Geschiedenis van de Efteling: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
Regel 31: Regel 31:
 
# De Kikkerkoning
 
# De Kikkerkoning
 
# De Magische Klok
 
# De Magische Klok
Daarnaast waren er ook een kinderbad, vier tennisbanen en een huisje waar mensen souvernirs konden kopen. Bezoekers betaalden 80 cent (nu €0,36) voor een toegangskaartje.
+
Daarnaast waren er ook een kinderbad, vier tennisbanen en een huisje waar mensen souvernirs konden kopen. Bezoekers betaalden 80 [[Nederlandse gulden|guldencent]] (nu 36 [[euro]]cent) voor een toegangskaartje.
   
 
Al snel werd de Efteling bekend in heel Nederland. In het eerste jaar kwamen er 220.000 bezoekers naar het park. Dit enorme succes zorgt voor een snelle groei. Er kwamen een aantal nieuwe sprookjes bij, zoals [[Hans en Grietje]], [[de Vliegende Fakir]] en [[Roodkapje]]. In 1953 opende een café-restaurant en het openluchtzwembad. Ook kwam er een Kinderspoor met traptreintjes en een oud-Hollands dorpsplein vernoemd naar Anton Pieck; het [[Anton Pieckplein]]. Het park zorgt ervoor dat veel mensen kunnen werken en er wordt veel verdiend door al die [[toerist]]en. De miljoenste bezoeker werd al verwelkomd in 1954. In 1956 wordt een [[stoomcarrousel]] gekocht en deze krijgt een mooie plek in het park. In 1959 kwam [[Holle Bolle Gijs]]. Deze werd beroemd over de hele wereld.
 
Al snel werd de Efteling bekend in heel Nederland. In het eerste jaar kwamen er 220.000 bezoekers naar het park. Dit enorme succes zorgt voor een snelle groei. Er kwamen een aantal nieuwe sprookjes bij, zoals [[Hans en Grietje]], [[de Vliegende Fakir]] en [[Roodkapje]]. In 1953 opende een café-restaurant en het openluchtzwembad. Ook kwam er een Kinderspoor met traptreintjes en een oud-Hollands dorpsplein vernoemd naar Anton Pieck; het [[Anton Pieckplein]]. Het park zorgt ervoor dat veel mensen kunnen werken en er wordt veel verdiend door al die [[toerist]]en. De miljoenste bezoeker werd al verwelkomd in 1954. In 1956 wordt een [[stoomcarrousel]] gekocht en deze krijgt een mooie plek in het park. In 1959 kwam [[Holle Bolle Gijs]]. Deze werd beroemd over de hele wereld.

Versie van 23 apr 2024 10:49

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.

De geschiedenis van de Efteling gaat over de geschiedenis van het Nederlandse attractiepark de Efteling.

Van weide tot sport- en wandelpark

Zo zou het gebied er, voordat er een park was, ongeveer uitgezien hebben

Lang geleden, in de buurt van een dorpje genaamd Kaatsheuvel, was er eens een stuk weide waarop vliegdennen groeiden. In de jaren 1930 ging het economisch niet goed met Nederland. Er waren veel werklozen en er was weinig leuks te doen voor kinderen en gezinnen. Hier moest iets op worden bedacht. Aangezien de kerk een belangrijke rol had in het dagelijks leven en de vrije tijd van mensen, kwamen een pastoor, een kapelaan en de voorzitter van de plaatselijke voetbalvereniging op het idee om een sport- en wandelpark aan te leggen op de zandgronden ten zuiden van Kaatsheuvel, in de gemeente Loon op Zand. Een jaar later werd het rooms-katholieke sport- en wandelpark aangelegd. Er kwam een voetbalveld, twee oefenvelden en een weide waarop kinderen konden spelen. In de jaren daarna kwam er ook een speeltuin bij met een draaimolen, een glijbaan, een kabelbaan, een ponybaan en een wielerbaan. En toen brak in 1940 de Tweede Wereldoorlog uit. Ondanks deze oorlog bleef het park open en werd er nog steeds gevoetbald, gespeeld en gewandeld.

