Telecommunicatie

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Morse seinen met een lamp vanaf een marineschip

Telecommunicatie is het geheel aan middelen voor communicatie op afstand.

Inleiding

Telecommunicatie is de overdracht van informatie door verschillende soorten technologieën via draad, radio, optische of andere elektromagnetische systemen. Het vindt zijn oorsprong in het verlangen van mensen naar communicatie over een grotere afstand dan mogelijk is met de menselijke stem, maar met een zelfde bedoeling; dus trage systemen (zoals post) horen niet bij telecommunicatie.

Het doorgeven van informatie in de telecommunicatie heeft zich middels talrijke technologische stappen ontwikkeld, van bakens en andere met het oog zichtbare signalen (zoals rooksignalen, semafoortelegrafen, signaalvlaggen en optische heliografen - zie telegraaf), tot elektrische kabels en elektromagnetische straling, inclusief licht. Dergelijke transmissiepaden zijn vaak onderverdeeld in communicatiekanalen, die de voordelen bieden van het multiplexen (gelijktijdig heen en terug kunnen communiceren). Telecommunicatie wordt vaak in de meervoudsvorm gebruikt.

Optische telegraaf

Andere voorbeelden van vroegmoderne langeafstandscommunicatie waren audioberichten, zoals gecodeerde drumbeats met trommels, geblazen hoorns en luide fluittonen. De 20e- en 21e-eeuwse technologieën voor communicatie over lange afstand omvatten meestal elektrische en elektromagnetische technologieën, zoals telegraaf, telefoon, televisie en teleprinter (Fax) waarbij gebruik wordt gemaakt van kabelnetwerken, radio, microgolftransmissie, optische vezel en communicatiesatellieten.

Een revolutie in draadloze communicatie begon in het eerste decennium van de 20e eeuw met de baanbrekende ontwikkelingen in radiocommunicatie door Guglielmo Marconi, die in 1909 de Nobelprijs voor natuurkunde won, en andere opmerkelijke baanbrekende uitvinders en ontwikkelaars op het gebied van elektrische en elektronische telecommunicatie. Deze omvatten Charles Wheatstone en Samuel Morse (uitvinders van de telegraaf), Antonio Meucci en Alexander Graham Bell (enkele van de uitvinders en ontwikkelaars van de telefoon), Edwin Armstrong en Lee de Forest (uitvinders van de radio), evenals Vladimir K. Zworykin, John Logie Baird en Philo Farnsworth (enkele van de uitvinders van de televisie).

De vroege telecommunicatienetwerken werden gemaakt met koper-draden als het medium voor signaaloverdracht. Deze netwerken werden jarenlang gebruikt voor basistelefoondiensten, namelijk spraak en telegrammen. Sinds het midden van de jaren negentig, toen internet in populariteit groeide, is spraak geleidelijk verdrongen door data. Dit liet al snel zien dat koper niet goed genoeg was voor datatransmissie, wat leidde tot de ontwikkeling van optica (zoals glasvezel).

Het woord telecommunicatie is een samenstelling van het Griekse voorvoegsel tele- (τῆλε), wat ver, ver weg of ver betekent  en het Latijnse communicare, wat delen betekent. Het moderne gebruik is aangepast van het Frans, omdat het geschreven gebruik in 1904 werd vastgelegd door de Franse ingenieur en romanschrijver Édouard Estaunié.  Communicatie werd voor het eerst gebruikt als een Engels woord in de late 14e eeuw. Het komt van het Oud-Franse comunicacion (14c., Moderne Franse communicatie).

Geschiedenis

Seinen op gezichts- en luisterafstand

Het doorgeven van berichten over een afstand begon dus met muziekinstrumenten. Zeker in tijden van oorlog hadden legers hun eigen instrumenten. Enerzijds om indruk te maken op de tegenstander, maar ook om berichten door te geven.

