Angelsaksen: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{werk}} De '''Angelsaksen''' is een verzamelnaam voor de verschillende volkeren die woonden in Groot-Brittannië. De Angelsaksen waren Germaanse s...') |
|||
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{werk}} | {{werk}} | ||
+ | [[Bestand:Anglo-Saxon Pigsty - geograph.org.uk - 5617539.jpg|right|400px|thumb|Hutten uit de Angelsaksische tijd. Deze hutten zijn [[reconstructie]]s. Ze zijn dus later gebouwd om te laten zien hoe de Angelsaksen leefden.]] | ||
De '''Angelsaksen''' is een verzamelnaam voor de verschillende volkeren die woonden in [[Groot-Brittannië]]. De Angelsaksen waren [[Germanen|Germaanse]] stammen die uit Noordwest-Europa kwamen. Zij woonden in [[Denemarken]], Noord-[[Duitsland]] en [[Nederland]]. In de 5e eeuw n.Chr. verhuisden zij naar Groot-Brittannië. | De '''Angelsaksen''' is een verzamelnaam voor de verschillende volkeren die woonden in [[Groot-Brittannië]]. De Angelsaksen waren [[Germanen|Germaanse]] stammen die uit Noordwest-Europa kwamen. Zij woonden in [[Denemarken]], Noord-[[Duitsland]] en [[Nederland]]. In de 5e eeuw n.Chr. verhuisden zij naar Groot-Brittannië. | ||
Regel 52: | Regel 53: | ||
==Bevolking== | ==Bevolking== | ||
===Taal=== | ===Taal=== | ||
+ | [[File:Peterborough.Chronicle.firstpage.jpg|right|300px|thumb|De ''[[Angelsaksische Kroniek]]'' is een beroemd werk geschreven in het Oudengels. Het werk vertelt de geschiedenis van de Angelsaksen. Vermoedelijk is het geschreven tijdens de regeerperiode van koning [[Alfred de Grote]].]] | ||
+ | De Angelsaksen spraken het [[Oudengels]]. Dat is een vroege vorm van het moderne [[Engels]]. Het huidige Engels verschilt heel erg van het Oudengels. Zelfs Engelstaligen kunnen Oudengels niet lezen zonder hulpmiddelen en/of studie. Het moderne Engels heeft namelijk veel woorden uit het [[Frans]]. Die kwamen pas na 1066 in het Engels terecht. Ook zijn [[spelling]], [[grammatica]] en [[uitspraak]] compleet anders. Het Oudengels lag een stuk dichterbij de andere [[Germaanse talen]] zoals [[Nederlands]], [[Fries (taal)|Fries]] en [[Duits]]. | ||
+ | |||
+ | Enkele belangrijke verschillen tussen het Oudengels en moderne Engels zijn: | ||
+ | * [[Naamval]]len en vervoegingen: het Oudengels had vijf naamvallen die elk een eigen vervoeging hadden. Die naamvallen waren min of meer vergelijkbaar met het [[Latijn]]. In het huidige Engels heeft geen vervoegingen voor die naamvallen. | ||
+ | * Zinsvolgorde: door die naamvallen had het Oudengels een minder strikte zinsvolgorde. De naamvallen gaven namelijk de functie van het woord in de zin aan. Hierdoor konden woorden makkelijker verschoven worden. Het huidige Engels heeft regels voor zinsvolgorde. | ||
+ | * Geslacht: in het Oudengels waren er drie grammaticale geslachten (mannelijk, vrouwelijk en onzijdig). Op dat gebied was Oudengels vergelijkbaar met het Duits. [[Lidwoord]]en, [[bijvoeglijk naamwoord]]en en [[voornaamwoord]]en werden ook verbogen. In het huidige Engels zijn er geen grammaticale geslachten. | ||
+ | * Figuurlijk taalgebruik: in het Oudengels werden begrippen vaak op een figuurlijke manier beschreven. Zo was het [[menselijk lichaam]] een ''banhus'' (bottenhuis). Sprekers zagen het lichaam dus als een woning voor je botten. In het huidige Engels zijn dat soort woorden vervangen door [[leenwoord]]en uit onder meer [[Frans]], [[Latijn]] en [[Grieks]]. | ||
+ | |||
+ | Het Oudengels had geen [[standaardtaal]]. Er waren veel dialecten met een verschillende uitspraak en woordenschat. Ook had het Oudengels lang geen schriftelijke taal. Pas in de 8e eeuw ontstond pas echt een Oudengelse schrijftaal. Die verschilde ook nog eens per regio. De meeste overgebleven teksten uit het Oudengels zijn geschreven in het dialect uit Wessex. Na de Normandische invasie van 1066 ontwikkelde het [[Middelengels]] zich uit dat dialect. | ||
