Titoïsme
Het titoïsme, soms ook het Joegoslavisch communisme, is een stroming van het communisme. Het is het gedachtegoed van de Joegoslavische leider Josip Broz Tito. Hij leidde het land tussen 1945 en 1980. Het ontstond in 1948, toen Tito ruzie kreeg met Josef Stalin over de koers van het communisme. Het communisme in Joegoslavië zag er anders uit dan in andere Oost-Europese landen.
Het titoïsme had een grote invloed op de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. Dit land lag op de Balkan en bestond uit Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië, Kosovo en Noord-Macedonië. In deze landen speelt het titoïsme nog steeds een (kleine) rol.
Ideologie
Economie
Op het gebied van economie verschilt het titoïsme met andere soorten communisme. In veel communistische landen had de overheid de gehele economie in handen. De overheid plande deze economie met plannen voor een aantal jaren (een planeconomie). Een voorbeeld zijn de vijfjarenplannen in de Sovjet-Unie. In kapitalistische landen bemoeit de overheid zich veel minder met de economie. Bedrijven en personen kunnen zelf beslissingen maken (een vrijemarkteconomie). Het titoïsme zoekt een minderweg tussen deze twee soorten economieën. Het titoïsme kan gezien worden als marktsocialisme. Dit betekent dat de overheid een grote rol speelt in de economie, maar er ook zelfstandige bedrijven zijn. Hierdoor kon Joegoslavië zowel met het oosten als het westen handelen. In Joegoslavië waren er ook westerse bedrijven actief, wat in de rest van Oost-Europa vaak niet het geval was.
Een ander idee is arbeiderszelfbestuur; oftewel "democratie op de werkvloer". Normaal gesproken worden de beslissingen vaak genomen door de baas van een bedrijf. Hij/zij kan naar zijn werknemers luisteren, maar hoeft hun advies niet op te volgen. Bij arbeiderszelfbestuur stemmen de werknemers van een bedrijf over beslissingen. De werknemers hebben dus inspraak hoe een bedrijf gerund werd. In Joegoslavië was dit het geval; werknemers konden een bestuur kiezen. Om in dit bestuur te komen moest je alleen wel toestemming hebben van van de Joegoslavische Communistenbond.
(Inter)nationalisme
Volgens Tito waren socialisme en communisme "internationaal". Dit betekent dat er geen grenzen zijn. Tito was het daarom oneens met Jozef Stalin, die vooral het socialisme in de Sovjet-Unie wilde versterken (socialisme in één land). Volgens Tito moesten communisme en socialisme actief verspreid worden over de wereld. Dit moest gebeuren op een vreedzame manier. In 1961 werd daarom de Beweging van Niet-Gebonden Landen gesticht. De Beweging van Niet-Gebonden Landen was ook een neutrale organisatie. De lidstaten wilden zich niet bemoeien met de Koude Oorlog en kozen geen van beide kanten. Joegoslavië was hierdoor ook een neutraal land.
Daarnaast geloofde Tito niet in nationalisme. Joegoslavië bestond uit meerdere volkeren, zoals Kroaten, Serviërs, Slovenen en ook Hongaarse en Albanese minderheden. Hij had er geen problemen mee als een Bosniër zich "Bosnisch" voelde in plaats van "Joegoslavisch". De verschillende volkeren hadden dan ook een grote mate van zelfbestuur. Aan de andere kant wilde Tito wel een "gemeenschappelijke Joegoslavische identiteit", maar deze identiteit moest zowel de verschillen als overeenkomsten benadrukken.