Maurits van Oranje: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
Regel 17: Regel 17:
   
 
== Stadhouder en militaire carrière ==
 
== Stadhouder en militaire carrière ==
Maurits was zestien toen zijn vader Willem van Oranje werd vermoord. Toch werd hij de nieuwe stadhouder, de nieuwe leider in 1584. De vorsten van Engeland en Frankrijk waren verzocht de soevereiniteit te aanvaarden, maar hadden dit geweigerd. Hierdoor was Maurice de enige aanvaardbare kandidaat voor de functie van stadhouder. Hij werd stadhouder van Holland en Zeeland in 1585, van Gelre, Overijssel en Utrecht in 1590 en van Groningen en Drenthe in 1620 (na de dood van zijn achterneef [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg]] (1560-1620), die daar en in Friesland stadhouder was geweest.
+
Maurits was zestien toen zijn vader Willem van Oranje werd vermoord. Toch werd hij de nieuwe stadhouder, de nieuwe leider in 1584. De vorsten van Engeland en Frankrijk waren verzocht de soevereiniteit te aanvaarden, maar hadden dit geweigerd. Hierdoor was Maurits de enige aanvaardbare kandidaat voor de functie van stadhouder. Hij werd stadhouder van Holland en Zeeland in 1585, van Gelre, Overijssel en Utrecht in 1590 en van Groningen en Drenthe in 1620 (na de dood van zijn achterneef [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg]] (1560-1620), die daar en in Friesland stadhouder was geweest.
   