===Religie=== | ===Religie=== | ||
Regel 69: | Regel 80: | ||
===Literatuur=== | ===Literatuur=== | ||
+ | [[File:Beowulf_death.png|right|300px|thumb|Wiglaf ziet Beowulf sterven na zijn laatste gevecht met de draak.]] | ||
+ | De Angelsaksische of Oudengelse literatuur is een periode in de [[Engelse literatuur]]. Die periode duurde van de 7e eeuw tot 1066. Vóór de 7e eeuw werden gedichten en verhalen vooral mondeling doorgegeven. Vanaf de 8e eeuw worden die verhalen en gedichten opgeschreven. Veel werken uit het Oudengels zijn verloren gegaan. We hebben dus maar weinig teksten uit die tijd. | ||
+ | |||
+ | Het beroemdste werk uit de Angelsaksische literatuur is het epische gedicht ''[[Beowulf]]''. Vaak wordt dat gedicht gezien als het begin van de Engelse literatuur. ''Beowulf'' werd ergens tussen 975 en 1025 opgeschreven. Vermoedelijk is het gedicht nog ouder en komt het oorspronkelijk uit Scandinavië. Het gedicht verteld het verhaal van de [[Goten|Gotische]] held Beowulf. Hij besluit om de Deense koning Hrotgar te helpen. Beowulf vecht in het gedicht tegen drie vijanden: het monster Grendel, de moeder van Grendel en de draak. Tijdens dat laatste gevecht komt hij om het leven. ''Beowulf'' laat zien hoe Angelsaksische gedichten eruit zagen. Zo maakten de Angelsaksen veel gebruik van [[alliteratie]] (rijm met de eerste lettergrepen van een woord. | ||
+ | |||
+ | Het oudste overgebleven gedicht uit het Oudengels is ''Cædmon's Hymn''. Dat gedicht komt uit de 7e eeuw en is bedacht door de herder Cædmon. Twee andere belangrijke werken zijn de ''Ecclesiastical History of the English People'' van [[Bede]] en de ''[[Angelsaksische Kroniek]]''. Van veel Oudengelse teksten is de schrijver onbekend. Tijdens de periode werden veel werken in het [[Latijn]] geschreven. Dat kwam doordat vaak alleen monniken konden lezen en schrijven. Toch werd vanaf de 8e eeuw steeds meer in het Oudengels geschreven. | ||
===Eten en drinken=== | ===Eten en drinken=== |
Huidige versie van 22 okt 2025 om 16:25
|
|

De Angelsaksen is een verzamelnaam voor de verschillende volkeren die woonden in Groot-Brittannië. De Angelsaksen waren Germaanse stammen die uit Noordwest-Europa kwamen. Zij woonden in Denemarken, Noord-Duitsland en Nederland. In de 5e eeuw n.Chr. verhuisden zij naar Groot-Brittannië.
In de Britse geschiedenis duurde Angelsaksische periode van 450 tot 1066. Voor de komst van de Angelsaksen woonden in Groot-Brittannië voornamelijk Keltische volkeren. Pas van de 8e eeuw is veel bekend over de Angelsaksen. De Angelsaksen spraken Oudengels. Dat is een vroege versie van de Engelse taal zoals we die nu kennen. Tijdens de Angelsaksische periode ontstond ook de Engelse literatuur. Ook kwam het christendom in die periode naar Groot-Brittannië. De Angelsaksen woonden in het huidige Engeland. In Schotland en Wales woonden Keltische volkeren.
De Angelsaksische periode kwam tot een einde met de invasie van Willem de Veroveraar in 1066. Engeland kwam toen onder het bestuur van de Normandiërs te staan.
Verschillende volkeren
De Angelsaksen waren niet één volk. Het is een verzameling van verschillende volkeren. De verzamelnaam is vernoemd naar twee grote volkeren binnen die groep: de Angelen en de Saksen. Onder de Angelsaksen vielen de volgende volkeren:
- De Angelen: zij woonden oorspronkelijk in het zuiden van Denemarken en het uiterste noorden van Duitsland. Hun leefgebied valt ongeveer samen met de huidige deelstaat Sleeswijk-Holstein in Duitsland. In de 5e eeuw trokken zij over zee naar Groot-Brittannië. Hier vestigden zij zich in East Anglia, Mercia en Northumbria. Die drie koninkjes lagen allemaal in het noordoosten van Engeland.
