. Hij tekende in december 1968 een wet waardoor de president nog meer macht kreeg. De president was nu in feite een dictator. Het parlement werd ontbonden en de grondwet was niet meer geldig. Ook voerde hij een campagne van censuur. In 1969 kreeg Costa e Silva echter een hersenbloeding, waarna een junta aan de macht kwam. Die koos uiteindelijk Emílio Garrastazu Médici tot de nieuwe president van het land.
De Loden Jaren
Het presidentschap van Médici staat ook wel bekend als de Loden Jaren. Médici schond namelijk veel mensenrechten. Zo werden journalisten vervolgd, tegenstanders opgepakt en gemarteld en de censuur van de pers ging nog verder. In Brazilië ontstonden verschillende verzetsbewegingen tegen de dictatuur. In sommige regio's leidde dat zelfs tot een guerrillaoorlog.
Ondertussen werd de economie van Brazilië hervormd. Onder Médici maakte Brazilië grote economische groei door. Die periode wordt ook wel het Braziliaans wonder genoemd. Toen Brazilië in 1970 het wereldkampioenschap voetbal won, werd de overwinning ook door het militaire regime gebruikt. Médici kwam met een plan om de economische situatie in het noordoosten en de Amazone te verbeteren. De economische groei kwam echter in 1973 tot een einde toen oliecrisis uitbrak.
In 1974 kwam Ernesto Geisel aan de macht. Hij zorgde ervoor dat de militaire dictatuur minder strikt werd. Geisel wilde de dictatuur stap voor stap afbouwen. Oppositiepartij MDB won zetels, waarna Geisel de verkiezingen voor het presidentschap aanpaste. Er kwam nu een kiescollege met vertrouwelingen van ARENA. Toch ontstond er tijdens de jaren 1970 steeds meer tegenstand tegen de dictatuur. Zo vonden er in 1978 grootschalige stakingen plaats. Geisel moest hierdoor compromissen sluiten. Zo mochten verbannen Brazilianen terugkomen naar het land en werd de macht van de president verkleind.
Terugkeer van de democratie
Met het presidentschap van João Figueiredo werd Brazilië stap voor stap weer een democratie. ARENA werd omgevormd tot de Partido Democrático Social (PDS) en won in 1982 nipt de verkiezingen. De verkiezingen in de deelstaten verliepen weer eerlijk en vrij. De oppositie wist zelfs de verkiezingen de drie grootste deelstaten te winnen. Ondertussen had Brazilië met steeds grotere economische problemen te maken. Zo waren inflatie en werkloosheid hoog, net als de staatsschuld.
In 1984 ontstond de burgerlijke bewering Diretas Já tegen de militaire dictatuur. In 1985 werd oppositiekandidaat Tancredo Neves verkozen tot president van Brazilië. Hierdoor kwam er een einde aan de militaire dictatuur.
Presidenten
- Ranieri Mazzilli (1964)
- Castelo Branco (1964–1967)
- Costa e Silva (1967–1969)
- Militaire junta (1969)
- Emílio Garrastazu Médici (1969–1974)
- Ernesto Geisel (1974–1979)
- João Figueiredo (1979–1985)