 
=== Veroveringen ===
 
=== Veroveringen ===
Maurits reorganiseerde samen met [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg]] het Nederlandse Staatsleger, studeerde militaire geschiedenis van de Romeinen en de Grieken, [[strategie]] en [[tactiek]], [[wiskunde]] en [[astronomie]] (sterrenkunde), en bewees dat hij tot de beste strategen van zijn tijd behoorde. Hij zorgde voor meer [[discipline]] in de legers. Ook ging hij zorgvuldig om met de inzet van zijn mannen. De [[Tachtigjarige Oorlog]] was een uitdaging voor zijn hem, dus hij kon bewijzen dat hij een goede leider was door verschillende Spaanse Buitenposten te veroveren. Met speciale aandacht voor de belegeringstheorieën van [[Simon Stevin]], nam hij waardevolle belangrijke forten en steden in. Deze periode staat bekend als de tien gloriejaren: [[Breda (stad)|Breda]] in 1590 met de bekende list met het [[turfschip van Breda]], [[Zutphen (stad)|Zutphen]], [[Knodsenburg]] in 1591, [[Steenwijk]] en [[Coevorden]] in 1592, [[Geertruidenberg (plaats)|Geertruidenberg]] in 1593 en [[Groningen (stad)|Groningen]] in 1594. De [[hertog van Parma]] is in 1591 nog landsvoogd in de Nederlanden. Hij had een veel groter leger, maar kreeg steeds meer last van ''muiterij'' (opstand van soldaten). Ook moest hij meer aan de slag in Frankrijk. In 1597 ging Maurits verder met zijn offensief en nam [[Rheinberg]], [[Meurs]], [[Groenlo]], [[Bredevoort]], [[Enschede]], [[Ootmarsum]] en [[Oldenzaal]] in en sloot het jaar af met de verovering van [[Lingen]]. Deze overwinningen rondden de grenzen van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] af, versterkten de opstand tegen Spanje en lieten een nationale staat achter veilige grenzen ontstaan. Zo vestigden Maurits zich als de belangrijkste generaal van zijn tijd. In 1601 stuurde [[Filips III van Spanje|Filips III]] de veldheer [[Spinola]] naar de Nederlanden. Een geduchte (stevige) tegenstander voor Maurits. Deze Spaanse [[Spinola]] koste hem bijvoorbeeld weer [[Oldenzaal]] en [[Lingen]], met veel doden als gevolg. Ook [[Groenlo]] en [[Rijnberk]] werden in 1606 door Spinola veroverd.
+
Maurits reorganiseerde samen met [[Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg]] het Nederlandse Staatsleger, studeerde militaire geschiedenis van de Romeinen en de Grieken, [[strategie]] en [[tactiek]], [[wiskunde]] en [[astronomie]] (sterrenkunde), en bewees dat hij tot de beste strategen van zijn tijd behoorde. Hij zorgde voor meer [[discipline]] in de legers. Ook ging hij zorgvuldig om met de inzet van zijn mannen. De [[Tachtigjarige Oorlog]] was een uitdaging voor hem, dus hij kon bewijzen dat hij een goede leider was door verschillende Spaanse Buitenposten te veroveren. Met speciale aandacht voor de belegeringstheorieën van [[Simon Stevin]], nam hij waardevolle belangrijke forten en steden in. Deze periode staat bekend als de tien gloriejaren: [[Breda (stad)|Breda]] in 1590 met de bekende list met het [[turfschip van Breda]], [[Zutphen (stad)|Zutphen]], [[Knodsenburg]] in 1591, [[Steenwijk]] en [[Coevorden]] in 1592, [[Geertruidenberg (plaats)|Geertruidenberg]] in 1593 en [[Groningen (stad)|Groningen]] in 1594. De [[hertog van Parma]] is in 1591 nog landsvoogd in de Nederlanden. Hij had een veel groter leger, maar kreeg steeds meer last van ''muiterij'' (opstand van soldaten die al lang geen loon hadden gehad). Ook moest Parma meer aan de slag in Frankrijk. In 1597 ging Maurits verder met zijn ''offensief'' (aanvallen) en nam [[Rheinberg]], [[Meurs]], [[Groenlo]], [[Bredevoort]], [[Enschede]], [[Ootmarsum]] en [[Oldenzaal]] in en sloot het jaar af met de verovering van [[Lingen]]. Deze overwinningen rondden de grenzen van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] af, versterkten de opstand tegen Spanje en lieten een nationale staat achter veilige grenzen ontstaan. Zo vestigden Maurits zich als de belangrijkste generaal van zijn tijd. In 1601 stuurde [[Filips III van Spanje|Filips III]] zijn veldheer [[Spinola]] naar de Nederlanden. Een ''geduchte'' (stevige) tegenstander voor Maurits. Deze Spaanse [[Spinola]] koste hem bijvoorbeeld weer [[Oldenzaal]] en [[Lingen]], met veel doden als gevolg. Ook [[Groenlo]] en [[Rijnberk]] werden in 1606 door Spinola veroverd.
   
 
Veel van de grote generaals van de volgende generatie, waaronder zijn halfbroer [[Frederik Hendrik van Oranje-Nassau]] en veel van de commandanten van de Engelse Burgeroorlog, leerden hun vak onder zijn bevel. [[Frederik Hendrik van Oranje-Nassau]] was een zoon uit het vierde huwelijk van Willem van Oranje met [[Louise de Coligny]]. Deze prins van Oranje en graaf van Nassau, was stadhouder, kapitein-generaal en admiraal-generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1625-1647) en opvolger van Maurits. Vanwege zijn succesvolle belegeringen kreeg Frederik Hendrik de bijnaam 'stedendwinger'. Frederik Hendrik is de voorvader van het huidige koningshuis.
 