Op een gegeven moment, in 1948, ging de voorzitter van het kerkbestuur met dit park bemoeien. Hij wilde dat er in Loon op Zand meer activiteiten konden worden gedaan. Het gemeentebestuur kreeg het idee dat de gemeente zich misschien niet moet richten op industrie, maar meer op het aantrekken van mensen uit andere dorpen en steden. Loon op Zand moest aantrekkelijk worden zodat mensen van andere plekken naar de gemeente zouden komen. Daardoor ontstonden plannen om het sport- en wandelpark nabij Kaatsheuvel uit te breiden.

In Waalwijk, een plaatsje verderop, kwam tegelijkertijd de schoenindustrie tot bloei. Omdat het zo goed ging met deze industrie, werd besloten om een tentoonstelling te houden over schoenen. Nu moest er nog een plek worden gekozen waar deze tentoonstelling kon worden gehouden. Uiteindelijk werd gekozen om de tentoonstelling te houden op het sport- en wandelpark ten zuiden van Kaatsheuvel. Er werd een ingang gebouwd: twee muren met een poort in het midden. Nu kon de tentoonstelling beginnen. De tentoonstelling werd een groot succes!

Reinier van der Heijden was burgemeester van Loon op Zand en hij werd geïnteresseerd in het park. Hij wilde het park verder ontwikkelen, vooral voor mensen om leuke dingen te doen. Samen met een pastoor en kapelaan bedachten ze een groot plan voor een sport-, recreatie- en natuurpark met heuvels en plekken met water. Ze kregen geld van de provincie en de gemeente om dat plan uit te voeren. Nadat er grond werd gekocht en een architect was gevonden, kon de aanleg van het park beginnen! In 1951 werd natuurpark de Efteling geopend. Er waren nu parkeervelden, sportvelden, een theehuis, nieuwe speeltoestellen en er was ook een vijver. Er kwamen in 1951 zo'n 50.000 bezoekers naar het park.

Van natuurpark tot Sprookjesbos

Anton Pieck in zijn werkkamer

Op een familiefeest overtuigde burgemeester Reinier van der Heijden zijn zwager, Peter Reijnders (getrouwd met Lène Perquin), te overtuigen om samen na te denken over manieren om het park aantrekkelijker te maken. Het idee van een sprookjestuin ontstond door de vrouw van de burgemeester, Betty Perquin. Zij werd geïnspireerd door de tijdelijke sprookjestuin die dat jaar door Philips in Eindhoven was aangelegd.

Peter Reijnders werkte op dat moment bij Philips en bedacht allerlei manieren om sprookjes uit te beelden en tot leven te laten komen. Voor de vormgeving en het uiterlijk van de sprookjes nam hij contact op met Anton Pieck, een bekende illustrator van sprookjesboeken. Eerst was Anton Pieck niet enthousiast, omdat hij twijfelde aan de kwaliteit waarmee men het sprookjespark wil opbouwen.

Aanhalingsteken openen Het was gek, ik had gedacht: dat wordt een groot fiasco. En ik had ook gedacht dat als ik een jaar later nog is in de buurt van Kaatsheuvel kwam, dat ik dan een beetje moest oppassen omdat het een grote mislukking zou worden.
Aanhalingsteken sluiten

Peter Reijnders besloot zelf naar Anton Pieck te gaan. In 15 minuten vertelde hem alles over zijn plannen. Anton Pieck dacht eerst dat er kartonnen sprookjes zouden komen in felle kleuren, maar Peter Reijnders beloofde hem dat bij de bouw van het Sprookjesbos alleen zou worden gewerkt met materialen die authentiek zijn. Dus echte oude stenen, echte dakpannen en echte houten balken. Peter Reijnders beloofde dat alles zo gebouwd ging worden, dat mensen zouden denken dat de sprookjes niet eerst getekend waren door Anton Pieck, maar dat Anton Pieck de sprookjes had nagetekend. Peter Reijnders kon goed praten en was erg enthousiast. Hij wist Anton Pieck uiteindelijk over te halen.

Anton Pieck maakte zo'n 1500 schetsen en tekeningen voor vele bouwwerken, sprookjesfiguren en decoraties. Peter Reijnders, Anton Pieck en hun opdrachtgever vanuit de gemeente moesten wel snel werken, want het Sprookjesbos moest namelijk al in mei 1952 geopend worden. De opening van het Sprookjesbos vond uiteindelijk plaats op 31 mei 1952. Er waren toen 10 sprookjes:

  1. Het kasteel van Doornroosje
  2. Het Paddenstoelendorp
  3. Langnek (uit het sprookje van de zes dienaren)
  4. Een tak met daarop De Chinese Nachtegaal
  5. De Sprekende Papegaai
  6. De put van Vrouw Holle
  7. Kleine Boodschap
  8. De grot van Sneeuwwitje
  9. De Kikkerkoning
  10. De Magische Klok

Daarnaast waren er ook een kinderbad, vier tennisbanen en een huisje waar mensen souvernirs konden kopen. Bezoekers betaalden 80 guldencent (nu 36 eurocent) voor een toegangskaartje.