Rooksignalen kun je vanaf afstand zien. Ze werden niet zoveel gebruikt door de indianen als mensen denken. Sommige indianen deden dat wel, vooral die uit de vlakten in het zuidwesten van Amerika, waar de hemel normaal gezien helder is en de rooksignalen van ver gezien kunnen worden. Het waren echter heel simpele signalen. Een korte rookpluim toonde de aanwezigheid van een vijandelijke groep. Als de signalen vlug herhaald werden, betekende dit dat de vijand met velen was en dat hij goed bewapend was. Een constante, ononderbroken rookpluim gaf het signaal aan de indianen elders dat de groep op een bepaald punt was.

In de tijd van Napoleon volgde de optische telegraaf. Daarvoor bestonden er al op afstand zichtbare bakens (palen op heuvels) met daaraan kettingen. In de scheepvaart bestaan er nog steeds tekens die met ballen worden aangegeven die bijvoorbeeld zeggen, "ik ga voor anker". Ook morseseinen met licht of vlagseinen gebeurt nog in de scheepvaart.

Fotografie en film

De fotografie ontstaat niet veel later en maakt het mogelijk om vaste beelden (dan nog) via de post te versturen. Eigenlijk geen telecommunicatie, maar wel belangrijk voor de verdere ontwikkeling. Vanuit deze technologie ontstaat de cinematografie waarbij bewegende beelden kunnen worden vastgelegd op film. Toen heette dat analoog. Nu is fotografie en film (video) vaak digitaal.

Telegrafie, telefonie en telex

Met de uitvinding van de elektriciteit volgde eerst de elektrische telegraaf. Signalen werden via een koper kabel overgebracht. Ook kwamen er kabels op de zeebodem. De eerste trans-Atlantische telegraafkabel werd met succes voltooid op 27 juli 1866, waardoor trans-Atlantische telecommunicatie voor het eerst mogelijk werd.

Zie Telegraaf voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Daarna kwam de telefoon en de telex, waarbij spraak en/of tekst werd omgezet in elektrische signalen en aan de andere kant er weer als spraak en/of tekst uit kwam. Men kon gewoon dezelfde kabels gebruiken.

Zie Telefoon voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het is vandaag de dag nauwrlijks meer voor te stellen hoe de wereld er uit zou zien zonder de slimme telefoon of smartphone. Het is een uitvinding waar bijna niemand meer zonder kan. Hoewel de meeste mensen denken dat Alexander Graham Bell de uitvinder van de eerste telefoon was (1876), gaat die eer toch echt naar Antonio Meucci.

Het woord "Telefoon" bestaat uit twee Griekse woorden: tele (betekent "ver") en phone (betekent "geluid"). Letterlijk betekent het dus ver geluid. Met de komst van de telefoon is de wereld heel erg veranderd.

Moest vroeger een boodschap via een koerier worden gestuurd (boodschappers te paard die dagenlang enorme afstanden moesten afleggen), nu kon er binnen enkele seconden aan de andere kant van de wereld de familie via de telefoon verteld worden, dat er een baby was geboren! Nu is een telefoon een draadloos apparaat met heel veel functies zoals: Trillingen, SMS, Polyfone-ringtones, foto’s maken en Internetten. Je gebruikt een abonnement met simkaart. Tussen de eerste telefoon en de smartphone zit een hele ontwikkeling.

Oude telefoon

In het begin moesten de mensen lid worden van de telefooncompagnie (de telefoonabonnees). Via de telefooncentrale en door middel van koperen draden was je met elkaar verbonden. In de begintijd van de telefoon liepen die verbindingen nog boven de grond. Toen steeds meer mensen een telefoon kregen, ontstond er een wirwar van draden boven de straten. In de winter zette het ijs zich af op de draden. Vaak bezweken zij onder dat gewicht. Een draadbreuk betekende storingen. De draden werden ook voor het verkeer dat er onderdoor moest steeds meer een probleem. De gebroken telefoondraden waren lastig, maar niet echt gevaarlijk. Gebroken elektriciteitsleidingen leverden echter wel gevaar op. Er werd daarom al snel besloten om zoveel mogelijk leidingen onder de grond te leggen. In heel Nederland liggen er nu (nog steeds) koperen kabels van de KPN.