- De Juten: zij woonden oorspronkelijk in Jutland, een regio in Denemarken. Hun leefgebied lag ten noorden van de Angelen. In Groot-Brittannië vestigden zij zich in Kent, in Hampshire en het eiland Wright. De Juten woonden dus in het zuidoosten van Engeland.
- De Saksen: zij woonden in een groot deel van Duitsland. In dit geval hebben wij het over de Saksen in het noorden van Duitsland. Zij woonden in het gebied tussen de steden Bremen en Hamburg. De Saksen vestigden zich in het midden en zuiden van Engeland. Hier stichtten zij de koninkrijken Wessex, Sussex en Essex. De uitgang "sex" verwijst ook naar de Saksen (Saxons).
- De Friezen: zij woonden in Nederland en de Duitse regio Oost-Friesland. De Friezen verhuisden in mindere mate naar Groot-Brittannië. Zij hadden niet eerst een gebied waar zij zich vestigden.
Geschiedenis
Ontstaan
Het is onduidelijk wanneer die volkeren precies naar Groot-Brittannië verhuisden. Vaak wordt gezegd dat de Angelsaksische migratie ergens tussen 400 en 450 n.Chr. begon. Er zijn verschillende redenen waarom de Angelsaksen naar Groot-Brittannië gingen. In Groot-Brittannië was voor die tijd al een Angelsaksische bevolking. De Romeinen hadden Angelsaksen uit West-Europa gehaald om hen te beschermen tegen de Picten en de Schotten.
In Noordwest-Europa en Scandinavië had men te maken met overstromingen. Ook waren er veel moerassen. Landbouw was daardoor erg moeilijk. In Engeland was de grond een stuk vruchtbaarder en minder nat. Een andere reden was (mogelijk) overbevolking. Sommige bronnen geven aan dat sommige stammen andere stammen dwongen om te verhuizen naar Groot-Brittannië. Zij verdrongen hen uit hun leefgebied, omdat er een tekort aan grond en andere hulpbronnen was.
Een andere reden was de situatie in Groot-Brittannië. Na de val van het Romeinse Rijk was er niet echt één volk dat de baas was in Groot-Brittannië. Hierdoor zagen de Angelsaksen de mogelijkheid om hun grondgebied uit te breiden.
De Angelsakische migratie vond plaats op grote schaal. Het waren niet alleen krijgers die naar Groot-Brittannië. Zij namen ook hun gezinnen mee. De migratie was dus niet iets tijdelijks, maar iets voor altijd.
De Heptarchie

De Angelsaksen stichtten in Groot-Brittannië verschillende koninkrijkjes. Hiervan zijn zeven koninkrijken belangrijk:
- Koninkrijk Wessex
- Koninkrijk Essex
- Koninkrijk Sussex
- Koninkrijk Kent
- Koninkrijk East Anglia
- Koninkrijk Mercia
- Koninkrijk Northumbria
Die zeven koninkrijken werden samen de heptarchie genoemd. Dat woord is afgeleid van het Latijnse woord voor zeven, omdat er zeven koninkrijken waren. Naast die zeven koninkrijken waren er ook kleinere koninkrijkjes die een korte tijd bestonden. Voorbeelden zijn Lindsey, Middle Anglia, Hwicce en Surrey. Geschiedenisboeken richten zich vooral op de heptarchie.
Niet alle zeven koninkrijken waren even belangrijk. Kent was oorspronkelijk een heel belangrijk koninkrijk. Sussex en Essex waren een stuk minder belangrijk. Kent verloor later haar invloed. Hierna had Mercia een lange tijd de macht in handen. Uiteindelijk wist Wessex om het meest belangrijke koninkrijk van Groot-Brittannië te worden. Koning Egbert van Wessex wist om Mercia te verslaan in 825. De Angelsaksen hadden hierdoor voor het eerst een duidelijke leider.
Verspreiding van het christendom

De Angelsaksen geloofden in natuurgodsdiensten. Ook de Keltische volkeren in Groot-Brittannië geloofden in mythologieën. De Angelsaksen namen dan ook de Germaanse mythologie mee naar Groot-Brittannië. In de eerste eeuwen beoefenden zij die religie. Dat veranderde in 595. Toen kwam Augustinus van Canterbury aan in Groot-Brittannië. Van paus Gregorius I kreeg hij de opdracht om het koninkrijk Kent te bekeren tot het christendom. De koning van Kent stond daarvoor open. Hij was namelijk getrouwd met een christelijke prinses uit Frankrijk. Zijn opvolger zich uiteindelijk tot het christendom bekeren.
Vanuit Kent werd de rest van Groot-Brittannië bekeerd tot het christendom. Het christendom bracht ook het Latijnse schrift naar de Angelsaksen. Voorheen gebruikten de Angelsaksen het runenschrift. Vanaf de 7e eeuw werd het runenschrift vervangen door het Latijnse alfabet.