Al snel werd de Efteling bekend in heel Nederland. In het eerste jaar kwamen er 220.000 bezoekers naar het park. Dit enorme succes zorgt voor een snelle groei. Er kwamen een aantal nieuwe sprookjes bij, zoals Hans en Grietje, de Vliegende Fakir en Roodkapje. In 1953 opende een café-restaurant en het openluchtzwembad. Ook kwam er een Kinderspoor met traptreintjes en een oud-Hollands dorpsplein vernoemd naar Anton Pieck; het Anton Pieckplein. Het park zorgt ervoor dat veel mensen kunnen werken en er wordt veel verdiend door al die toeristen. De miljoenste bezoeker werd al verwelkomd in 1954. In 1956 wordt een stoomcarrousel gekocht en deze krijgt een mooie plek in het park. In 1959 kwam Holle Bolle Gijs. Deze werd beroemd over de hele wereld.

De bezoekersaantallen bleven maar stijgen en stijgen. De burgemeester ziet veel kansen en mogelijkheden en koopt grote stukken grond rondom het park. Anton Pieck en Peter Reijnders bezochten het park regelmatig en werkten mee aan de vele creatieve ideeën die in hen opkwamen. In 1966 werd De Indische Waterlelies geopend. Dit sprookje werd geschreven door koningin Fabiola van België. Eigenlijk was de Efteling toen al geen sportpark meer. Er werd nog alleen gericht op toerisme. Vanaf 1969 reed de eerste stoomtrein met locomotief Aagje door het park en in 1971 kwam het Diorama, een wereld in miniatuur waarin de tekeningen van Anton Pieck tot leven kwamen. De Efteling ontving in 1972 de Pomme d'Or, de eerste grote internationale onderscheiding.

In de jaren 1970 vertrekken steeds meer mensen die vanaf het begin bij de Efteling betrokken waren. Zo vertrekt Peter Reijders in 1970, Reinier van der Heijden in 1972 en Anton Pieck in 1975. Ton van de Ven werd de nieuwe ontwerper van de Efteling. Hij nam het stokje over van Anton Pieck. In 1978 opende het Spookslot, het eerste grote project van Ton van de Ven.

Van Sprookjesbos tot attractiepark

In de jaren 1980 daalden de bezoekersaantallen. Er werd een nieuwe koers opgegaan. In plaats van alleen te richten op sprookjes, kwamen er ook plannen voor andere attracties. Er werd een achtbaan gebouwd, de Python. Dit was de eerste stalen achtbaan van Europa. Toen deze achtbaan in 1981 werd geopend, was het gelijk een groot succes. Tegelijk met de Python werd de Gondoletta aangelegd. Eigenlijk waren de bootjes bedoeld voor de attractie Fata Morgana, die ze daar wilden bouwen, maar uiteindelijk bleek de plek niet groot genoeg te zijn voor de attractie. Gelukkig vonden mensen de bootjes zo ook al gewoon leuk, dus bleef het bestaan als zelfstandige attractie. Doordat de Python zo'n groot succes was, ging de Efteling zich meer richten op adolescenten en (jong)volwassenen. Zo werd in 1982 de Halve Maen geopend, toen het grootste schommelschip ter wereld. Later werd ook de Piraña, de Bob en de Pegasus geopend. Attracties zoals Carnaval Festival, Polka Marina en De Oude Tuffer waren meer bedoeld voor gezinnen met kleine kinderen.

Daarna keerde de Efteling weer terug naar het sprookjesthema in plaats van alleen maar achtbanen en attracties. In 1986 opende Fata Morgana, nadat hier meer dan 5 jaar over werd gedaan. Later kwam het Volk van Laaf. Dit sprookje was helemaal geschreven door Ton van de Ven. In 1991 ontving de Efteling haar 50 miljoenste bezoeker.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Geschiedenis_van_de_Efteling&oldid=854787"