Met de komst van mobiele telefonie, stappen steeds meer mensen over op draadloos telefoneren en worden de vaste abonnementen opgezegd.

FAX

Zie Fax voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Met de fax kan je tekst, tekeningen en foto’s verzenden. De fax scant eerst het papier-vel dat je wilt verzenden en dan zet de fax het om in een elektrisch signaal dat via de telefoonlijn wordt verzonden. In een fax zitten honderden lichtsensoren. Als de pagina daar langs komt, 'zien' de sensoren de lichte en de donkere delen van de pagina. Op die manier verdeelt het apparaat de pagina in duizenden stipjes, die zwart of wit zijn. Daarna verzendt de fax voor elk stipje een signaal via de telefoonlijn. Bij het apparaat waar naar je het hebt verzonden, worden de signalen naar verwarmingselementen gestuurd. Dan loopt er warmtegevoelig papier langs. Overal waar en stip op de verzonden pagina zwart is wordt het verwarmingselement op het ontvangende apparaat even aangezet. De warmte maakt er een zwarte punt, en zo wordt het hele document regel voor regel uitgeprint. Vanuit de fax is de printer en scanner ontwikkeld. Op kantoren heb je vaak een combinatie scanner/printer voor grotere oplagen.

Draadloze verbindingen via de radio

Zie radio voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1894 begon de Italiaanse uitvinder Guglielmo Marconi met de ontwikkeling van draadloze communicatie met behulp van het toen pas ontdekte fenomeen radiogolven, wat in 1901 aantoonde dat ze over de Atlantische Oceaan konden worden verzonden. Dit was het begin van draadloze telegrafie via de radio. Op 17 december 1902 werd een uitzending van het Marconi-station in Glace Bay, Nova Scotia, Canada, 's werelds eerste radiobericht in dat vanuit Noord-Amerika de Atlantische Oceaan overstak. In 1904 werd een commerciële dienst opgericht om nachtelijke nieuwsoverzichten door te geven aan schepen die zich aanmeldden, die ze in hun boordkranten verwerkten. De signalen gingen toen nog als piepjes (morse) de oceaan over. Spraak volgde later.

Ouderwetse radio met schaalverdeling waarop de zenders staan aangegeven

De Eerste Wereldoorlog versnelde de ontwikkeling van radio voor militaire communicatie. Na de oorlog begon de commerciële radio AM-uitzending (lange golf) in de jaren 1920 en werd een belangrijk massamedium voor entertainment (vermaak) en nieuws. In Nederland kwam een zendmast te staan in Huizen, die zelfs spraak kon verzenden naar Indonesië (radio Phohi). Hier is de latere Wereldomroep uit ontstaan. Ongeveer in dezelfde periode ontstonden de omroepen als de VARA, AVRO, NCRV, KRO en VPRO. Allemaal hebben ze de R van radio in hun afkorting. De Tweede Wereldoorlog versnelde opnieuw de ontwikkeling van radio voor oorlogsdoeleinden van vliegtuigen en landcommunicatie, radionavigatie en radar.  De ontwikkeling van stereo FM-uitzendingen van radio begon in de jaren '30 in de Verenigde Staten en de jaren '70 in het Verenigd Koninkrijk en Nederland, waarbij AM de dominante commerciële standaard werd. Uitzendingen vanaf zee waren toen populair, zoals van Radio Noordzee en Veronica.

Aan het eind van de 20e eeuw kwamen er steeds meer zendamateurs die met een eigen zendmachtiging contacten legden met radio apperatuur. Ook populair werden de 27MC bakkies waar op korte afstand mee gezonden en ontvangen kon worden. Hiervoor was geen vergunning nodig en vrachtwagenchauffeurs maakten er veel gebruik van. De politie en andere hulpdiensten gebruikten de vergelijkbare mobilifoon (nu p2000) en op het water de marifoon.

