Twaalf Apostelen
Aan het begin van zijn prediking kiest Jezus uit zijn volgelingen een aantal apostelen. De twaalf apostelen zijn als volgt:
- Simon Petrus, hij wordt vaak de belangrijkste woordvoerder van de volgelingen van Jezus
- Andreas
- Judas Iskariot, ook hij wordt gekozen door Jezus
- Simon de Zeloot
- Jacobus zoon van Alfeüs
- Jacobus zoon van Zebudeüs
- Johannes, hij zal later ook bekend worden vanwege zijn evangelie
- Mattheus, hij was een tollenaar. Soms wordt gedacht dat hij een evangelie heeft geschreven
- Judas Taddeüs
- Thomas
- Bartolomeüs
- Filippus
- Matthias kwam erbij na de zelfmoord van Judas Iskariot.
Naast deze apostelen had Jezus nog een aantal volgelingen. Een aantal vrouwen speelden daarin een vooraanstaande rol. Dat waren Maria, de moeder van Jezus en vooral Maria Magdalena. Deze laatste staat ook bekend als apostel der apostelen. Ze wordt 12 maal genoemd in de 4 evangeliën (er waren ook 12 apostelen) en zij was erbij toen Jezus werd gekruisigd en was de eerste die met Jezus sprak na zijn opstanding met Pasen.
Nadat Jezus Christus was opgestaan uit de dood en later naar de Hemel is gegaan, ofwel de Hemelvaart, moesten de leerlingen van Jezus het verhaal verder vertellen. Ze kregen een bijzondere ervaring van de Heilige Geest. Deze ervaring wordt nog ieder jaar met Pinksteren gevierd en wordt gezien als het begin van de christelijke kerk. De Hemelvaart van Jezus Christus wordt nog steeds gevierd met Hemelvaartsdag.