Veel van de grote generaals van de volgende generatie, waaronder zijn halfbroer [[Frederik Hendrik van Oranje-Nassau]] en veel van de commandanten van de Engelse Burgeroorlog, leerden hun vak onder zijn bevel. [[Frederik Hendrik van Oranje-Nassau]] was een zoon uit het vierde huwelijk van Willem van Oranje met [[Louise de Coligny]]. Deze prins van Oranje en graaf van Nassau, was stadhouder, kapitein-generaal en admiraal-generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1625-1647) en opvolger van Maurits. Vanwege zijn succesvolle belegeringen kreeg Frederik Hendrik de bijnaam 'stedendwinger'. Frederik Hendrik is de voorvader van het huidige koningshuis.
Regel 28: Regel 28:
   
 
=== Slag bij Nieuwpooort ===
 
=== Slag bij Nieuwpooort ===
Ook Maurits streed tegen de Spaanse overheersing van [[Filips II van Spanje|Filips II]], die overleed in 1598 en opgevolgd werd door [[Filips III van Spanje|Filips III]] die de oorlog voortzette. Ook had de kersverse [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] veel last van de zeerovers bij Duinkerken die de handels- en vissersvloot veel schade brachten. In juli 1600 wist hij met de [[slag bij Nieuwpoort]] met veel moeite het leger van [[Albrecht van Oostenrijk]] te verslaan. Het staatse leger trok zich echter terug waardoor hij er weinig voordeel aan had. De roep om vrede werd steeds luider en de oorlogvoering koste veel belastinggeld. Het schaadde ook de handel. Lange tijd werd Maurits geholpen door [[Johan van Oldenbarnevelt]]. Johan van Oldenbarnevelt (kun je vergelijken met een minister van financiën) wilde geld sparen en heeft in 1609 een soort wapenstilstand geregeld: het [[Twaalfjarig Bestand]]. Maurits was hier boos over en heeft zijn vroegere “vriend” in de ban gedaan. Johan van Oldenbarnevelt is dan uiteindelijk ook vermoord. Het gevolg van het [[Twaalfjarig Bestand]] was wel dat Spanje zonder enige beperking de Republiek als zelfstandige staat erkende voor de duur van het bestand. De Nederlanders kregen ook een vrije vaart op Indië (zie [[Verenigde Oostindische Compagnie]] - VOC). De Zuiderlijke Nederlanden leken voorgoed losgemaakt te zijn van de Noordelijke. In het zuiden was het protestantisme vrijwel uitgeroeid. Protestanten uit het zuiden vluchtten naar het Noorden en namen hun kennis en kunde en veel geld met zich mee. Dit betekende een flinke boost aan de welvaart, het begin van de [[Gouden Eeuw (Nederland)|Gouden Eeuw]].
+
Ook Maurits streed dus tegen de Spaanse overheersing van [[Filips II van Spanje|Filips II]], die overleed in 1598 en opgevolgd werd door [[Filips III van Spanje|Filips III]] die de oorlog voortzette. Ook had de kersverse [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] veel last van de zeerovers bij Duinkerken die de handels- en vissersvloot veel schade brachten. In juli 1600 wist Maurits met de [[slag bij Nieuwpoort]] met veel moeite het leger van [[Albrecht van Oostenrijk]] te verslaan. Het staatse leger trok zich echter terug waardoor hij er weinig voordeel aan had. De roep om vrede werd steeds luider en de oorlogvoering koste veel belastinggeld. Het schaadde ook de handel. Lange tijd werd Maurits geholpen door [[Johan van Oldenbarnevelt]]. Johan van Oldenbarnevelt (kun je vergelijken met een huidige minister van financiën) wilde geld sparen en heeft in 1609 een soort wapenstilstand geregeld: het [[Twaalfjarig Bestand]]. Maurits was hier boos over en heeft zijn vroegere “vriend” in de ban gedaan. Johan van Oldenbarnevelt is dan uiteindelijk ook vermoord. Het gevolg van het [[Twaalfjarig Bestand]] was wel dat Spanje zonder enige beperking de Republiek als zelfstandige staat erkende voor de duur van het bestand. De Nederlanders kregen ook een vrije vaart op Indië (zie [[Verenigde Oostindische Compagnie]] - VOC). De Zuiderlijke Nederlanden leken voorgoed losgemaakt te zijn van de Noordelijke. In het zuiden was het protestantisme vrijwel uitgeroeid. Protestanten uit het zuiden vluchtten naar het Noorden en namen hun kennis en kunde en veel geld met zich mee. Dit betekende een flinke boost aan de welvaart, het begin van de [[Gouden Eeuw (Nederland)|Gouden Eeuw]].
   