Ruimtevaart

Zie ruimtevaart voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Grondstation satellietschotel

Ook de ruimtevaart zorgt voor een enorme ontwikkeling van signaalverkeer door de lucht. Intercontinentale verbindingen en verbindingen van en naar ruimtevaartuigen worden mogelijk door de komst van satellieten.

Zie satelliet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Televisie

Zie Televisie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 25 maart 1925 demonstreerde John Logie Baird de uitzending van bewegende beelden in het Londense warenhuis Selfridges. Het apparaat van Baird vertrouwde op de Nipkow-schijf en werd zo bekend als de mechanische televisie. Het vormde de basis van experimentele uitzendingen die op 30 september 1929 door de British Broadcasting Corporation (BBC) werden gedaan.  Echter, gedurende het grootste deel van de 20e eeuw waren televisies afhankelijk van de door Karl Braun uitgevonden kathodestraalbuis. De eerste versie van zo'n veelbelovende televisie werd geproduceerd door Philo Farnsworth en op 7 september 1927 aan zijn familie gedemonstreerd. Na de Tweede Wereldoorlog werden onderbroken experimenten hervat en werd televisie een belangrijk medium voor thuis vermaak. In Nederland werd en is Hilversum hét centrum voor de omroepen. In Beeld en Geluid kun je dit allemaal terug zien.

Zowel radio als televisie en de bijbehorende technieken, zijn de basis voor het latere internet en de nog latere smartphones.

Opnemen om later af te spelen

Ondertussen wordt het mogelijk om geluid en beeld op te nemen. Eerst is er de grammofoonplaat. Later volgt de magneetband en cassetteband. Nog weer later kan ook beeld op een magneetband worden vastgelegd, de videoband. Dan volgt de CD en DVD. Het zijn vormen van indirecte telecommunicatie. Mensen kunnen hun boodschappen en beelden zelf opnemen en moeten het dan nog via de post versturen. Ook de omroepen gebruiken deze media veel. Net als er bibliotheken voor boeken bestonden, ontstaan er phonotheken en videotheken waar je geluids-en beelddragers kunt huren. Zeg maar de voorloper van Spotify en YouTube.

Computers

Zie Computer voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Al in de Tweede Wereldoorlog wordt er gewerkt aan de eerste computers. Dan nog enorme apparaten, zo groot als een woonkamer. Door de komst van allerlei elektronische onderdelen als transistors, halfgeleiders en de latere chips worden ze steeds kleiner. Behalve dat het eerst rekenmachines zijn, kunnen ze steeds meer en steeds sneller informatie verwerken. Door de computer te verbinden via een koperen kabel met een andere computer (intranet), ontstaat het internet.

Internet

Zie Internet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Via internet en met computers zijn heel veel mogelijkheden om te communiceren. Gingen de signalen eerst nog over een trage koperen kabel, de glasvezelkabel maakt een nog snellere verbinding mogelijk.

VoIP

Voice over IP wordt vaak verkort tot VoIP. Met VoIP is het mogelijk om via internet te telefoneren. Middels VoIP kunnen bestaande netwerken zoals het Internet worden gebruikt om te telefoneren. In combinatie met een breed band-abonnement met een vast tarief kan zo een stuk goedkoper gebeld worden dan met klassieke telefoondiensten. VoIP gebaseerde telefooncentrales zijn binnen bedrijven inmiddels algemeen bezit geworden.

