Paardenspoorweg

Uit Wikikids
Versie door Hanssain (overleg | bijdragen) op 22 apr 2022 om 08:59 (Aanvulling)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Paardenspoorweg

Een paardenspoorweg (in het Engels Wagonway), ook bekend als door paarden getrokken spoorweg bestond uit de paarden, uitrusting en sporen die werden gebruikt voor het vervoeren van wagens. Dit ging vooraf aan spoorwegen met stoommachines. De termen plaatweg, tramweg, werden hiervoor ook wel gebruikt. Het voordeel van paardenspoorwegen was dat veel grotere ladingen met dezelfde kracht (aantal paarden) vervoerd konden worden, simpelweg omdat de karren op de rails lichter (soepeler) reden.

Geschiedenis

Het vroegste bewijs is van de 6 tot 8,5 km lange Diolkos geplaveide spoorbaan, die rond 600 v. Chr. boten over de landengte van Korinthe in het Oude Griekenland vervoerde. Wielvoertuigen getrokken door mensen en dieren liepen in groeven gemaakt in kalksteen, die zo het spoorelement vormden, waardoor de wagons niet uit deze route konden lopen. De Diolkos was meer dan 650 jaar in gebruik, tot ten minste de 1e eeuw na Christus. Verharde spoorbanen werden later ook gebouwd door de Romeinen in het Oude Egypte.

Houten sporen

"Hondenkar" met middengeleider

Later werden in 1556 in Duitsland houten planken gebruikt als spoor bij een mijn. Deze lijn gebruikte "Hund"-karren met wielen zonder flens die op de houten planken liepen en een verticale pen op de wagen die in de opening tussen de planken paste om de wagen op de goede weg te houden. De mijnwerkers noemden de wagens Hunde ("honden") vanwege het klapperende lawaai dat ze op de sporen maakten.

Houten wagon op houten spoor

In 1604 voltooide Huntingdon Beaumont de Wollaton paardenspoorweg, gebouwd om steenkool te transporteren van de mijnen in Strelley naar Wollaton Lane End, net ten westen van Nottingham, Engeland. Paardenspoorwegen zijn ook ontdekt tussen Broseley en Jackfield in Shropshire uit 1605, gebruikt door James Clifford om steenkool te vervoeren van zijn mijnen in Broseley naar de rivier de Severn. Mogelijk dat deze iets ouder zijn dan die bij Wollaton.

De Middleton Railway in Leeds, die in 1758 als een paardenspoorweg werd gebouwd, werd later 's werelds eerste echt werkende spoorweg (anders dan kabelbanen), in een verbeterde vorm. In 1764 werd de eerste spoorlijn in Amerika gebouwd in Lewiston, New York als een paardenspoorweg.

Paardenspoorwegen verbeterden het kolentransport doordat één paard 10 tot 13 ton (1 ton = 1000 kg) steenkool per run kon afleveren - een geschatte viervoudige toename. Paardenspoorwegen waren meestal ontworpen om de volgeladen wagons bergafwaarts naar een kanaal of aanlegsteiger te vervoeren en de lege wagons vervolgens terug naar de mijn te brengen.

Metalen sporen

Tot het begin van de Industriële Revolutie werden rails gemaakt van hout, waren ze enkele centimeters breed en werden ze van begin tot eind vastgemaakt op houten blokken of "dwarsliggers", kruiselings geplaatst met tussenpozen van ongeveer een meter. Na verloop van tijd werd het gebruikelijk om ze te bedekken met een dunne platte omhulling of "beplating" van ijzer, om de levensduur te verlengen  en wrijving te verminderen. Dit veroorzaakte meer slijtage aan de houten rollen van de wagons en leidde tegen het midden van de 18e eeuw tot de introductie van ijzeren wielen. De ijzeren bekleding was echter niet sterk genoeg om knikken bij de doorgang van de beladen wagons te weerstaan, dus werden er volledig ijzeren rails uitgevonden.

In 1760 begonnen de Coalbrookdale Iron Works hun houten spoor te versterken met ijzeren staven waarbij werd vastgesteld dat ze de doorgang vergemakkelijken en de kosten verlagen. Als gevolg hiervan begonnen ze in 1767 gietijzeren rails te maken. Deze waren waarschijnlijk 1,83 m lang, met vier uitstekende oren of nokken van 75 mm bij 95 mm om ze aan de houten dwarsliggers te kunnen bevestigen. De rails was 95 mm breed en 30 mm dik.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Paardenspoorweg&oldid=713251"