 
== Ondertussen in de Nederlanden ==
 
== Ondertussen in de Nederlanden ==

Versie van 7 aug 2021 13:13

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.

Maurits van Oranje, tot 1618 Maurits van Nassau (Dillenburg, 14 november 1567 – Den Haag, 23 april 1625) was stadhouder en legeraanvoerder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Prins Maurits was stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre (Gelderland), Overijssel, Drenthe en Groningen. Hij was dus alleen niet de stadhouder van Friesland.

Leven en familie

De jonge Maurits omstreeks 1579

Maurits was de tweede zoon van Willem de Zwijger en Anna van Saksen en werd geboren op het kasteel van Dillenburg (een stad in de regio Gießen van Hessen in Duitsland). Hij werd vernoemd naar zijn grootvader van moeders kant, de keurvorst Maurits van Saksen, die ook een bekende generaal was. Hij werd in Dillenburg opgevoed door zijn oom Johan van Nassau (Jan de Oude).

Maurits had (uit het huwelijk van Willem van Oranje en Anna van Saksen) een oudere zus Anna van Nassau, een oudere broer Willem Lodewijk van Nassau en een jongere zus Emilia van Nassau (Later Emilia van Portugal).

Maurits is nooit getrouwd geweest, maar was de vader van buitenechtelijke kinderen van Margaretha van Mechelen (o.a. Willem van Nassau, heer van de Lek en Lodewijk van Nassau, heer van De Lek en Beverweerd ) en van Anna van de Kelder.

Samen met zijn broer Willem Lodewijk studeerde hij in Heidelberg (D) en later in Leiden waar hij Simon Stevin ontmoette. De Staten van Holland en Zeeland betaalden zijn studie, omdat hun vader in financiële problemen was gekomen nadat hij zijn hele fortuin had uitgegeven in de beginfase van de Nederlandse opstand (Tachtigjarige Oorlog).

De protestantse Maurits werd voorafgegaan als Prins van Oranje (geen Nederlandse titel) door zijn rooms-katholieke oudste halfbroer Filips Willem van Oranje-Nassau, Prins van Oranje (Graaf van Nassau en Graaf van Buren), overleden in 1618. Filips Willem stond echter onder bewaring van Spanje en bleef dat tot 1596, en was dus niet in staat om de Nederlandse onafhankelijkheidszaak te leiden. Filips Willem was de enige zoon uit het huwelijk van Willem van Oranje met zijn eerste vrouw Anna van Egmond (1533-1558), ook bekend als Anna van Buren. Maria van Nassau (1556-1616) was een volle zus van Filips Willem en een kanshebber net als Maurits over de nalatenschap van hun vader. Maria was het tweede meisje uit dit huwelijk. De eerste dochter, ook Maria geheten werd maar één jaar.

Maurits werd benoemd tot kapitein-generaal van het leger in 1587, waarbij hij de Engelse Robert Dudley - graaf van Leicester omzeilde, die terugkeerde naar Engeland toen hij dit nieuws hoorde.

Stadhouder en militaire carrière

Maurits was zestien toen zijn vader Willem van Oranje werd vermoord. Toch werd hij de nieuwe stadhouder, de nieuwe leider in 1584. De vorsten van Engeland en Frankrijk waren verzocht de soevereiniteit te aanvaarden, maar hadden dit geweigerd. Hierdoor was Maurits de enige aanvaardbare kandidaat voor de functie van stadhouder. Hij werd stadhouder van Holland en Zeeland in 1585, van Gelre, Overijssel en Utrecht in 1590 en van Groningen en Drenthe in 1620 (na de dood van zijn achterneef Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg (1560-1620), die daar en in Friesland stadhouder was geweest.