Skype

Skype is een klein stukje software waarmee je gratis kunt bellen naar iedereen die ook Skype heeft, overal in de wereld. En zelfs al is het bellen gratis, de kwaliteit is uitstekend. Als u en uw vrienden, familie of zakelijke contacten webcams gebruiken, kunt u ook gratis videobellen. Tegenwoordig kun je vaste en mobiele nummers bellen tegen zeer lage tarieven per minuut (en dat zonder installatie- of abonnementskosten). Skype werkt op de meeste computers - Windows, Mac OS X, Linux en Pocket PC’s. Gesprekken, chatten en bestandsoverdracht werkt tussen allerlei computers. Functies • Teksttelefoon • Groepsgesprek • Telefoneren naar een reguliere telefoon, zijnde mobiel of vaste lijn, tegen de kosten van een lokaal gesprek. • Erg hoge gesprekskwaliteit. Beter dan normale telefoon in sommige gevallen. • SMS-jes versturen

E-mail

E-mail is een belangrijke manier om met elkaar te communiceren. Met e-mail verstuur je digitale berichten via internet. Met e-mail kan je ook bestanden versturen zoals foto's, filmpjes en nog veel meer soorten bestanden.

E-mail is in 1968 bedacht door Ray Tomlinson, en het eerste e-mailbericht werd ook door Ray verstuurd in 1971. Pas na 1995 werd e-mail populair en er kwamen meer e-mailservers zoals Yahoo-mail en Gmail.

Chat

Chatten is nog een manier om te communiceren via internet, het zit zo: Met Chat kan je een gesprek voeren tussen twee of meer mensen die zich op verschilde locaties bevinden. Je typt een tekst en die komt in die tekst komt dan op de scherm van diegene met via je chat. Er zijn verschillende manieren om te chatten, via een website of met een programma zoals: WlM, MSN, Yahoo en Google Talk. Je kan ook je gevoelens in een chat weergeven met emoticons of een combinatie van leestekens ;).

Ontwikkeling mobile telefoon van 1992 tot 2014

Mobiele telefonie

Zie Mobiele telefoon voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Door telefoontechnieken te combineren met radiotechnieken ontstaat rond 1973 de mobiele telefonie. Het zijn eigenlijk zender-ontvangers in één apparaat net als portofoons, maar dan met een telefoon-functie en een eigen netwerk van zendmasten. Dit netwerk is ook gekoppeld aan het vaste telefoonnetwerk (kabel) en het is zelfs mogelijk om via de satelliet te bellen.

Mobiele telefoons werden in de VS voor het eerst op de markt gebracht door de laboratoria van bell Telephone. Na een proef in Chicago in 1979, werd de eerste publieksservice in 1983 opgezet. In de tussentijd ontstond er in Scandinavië in 1981 een eigen systeem. Alle mobiele telefoons gaan uit van het zelfde idee. Er zijn relatief weinig radio frequenties, maar miljoenen gebruikers, dus krijgen de basis stations die telefoontjes doorschakelen naar het vaste netwerk een beperkt bereik. Wanneer bellers zich verplaatsen, stellen computers hun telefoons automatisch in.

VoIP Video-telefoon

Philips brengt deze wel zeer interessante VoIP-videofoon op de markt. De VP-5500 werkt immers via Wi-Fi, vanaf dan is het gedaan met die vervelende kabels. Verder draait hij onder Linux en heeft hij een ingebouwde VGA camera die 240 graden kan draaien. Je kunt er eveneens foto’s mee nemen die je vervolgens op je TV kunt afspelen. Het enige nadeel is dat hij in eerste instantie enkel in Nederland verkrijgbaar is.

SMS oftewel Short Message Service

Sms is een dienst om met een mobiele telefoon korte berichtjes te versturen met een mobiele telefoon, je kan nu ook sms’jes versturen via een vaste huis telefoon. Sms’jes verzenden is zeer populair in Europa, Azië en Australië, maar het wordt wel weinig gebruikt in de Verenigde Staten. Sms wordt het meest gebruikt door jongeren. Maar het is ook populair voor dove mensen. Om te Sms-en is er een speciaal toetsenbord met bijvoorbeeld bij 2 staat: A, B en B. Je moet 1 keer op toets 2 drukken dan komt er een A als je twee keer drukt krijg je B. Er is ook een zo genoemde sms-service via de sms-service krijg je de laatste nieuwtjes binnen zoals bijvoorbeeld de weer of de file-informatie.

