Carl Linnaeus

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wetenschapper
Carl von Linné, 1707-1778, botanist, professor (Alexander Roslin) - Nationalmuseum - 15723.tif
Carl von Linné door Alexander Roslin , 1775
Persoonlijke info
Volledige naam Carl Linnaeus
Bijnaam Prins van botanici
Pseudoniem Carolus Linnæus, Carolus a Linné
Geboren 23 mei 1707
Geboorteplaats Råshult, parochie Stenbrohult (nu in de gemeente Älmhult)
Geboorteland Vlag van Zweden Zweden
Overleden 10 januari 1778 (70 jaar)
Overleden te Hammarby (landgoed), Danmark parochie (buiten Uppsala), Vlag van Zweden Zweden
Gehuwd met /
relatie
Sara Elisabeth Moraea (getrouwd in 1739)
Bekend van
Vakgebied Biologie, Plantkunde, Zoölogie, Taxonomie
Actief 1727-1778
Bekend van Nomenclatuur van plant en dier
Portaal Portal.svg Wetenschap


Carl Linnaeus werd geboren op 23 mei 1707 en overleed op 10 januari 1778. Hij is ook bekend (na zijn verheven worden in de adellijke stand in 1761) als Carl von Linné. Hij was een Zweedse botanicus, zoöloog, taxonoom en arts die het moderne systeem voor het benoemen van organismen uitwerkte. Hij staat bekend als de "vader van de moderne taxonomie ". Veel van zijn geschriften waren in het Latijn; zijn naam wordt in het Latijn weergegeven als Carolus Linnæus en met zijn adellijke naam Carolus a Linné.

Levensloop

Linnaeus werd geboren in Råshult, het platteland van Småland, in het zuiden van Zweden. Al in zijn vroege jaren leek Linnaeus een voorliefde te hebben voor planten, met name bloemen. Zijn vader Nils vertelde hem hun namen. Al snel kreeg Linnaeus zijn eigen stukje aarde waar hij planten kon kweken. Ook op de lagere school (nu basisschool) werd hij aangemoedigd om met planten te werken en ze te bestuderen. Johan Rothman, de staatsdokter van Småland en een leraar aan Katedralskolan (een gymnasium ) in Växjö bracht hem op het pad van de botanie en geneeskunde.

Hij ontving het grootste deel van zijn hogere opleiding aan de Universiteit van Uppsala en begon daar in 1730 colleges in de botanie (plantkunde) te geven. In Uppsala ontmoette Linnaeus een nieuwe weldoener, Olof Celsius, die een professor in de theologie en een amateur-botanicus was. Hij ontving Linnaeus in zijn huis en stond hem toe zijn bibliotheek te gebruiken, een van de rijkste botanische bibliotheken van Zweden. Tijdens die winter begon Linnaeus te twijfelen aan het classificatiesysteem van zijn voorganger Tournefort en besloot hij er zelf een te maken. Linnaeus maakte een reis naar Lapland en hoopte nieuwe planten, dieren en mogelijk waardevolle mineralen te vinden. Tijdens de expeditie naar Lapland gebruikte Linnaeus Latijnse namen om zo'n 100 nieuw ontdekte organismen te beschrijven. Hij schreef in het 'Flora Lapponica' zijn nieuwe ideeën over nomenclatuur (naamgeving) en classificatie (indelen van de soorten) voor het eerst op een praktische manier gebruikt, waardoor dit de eerste proto-moderne Flora (plantkunde handboek) werd.

systema Naturae

Tussen 1735 en 1738 woonde hij in Harderwijk in Nederland, waar hij studeerde en ook de eerste editie van zijn 'Systema Naturae' in Nederland uitbracht. Hij ontmoette er in Amsterdam Herman Boerhaave. Ook ontmoette hij de botanicus Johannes Burman. Ook bezocht hij de botaaniscbe tuin landgoed Hartekamp in Heemstede waar hij planten uit de Oost, meegebracht door de VOC, leerde kennen. Speeltuin de Linaeushof dankt er nog zijn naam aan. Vervolgens maakt hij een uitstapje naar Engeland en bracht planten mee terug naar Heemstede. Daarna keerde hij terug naar Zweden, waar hij hoogleraar geneeskunde en botanie werd in Uppsala. In de jaren 1740 werd hij op verschillende reizen door Zweden gestuurd om planten en dieren te vinden en te classificeren (kijken naar allerlei kenmerken en proberen te bepalen welk dier of plant het is, wat bij elkaar hoort en het geven van namen). In de jaren 1750 en 1760 ging hij door met het verzamelen en classificeren van dieren, planten en mineralen, terwijl hij verschillende boeken hierover publiceerde. Hij was een van de meest geprezen wetenschappers in Europa op het moment van zijn dood.