Veroveringen

Maurits reorganiseerde samen met Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg het Nederlandse Staatsleger, studeerde militaire geschiedenis van de Romeinen en de Grieken, strategie en tactiek, wiskunde en astronomie (sterrenkunde), en bewees dat hij tot de beste strategen van zijn tijd behoorde. Hij zorgde voor meer discipline in de legers. Ook ging hij zorgvuldig om met de inzet van zijn mannen. De Tachtigjarige Oorlog was een uitdaging voor hem, dus hij kon bewijzen dat hij een goede leider was door verschillende Spaanse Buitenposten te veroveren. Met speciale aandacht voor de belegeringstheorieën van Simon Stevin, nam hij waardevolle belangrijke forten en steden in. Deze periode staat bekend als de tien gloriejaren: Breda in 1590 met de bekende list met het turfschip van Breda, Zutphen, Knodsenburg in 1591, Steenwijk en Coevorden in 1592, Geertruidenberg in 1593 en Groningen in 1594. De hertog van Parma is in 1591 nog landsvoogd in de Nederlanden. Hij had een veel groter leger, maar kreeg steeds meer last van muiterij (opstand van soldaten die al lang geen loon hadden gehad). Ook moest Parma meer aan de slag in Frankrijk. In 1597 ging Maurits verder met zijn offensief (aanvallen) en nam Rheinberg, Meurs, Groenlo, Bredevoort, Enschede, Ootmarsum en Oldenzaal in en sloot het jaar af met de verovering van Lingen. Deze overwinningen rondden de grenzen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden af, versterkten de opstand tegen Spanje en lieten een nationale staat achter veilige grenzen ontstaan. Zo vestigden Maurits zich als de belangrijkste generaal van zijn tijd. In 1601 stuurde Filips III zijn veldheer Spinola naar de Nederlanden. Een geduchte (stevige) tegenstander voor Maurits. Deze Spaanse Spinola koste hem bijvoorbeeld weer Oldenzaal en Lingen, met veel doden als gevolg. Ook Groenlo en Rijnberk werden in 1606 door Spinola veroverd.

Veel van de grote generaals van de volgende generatie, waaronder zijn halfbroer Frederik Hendrik van Oranje-Nassau en veel van de commandanten van de Engelse Burgeroorlog, leerden hun vak onder zijn bevel. Frederik Hendrik van Oranje-Nassau was een zoon uit het vierde huwelijk van Willem van Oranje met Louise de Coligny. Deze prins van Oranje en graaf van Nassau, was stadhouder, kapitein-generaal en admiraal-generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1625-1647) en opvolger van Maurits. Vanwege zijn succesvolle belegeringen kreeg Frederik Hendrik de bijnaam 'stedendwinger'. Frederik Hendrik is de voorvader van het huidige koningshuis.

Naast Johan van Oldenbarnevelt ging Maurits ook steeds meer samenwerken met zijn neef Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, de stadhouder van Friesland. In Friesland staat hij bekend onder de bijnaam Us Heit (Fries voor: Onze Vader). De goede relatie tussen hen heeft altijd stand gehouden en op militair gebied heeft Willem Lodewijk veel invloed op Maurits gehad. Dit was mogelijk doordat Maurits open stond voor meningen van anderen.