Toestellen

ISDN

Integrated Services Digital Network is een vorm van digitale telefonie. Het is de opvolger van het analoge systeem. Met ISDN kunnen over de bestaande koperen tweedraads verbinding op wijk niveau meer gegevens worden getransporteerd dan doorgaans met analoge mogelijk is. ISDN wordt ook wel Annex-B telefonie genoemd. De Engelse betekenis staat grofweg voor ’dienst integrerend digitaal netwerk’. Dat betekent dat men niet voor iedere dienst een eigen net nodig heeft maar dat het net in staat is verschillende diensten af te handelen. Over hetzelfde netwerk kunnen niet alleen telefoongesprekken maar ook video- en datadiensten (Teletex, Datex, Telefax, Telemetrie, ...) gevoerd worden. Omdat ISDN in tegenstelling tot bij analoge aansluiting de data digitaal over de lijn stuurt kan de capaciteit van de leiding beter benut worden. Een ISDN verbinding bestaat uit kanalen: B-kanalen waarover de ISDN-gebruiker communiceert, en een D-kanaal waarover de centrale met de aanwezige ISDN apparatuur onderhandelt. Iedere lidstaat van de Europese Unie beschikt over een ISDN-telecommunicatie infrastructuur, in België en Nederland is ISDN landelijk leverbaar. ISDN geniet een relatief grote populariteit in Nederland.

DECT

Een DECT-toestel is een draadloze toestel waarmee je tot 300 meter van uit je huis kunt bellen. Deze telefoons bieden een hele-goede geluidskwaliteit, zijn relatief lastig af te luisteren (overigens wel mogelijk met dure apparatuur) en er kan op grote afstand van het basisstation gebeld worden. Het toestel is in 1994 in gebruik genomen. En de koop-aantallen stijgen steeds meer per jaar! Zo’n 80 procent van de Nederlanders heeft een DECT telefoon.

Een beeldtelefoon

Een videofoon is een telefoontoestel waarmee geluid en beeld verzonden kunnen worden. Om elkaar te horen heb je een microfoon en een luidspreker nodig. Om elkaar te zien moet je een camera en een beeldscherm hebben. Er zijn verschillende soorten beeldtelefoons. De hele simpele en goedkopere treft men dikwijls aan bijvoorbeeld een flatgebouw. Daarmee kan je zien wie er aan de deur is. Er bestaan ook dure beeldtelefoons waarmee je kan telefoneren en tegelijkertijd de persoon ziet met wie je aan het bellen bent.

De beeldtelefoon zet de beelden om in elektrische signalen door heldere en donkere beelden te onderscheiden. Deze signalen gaan dan via de telefoonlijn naar een andere beeldtelefoon. Dit kan ook draadloos gebeuren. Het andere toestel maakt een kopie van het originele beeld en zo kan men elkaar zien op het scherm. Een beeldtelefoon maakt doorgaans gebruik van de beide telefoonlijnen van een ISDN-aansluiting. Door de stijgende ADSL-snelheden wordt het langzamerhand ook mogelijk om via VoIP te beeldbellen. Beeldbellen via de mobiel kwam eveneens binnen bereik door UMTS en de opkomst van mobieltjes met een ingebouwde camera en kleurenscherm. Communicatie tussen een via ADSL aangesloten beeldtelefoon en een via ISDN aangesloten beeldtelefoon is vooralsnog niet mogelijk.

