Islamitische kalender

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Islamitische kalender uit de 19e eeuw

De islamitische jaartelling is de jaartelling die begint met het jaar waarin de hidjra of de verhuizing van de profeet Mohammed van Mekka naar Medina plaatsvond en wordt zo binnen de islam gebruikt voor de bepaling van bepaalde feest- en vastendagen.

Het islamitische jaar telt 12 maanmaanden en is daardoor ongeveer 11 dagen korter dan het zonnejaar. Dit houdt in dat de islamitische jaartelling langzaam inloopt op de christelijke. Dit veroorzaakt bijvoorbeeld dat de Ramadan, het suikerfeest en het offerfeest ieder jaar anderhalve week vroeger vallen.

Maanden

Van alle maanden van de islamitische kalender is ramadan de heiligste. In die maand moeten alle moslims gedurende de dag (van zonsopgang tot zonsondergang) vasten.

De islamitische maanden hebben de volgende namen:

  1. Muharram ul Haram (of korter Muharram) محرّم
  2. Safar صفر
  3. Rabi'-ul-Awwal (Rabi' I) ربيع الأول
  4. Rabi'-ul-Akhir (of Rabi' al-THaany) (Rabi' II) ربيع الآخر أو ربيع الثاني
  5. Jumaada-ul-Awwal (Jumaada I) جمادى الأول
  6. Jumaada-ul-Akhir (of Jumaada al-THaany) (Jumaada II) جمادى الآخر أو جمادى الثاني
  7. Rajab رجب
  8. Sha'aban شعبان
  9. Ramadhan رمضان
  10. Shawwal شوّال
  11. Dhul Qadah ذو القعدة (of Thw al-Qi'dah)
  12. Dhul Hijja ذو الحجة (of Thw al-Hijjah)

Dagen van de week

De islamitische dagen van de week volgen de joodse en christelijke volgorde, beginnende met zondag en eindigend met zaterdag. De vrijdag, de wekelijkse dag van samenkomst, is dus niet de eerste of de laatste dag van de week. Ook is het in tegenstelling tot de joodse Sabbat en de christelijke zondag géén rustdag, hoewel in sommige islamitische landen het openbare leven stil ligt en bedrijven al vanaf donderdagmiddag gesloten zijn.

  1. yaum al-ahad يوم الأحد (eerste dag)
  2. yaum al-ithnayna يوم الإثنين (tweede dag)
  3. yaum ath-thalatha' يوم الثُّلَاثاء (derde dag)
  4. yaum al-arba'a' يوم الأَرْبعاء (vierde dag)
  5. yaum al-khamis يوم خَمِيس (vijfde dag)
  6. yaum al-jum'a يوم الجُمْعَة ("verzameldag")
  7. yaum as-sabt يوم السَّبْت ("sabbatdag")

Het jaar 0

Anders dan in het christendom geldt het geboortejaar van de profeet Mohammed niet als het jaar 0. Dat is het jaar waarin Mohammed moest vluchten voor zijn vijanden uit Mekka. Daarna werd hij leider van de stad Medina, waarna hij later Mekka heeft kunnen veroveren. Het jaar 622 na Christus geldt als het islamitische jaar 0.

Feestdagen

  1. 1 moharram: Nieuwjaar
  2. 10 moharram: Asjoera
  3. 12 rabi' I: Mawlid an-Nabi
  4. nacht van 26 op 27 radjab: Nachtreis
  5. nacht van 14 op 15 sja'baan: Laylat al-Baraat
  6. 1 ramadan - 29 of 30 ramadan: Vastenmaand
  7. nacht van 26 op 27 ramadan: Laylat al-Qadr
  8. 1 shawwal: Eid al-Fitr (Suikerfeest)
  9. 10 dzoe'l hidja: Eid al-Adha (Offerfeest)

Videoclip

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Islamitische_kalender&oldid=822229"