Prins Maurits in de Slag bij Nieuwpoort, 2 juli 1600

Slag bij Nieuwpooort

Ook Maurits streed dus tegen de Spaanse overheersing van Filips II, die overleed in 1598 en opgevolgd werd door Filips III die de oorlog voortzette. Ook had de kersverse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel last van de zeerovers bij Duinkerken die de handels- en vissersvloot veel schade brachten. In juli 1600 wist Maurits met de slag bij Nieuwpoort met veel moeite het leger van Albrecht van Oostenrijk te verslaan. Het staatse leger trok zich echter terug waardoor hij er weinig voordeel aan had. De roep om vrede werd steeds luider en de oorlogvoering koste veel belastinggeld. Het schaadde ook de handel. Lange tijd werd Maurits geholpen door Johan van Oldenbarnevelt. Johan van Oldenbarnevelt (kun je vergelijken met een huidige minister van financiën) wilde geld sparen en heeft in 1609 een soort wapenstilstand geregeld: het Twaalfjarig Bestand. Maurits was hier boos over en heeft zijn vroegere “vriend” in de ban gedaan. Johan van Oldenbarnevelt is dan uiteindelijk ook vermoord. Het gevolg van het Twaalfjarig Bestand was wel dat Spanje zonder enige beperking de Republiek als zelfstandige staat erkende voor de duur van het bestand. De Nederlanders kregen ook een vrije vaart op Indië (zie Verenigde Oostindische Compagnie - VOC). De Zuiderlijke Nederlanden leken voorgoed losgemaakt te zijn van de Noordelijke. In het zuiden was het protestantisme vrijwel uitgeroeid. Protestanten uit het zuiden vluchtten naar het Noorden en namen hun kennis en kunde en veel geld met zich mee. Dit betekende een flinke boost aan de welvaart, het begin van de Gouden Eeuw.

Ondertussen in de Nederlanden

Patriciërs of stedelijke regenten

De Spaanse koning of landsheer Filips III was geen heerser meer over de Noordelijke Nederlanden. De stedelijke machthebbers of bovenklasse, de patriciërs kregen een steeds grotere vinger in de pap van de Staten-Generaal, met die van Amsterdam voorop. Opmerkelijk is dat de zogeheten stedelijke regentenfamilies nioet tot de strenge calvinisten hoorden. Dat zou ook nadelig zijn voor hun manier van handel drijven en manier van leven. De Amsterdamse regent Joan (I) Huydecoper van Maarseveen (1599-1661), is een voorbeeld van een zeer vooraanstaande Amsterdamse regent. Hij was o.a. burgemeester van de stad. Veel van deze hoge heren kom je tegen op de zogeheten schuttersstukken, waarvan de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn een voorbeeld is. Ook Frans Hals maakte dergelijke groepsportretten met daarop de stedelijke regenten, ook wel een regentenstuk genoemd. Deze hoge heren en handelaren organiseerden zich in de vroedschap. De vroedschap mocht ieder jaar een lijst opmaken voor de functies van de burgemeesters en de schepenen en wie ze daarvoor wilden benoemen (een soort verkiezingen). Die kwamen meestal uit dezelfde families. Het is als het ware de 'nieuwe adel'. De macht van de regenten was het grootst tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672). Veel van deze families lieten fraaie panden bouwen, bijvoorbeeld langs de grachtengordels van Amsterdam.

Ontstaan van de molenindustrie

Langs de Zaan bij Zaandam kwamen meer en meer molens te staan. Een nieuwe molenvorm was de houtzaagmolen (de eerste in 1596). Een belangrijke stap in de houtindustrie en schepenbouw. Andere molens waren er voor meel, mosterd, verf, olie, papier en pellen van rijst en gerst. Door de uitbreidende scheepvaart, kwamen er ook meer vissersschepen. Meteen ook een soort van scheepvaartschool. Voor de handel over zee kwam een nieuw scheepstype; de fluit. Het is dan ook niet vreemd dat juist nu de VOC ontstond. De Patriciers staken hier veel geld in. Zoektochten naar een noordelijke route naar Indië, om zo de portugezen en Spanjaarden te ontwijken, mislukten. De overwintering op Nova Zembla in 1596/97 is hier een voorbeeld van. Deze ontwikkelingen waren goed voor het land, maar het maakte andere landen ook jaloers.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Maurits_van_Oranje&oldid=678956"