Soorten beeldtelefoons

Er zijn drie soorten beeldtelefoons: het set-top-systeem, de videotelefoon en de beeldtelefoon in de computer. Bij het set-top-systeem staat de camera op een televisietoestel. Een tv dient als beeldscherm en als dat nodig is als geluidsbox. Er kan een bewegende camera worden aangesloten die ’aan de andere kant van de lijn’ bediend kan worden. Met een camera die vergaderingen kan draaien kunnen meerdere personen tegelijkertijd aan een gesprek deelnemen. Zo hoeven ze niet van plaats te wisselen. Een nadeel is dat je bij ’set-top’-bellen minder privacy hebt. Het is vaak een groot televisiescherm en je weet soms niet wie er ’aan de andere kant van de lijn’ meekijkt. Ook de ruimte (2-3 meter) tussen de set-top-telefoon en spreker geeft een gevoel van afstand. Bij de videotelefoon zit het beeldscherm in het telefoontoestel. Het is een compact apparaat. Het is makkelijk te verplaatsen en geeft meer privacy. Het kleine beeldscherm heeft ook nadelen. Doven hebben moeite met het aflezen van gebaren en het mondbeeld. Dit kan voorkomen worden door het toestel te koppelen aan een televisietoestel. Zo wordt het een set-top-systeem. Wanneer je al een computer hebt, is de ingebouwde beeldtelefoon de goedkoopste oplossing. De computer wordt voorzien van een speciale insteekkaart en een speciaal programma (bijvoorbeeld Skype). De pc moet aangesloten zijn op het ISDN-telefoonnet, ADSL of een kabelmodem. Bij ADSL en kabelmodem moet de upstream minimaal 128 KB/s zijn. De snelheid van de meeste ADSL- en kabel-abonnementen is hoog genoeg om een beeldtelefoon te kunnen gebruiken. Een nadeel is dat een computer altijd aan moet staan. Ook kunnen storingen optreden tussen de beeldtelefoon en andere onderdelen van de computer. Een voordeel kan zijn dat tekst of een ander bestand gemakkelijk meegestuurd kan worden. Met de andere systemen is dit lastiger. De beeldtelefoon moet dan nog worden aangesloten op een computer.

Blue & Me

Fiat Auto en Microsoft presenteren wederom een wereldprimeur: een ontvangen sms-bericht op de mobiele telefoon hoeft niet langer meer gelezen te worden, maar wordt hardop voorgelezen. Blue & Me?, voortgekomen uit de samenwerking tussen Fiat en Microsoft, is een intelligent systeem dat de manier van communiceren en naar muziek luisteren in de auto ingrijpend verandert. Een ontvangen sms-bericht is ook geen probleem; dat wordt hardop voorgelezen. Met Blue & Me? mis je nooit een telefoontje of sms-bericht. Via het systeem kun je bellen en gebeld worden in de auto, het enige wat je nodig hebt is een Bluetooth-toestel. Wil je iemand bellen, dan kun je dat volledig met spraakbediening doen zodat je je handen aan het stuur kunt blijven houden: de nummers uit je telefoonboek worden op het display in het dashboard weergegeven. Ontvang je een sms? Geen probleem: het systeem meldt via een toon dat er een bericht is ontvangen en vraagt of de sms voorgelezen moet worden. Een gesproken ’ja’ of ’nee’ volstaat om de boodschap wel of niet hardop te laten voorlezen. Het Blue & Me?-systeem is gebaseerd op een open systeem. Hierdoor kan het systeem eenvoudig aan nieuwe apparatuur en technologie worden aangepast. De klant is niet gebonden aan een bepaald toestel, wanneer er van apparaat wordt gewisseld is dit nog steeds probleemloos compatibel met de auto.

Verdere ontwikkelingen

De techniek staat niet stil. Op het moment dat je dit leest ontstaan er weer nieuwe technieken die voortbouwen op de bestaande technieken. Een chirurg kan anno 2022 op afstand een operatie uitvoeren. Hij of zij bestuurt een robot op afstand en via beeldtelefonie kan de chirurg met de andere kant communiceren. Nu is dat nog uitzonderlijk en duur. Ook tecnieken als 3D projectie doen lijken of de persoon op afstand vlak voor je staat. Wat er nog meer komt ... wie zal het zeggen?

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Telecommunicatie&oldid=819212"