Notre-Dame van Parijs
De Cathédrale Nôtre Dame de Paris, letterlijk vertaald de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Parijs is een kathedraal in Parijs op het eiland Ill de la Cité.
De Notre-Dame is gebouwd in het jaar 1163, naar het idee van bisschop Maurice de Sully. De kathedraal was klaar in het jaar 1225. De toren op de huidige Notre-Dame was toen nog niet klaar. Het is nu één van de meest bekendste kathedralen ter wereld. De kathedraal werd in de rest van de wereld onder andere bekend door het boek "De klokkenluider van de Notre-Dame" door Victor Hugo. De Franse koningen lieten zich niet in de Notre-Dame kronen, maar in de kathedraal van Reims. Alleen de Engelse koning Hendrik VI liet zich hier tot Franse koning kronen en Napoleon Bonaparte tot keizer. Ook werden vele beroemde Fransen hier begraven. Tijdens de Franse Revolutie werd de kerk deels verwoest en de koningsbeelden van Juda werden onthoofd, omdat het volgens de revolutionairen beelden van de Franse koningen waren. De Notre-Dame werd gerestaureerd door Violet-le-Duc.
Geschiedenis
De bouw van de Notre-Dame.
De Notre-Dame is een van de eerste kathedralen in Europa. De kathedraal was licht en hoog, een technologische vernieuwing. Hoge gebouwen op pilaren met grote ramen was nieuw. Die stortten niet in dankzij de steunpilaren aan de buitenkant. Ook de techniek van het gekleurde glas maken was nieuw. In kathedralen werden niet alleen kerkdiensten opgedragen, maar er werden veel andere dingen gedaan, zoals scholing. De kathedraalscholen stonden aan de wieg van de universiteiten.
Bijzondere gebeurtenissen
Tijdens de Franse Revolutie werd de Notre-Dame niet vernietigd zoals veel andere christelijke gebouwen, maar omgebouwd tot een Tempel van Rede. In 1804 liet Napoleon zich tot keizer kronen in de opnieuw ingerichte Notre-Dame.
Video's
- Sorbonne en groei van wetenschap in de universiteiten
- Napoleon Bonaprte, zijn kroning in de Notre-Dame en zijn verdere doel