Wessex als machtscentrum
De Danelaw
Normandische invasie van Engeland
Bevolking
Taal

De Angelsaksen spraken het Oudengels. Dat is een vroege vorm van het moderne Engels. Het huidige Engels verschilt heel erg van het Oudengels. Zelfs Engelstaligen kunnen Oudengels niet lezen zonder hulpmiddelen en/of studie. Het moderne Engels heeft namelijk veel woorden uit het Frans. Die kwamen pas na 1066 in het Engels terecht. Ook zijn spelling, grammatica en uitspraak compleet anders. Het Oudengels lag een stuk dichterbij de andere Germaanse talen zoals Nederlands, Fries en Duits.
Enkele belangrijke verschillen tussen het Oudengels en moderne Engels zijn:
- Naamvallen en vervoegingen: het Oudengels had vijf naamvallen die elk een eigen vervoeging hadden. Die naamvallen waren min of meer vergelijkbaar met het Latijn. In het huidige Engels heeft geen vervoegingen voor die naamvallen.
- Zinsvolgorde: door die naamvallen had het Oudengels een minder strikte zinsvolgorde. De naamvallen gaven namelijk de functie van het woord in de zin aan. Hierdoor konden woorden makkelijker verschoven worden. Het huidige Engels heeft regels voor zinsvolgorde.
- Geslacht: in het Oudengels waren er drie grammaticale geslachten (mannelijk, vrouwelijk en onzijdig). Op dat gebied was Oudengels vergelijkbaar met het Duits. Lidwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en voornaamwoorden werden ook verbogen. In het huidige Engels zijn er geen grammaticale geslachten.
- Figuurlijk taalgebruik: in het Oudengels werden begrippen vaak op een figuurlijke manier beschreven. Zo was het menselijk lichaam een banhus (bottenhuis). Sprekers zagen het lichaam dus als een woning voor je botten. In het huidige Engels zijn dat soort woorden vervangen door leenwoorden uit onder meer Frans, Latijn en Grieks.
Het Oudengels had geen standaardtaal. Er waren veel dialecten met een verschillende uitspraak en woordenschat. Ook had het Oudengels lang geen schriftelijke taal. Pas in de 8e eeuw ontstond pas echt een Oudengelse schrijftaal. Die verschilde ook nog eens per regio. De meeste overgebleven teksten uit het Oudengels zijn geschreven in het dialect uit Wessex. Na de Normandische invasie van 1066 ontwikkelde het Middelengels zich uit dat dialect.
Religie
Staatsinrichting
Huizen en dorpen
Vrouwen en kinderen
Slavernij
Kunst en cultuur
Architectuur
Beeldende kunst
Literatuur
De Angelsaksische of Oudengelse literatuur is een periode in de Engelse literatuur. Die periode duurde van de 7e eeuw tot 1066. Vóór de 7e eeuw werden gedichten en verhalen vooral mondeling doorgegeven. Vanaf de 8e eeuw worden die verhalen en gedichten opgeschreven. Veel werken uit het Oudengels zijn verloren gegaan. We hebben dus maar weinig teksten uit die tijd.
Het beroemdste werk uit de Angelsaksische literatuur is het epische gedicht Beowulf. Vaak wordt dat gedicht gezien als het begin van de Engelse literatuur. Beowulf werd ergens tussen 975 en 1025 opgeschreven. Vermoedelijk is het gedicht nog ouder en komt het oorspronkelijk uit Scandinavië. Het gedicht verteld het verhaal van de Gotische held Beowulf. Hij besluit om de Deense koning Hrotgar te helpen. Beowulf vecht in het gedicht tegen drie vijanden: het monster Grendel, de moeder van Grendel en de draak. Tijdens dat laatste gevecht komt hij om het leven. Beowulf laat zien hoe Angelsaksische gedichten eruit zagen. Zo maakten de Angelsaksen veel gebruik van alliteratie (rijm met de eerste lettergrepen van een woord.
Het oudste overgebleven gedicht uit het Oudengels is Cædmon's Hymn. Dat gedicht komt uit de 7e eeuw en is bedacht door de herder Cædmon. Twee andere belangrijke werken zijn de Ecclesiastical History of the English People van Bede en de Angelsaksische Kroniek. Van veel Oudengelse teksten is de schrijver onbekend. Tijdens de periode werden veel werken in het Latijn geschreven. Dat kwam doordat vaak alleen monniken konden lezen en schrijven. Toch werd vanaf de 8e eeuw steeds meer in het Oudengels geschreven.