Filosoof Jean-Jacques Rousseau stuurde hem de boodschap: "Zeg hem dat ik geen grotere man op aarde ken."  Johann Wolfgang von Goethe schreef: "Met uitzondering van Shakespeare en Spinoza ken ik niemand onder de niet meer levende mensen die mij sterker heeft beïnvloed."  De Zweedse auteur August Strindberg schreef: "Linnaeus was in werkelijkheid een dichter die toevallig een natuuronderzoeker werd." Hij werd ook 'Princeps botanicorum' (Prins van botanici) en "De Plinius van het Noorden" genoemd. Hij wordt ook beschouwd als een van de grondleggers van de moderne ecologie.

In de botanie (plantkunde) en zoölogie (dierkunde) wordt de afkorting L. gebruikt om Linnaeus aan te duiden als de bedenker voor de naam van een soort. In oudere publicaties is de afkorting "Linn." ook wel gevonden. De overblijfselen van Linnaeus vormen het zogeheten type-exemplaar voor de soort Homo sapiens volgens de International Code of Zoological Nomenclature, aangezien hijzelf het enige exemplaar was waarvan bekend is dat hij het heeft onderzocht.

'Apostelen'

Botanische tuin in Ursula

Zijn studenten die hem vergezelde op tochten binnen Zweden noemde hij apostelen. Zij zouden na zijn dood het onderzoekswerk voortzetten. Van over de hele wereld werden er planten en dieren verzameld.

Classificatiesysteem

Het Linneaanse systeem classificeerde de natuur binnen een geneste hiërarchie (soort stamboom), beginnend met drie koninkrijken. Koninkrijken werden verdeeld in klassen en zij op hun beurt in orden, en vandaar in geslachten (enkelvoud: geslacht), die werden verdeeld in soorten (enkelvoud: soorten). Onder de soortrang herkende hij soms taxa van een lagere (naamloze) rang; deze hebben sindsdien gestandaardiseerde namen gekregen, zoals variëteit in plantkunde en ondersoorten in de dierkunde. Moderne taxonomie omvat een familierang tussen orde en geslacht en een rangorde van phylumtussen koninkrijk en klasse die niet aanwezig waren in het oorspronkelijke systeem van Linnaeus. Hij zocht naar waarneembare kenmerken en probeerde relaties te vinden die een groep kenmerken. Tegenwoordig zijn de indelingen op sommige plekken aangepast op grond van resultaten uit DNA onderzoek.

Linnaeus was de eerste die mensen onder de primaten classificeerde. Dit 'tegen het zere been' van de theologen (bijbelgeleerden), want dit ging natuurlijk in tegen het scheppingsverhaal. Met de publicatie van On the Origin of Species door Charles Darwin in 1859 zou dit conflict alleen maar groter worden.

Linnaeus had op basis van uiterlijke kenmerken ook de menselijke soort in vier variëteiten verdeeld (dat wat we nu weten door DNA onderzoek dat iedereen Homo sapiens sapiens is, was toen natuurlijk niet bekend):

  • "Europæus albesc[ens]" (witachtig Europees),
  • "Americanus rubesc[ens]" (roodachtig Amerikaans),
  • "Asiaticus fuscus" (taankleurig Aziatisch) en
  • "Africanus nigr [iculus]" (zwartachtig Afrikaans).

Hier ligt waarschijnlijk ook de kiem voor de rassenscheiding en latere rassendiscriminatie onder de mensen. De slavenhandel was op dat moment nog de gewoonste zaak van de wereld. Het moge duidelijk zijn dat Linnaeus onderscheid maakte puur op grond van uiterlijk. Een eventuele waarde dat de ene menselijke soort hoger stond dan de ander gaf hij niet.

In de 21e eeuw is van Linnæus 'taxonomie van menselijke "rassen" in feite een probleem gemaakt en besproken. Sommige critici beweren dat Linnæus een van de voorlopers was van de moderne pseudowetenschappelijke notie van wetenschappelijk racisme, terwijl anderen van mening zijn dat hoewel zijn classificatie stereotiep was, dit niet meteen inhield dat bepaalde menselijke "rassen" superieur waren aan andere.

Zie ook Taxonomie.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Carl_Linnaeus&oldid=819747"