Verdrag inzake de Rechten van het Kind: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(++)
Regel 1: Regel 1:
 
[[Bestand:Convention on the Rights of the Child.svg|thumb|In het groen de verdragspartijen en in het paars de landen die het verdrag wel hebben getekend maar niet hebben [[Ratificeren|geratificeerd]]]]
 
[[Bestand:Convention on the Rights of the Child.svg|thumb|In het groen de verdragspartijen en in het paars de landen die het verdrag wel hebben getekend maar niet hebben [[Ratificeren|geratificeerd]]]]
  +
 
Het '''Verdrag inzake de Rechten van het Kind''' ('''IVRK''') is een [[internationaal verdrag]] dat de rechten van het kind vastlegt en [[Garanderen|garandeert]].
 
Het '''Verdrag inzake de Rechten van het Kind''' ('''IVRK''') is een [[internationaal verdrag]] dat de rechten van het kind vastlegt en [[Garanderen|garandeert]].
   
Regel 8: Regel 9:
 
== Geschiedenis ==
 
== Geschiedenis ==
 
[[Bestand:Janusz Korczak (cropped).jpg|thumb|Janusz Korczak; de man die veel bezig was met kinderrechten]]
 
[[Bestand:Janusz Korczak (cropped).jpg|thumb|Janusz Korczak; de man die veel bezig was met kinderrechten]]
  +
 
Het nadenken over [[kinderrechten]] en de bevordering van deze rechten in de 20e eeuw leidde tot de goedkeuring van de [[Verklaring van de Rechten van het Kind]] in 1959. Daarna wilden een aantal individuen en organisaties echter een meer omvattende tekst die de kracht van een [[internationaal verdrag]] zou hebben, met andere woorden een echte [[toezegging]] van elk land, wat de Verdrag inzake de Rechten van het Kind niet had.
 
Het nadenken over [[kinderrechten]] en de bevordering van deze rechten in de 20e eeuw leidde tot de goedkeuring van de [[Verklaring van de Rechten van het Kind]] in 1959. Daarna wilden een aantal individuen en organisaties echter een meer omvattende tekst die de kracht van een [[internationaal verdrag]] zou hebben, met andere woorden een echte [[toezegging]] van elk land, wat de Verdrag inzake de Rechten van het Kind niet had.
   
Regel 34: Regel 36:
 
Artikel 18 gaat over de verplichting om het kind [[Opvoeden|op te voeden]]. Het stelt dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor de [[ontwikkeling]] van het kind. Er staat dat ze dit moeten doen "in de eerste plaats geleid door het belang van het kind".
 
Artikel 18 gaat over de verplichting om het kind [[Opvoeden|op te voeden]]. Het stelt dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor de [[ontwikkeling]] van het kind. Er staat dat ze dit moeten doen "in de eerste plaats geleid door het belang van het kind".
   
Het recht om het kind en zijn ouders niet van elkaar te scheiden wordt als volgt omschreven in artikel 9: {{Citaat|De Staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn of haar ouders tegen hun wil, tenzij de bevoegde autoriteiten, onder voorbehoud van de mogelijkheid van rechterlijke toetsing, in overeenstemming met het toepasselijke recht en de toepasselijke procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind. Een dergelijke beslissing kan noodzakelijk zijn in een bepaald geval, zoals wanneer er sprake is van misbruik of verwaarlozing van het kind door de ouders, of wanneer de ouders gescheiden leven en er een beslissing moet worden genomen ten aanzien van de verblijfplaats van het kind.}} Het artikel specificeert verder het recht van een kind dat van een of beide ouders gescheiden is om rechtstreeks contact met hen te hebben of hen regelmatig te zien.
+
Het recht om het kind en zijn ouders niet van elkaar te scheiden wordt als volgt omschreven in artikel 9: {{Citaat|De Staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn of haar ouders tegen hun wil, tenzij de bevoegde autoriteiten onder voorbehoud van de mogelijkheid van rechterlijke toetsing, in overeenstemming met het toepasselijk recht en de toepasselijke procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind. Een dergelijke beslissing kan noodzakelijk zijn in een bepaald geval, zoals wanneer er sprake is van misbruik of verwaarlozing van het kind door de ouders, of wanneer de ouders gescheiden leven en er een beslissing moet worden genomen ten aanzien van de verblijfplaats van het kind.}} Het artikel specificeert verder het recht van een kind dat van een of beide ouders gescheiden is om rechtstreeks contact met hen te hebben of hen regelmatig te zien.
   
 
Artikel 5 gaat over het recht en de [[plicht]] van ouders om hun kind te begeleiden en te sturen. Dit kan de rol zijn van de naaste familie of de gemeenschap, afhankelijk van individuele gewoonten en omstandigheden. Artikel 14, over vrijheid van [[gedachte]], [[geweten]] en [[religie]], stelt dat kinderen deze rechten hebben en voegt daaraan toe dat ouders het recht en de plicht hebben om het kind te begeleiden bij de uitoefening van deze rechten, in overeenstemming met de leeftijd en de mogelijkheden van het kind. Artikel 30 stelt dat kinderen die tot een minderheid behoren en een eigen religie, [[cultuur]] of [[taal]] hebben, deze niet mogen worden ontnomen.
 
Artikel 5 gaat over het recht en de [[plicht]] van ouders om hun kind te begeleiden en te sturen. Dit kan de rol zijn van de naaste familie of de gemeenschap, afhankelijk van individuele gewoonten en omstandigheden. Artikel 14, over vrijheid van [[gedachte]], [[geweten]] en [[religie]], stelt dat kinderen deze rechten hebben en voegt daaraan toe dat ouders het recht en de plicht hebben om het kind te begeleiden bij de uitoefening van deze rechten, in overeenstemming met de leeftijd en de mogelijkheden van het kind. Artikel 30 stelt dat kinderen die tot een minderheid behoren en een eigen religie, [[cultuur]] of [[taal]] hebben, deze niet mogen worden ontnomen.
Regel 58: Regel 60:
 
=== Onderwijs of schoolopvoeding ===
 
=== Onderwijs of schoolopvoeding ===
 
[[Bestand:Children at school (8720604364).jpg|thumb|Kinderen achter een laptop op school]]
 
[[Bestand:Children at school (8720604364).jpg|thumb|Kinderen achter een laptop op school]]
  +
 
Artikelen 28 en 29 gaan over onderwijs en de doelen daarvan.
 
Artikelen 28 en 29 gaan over onderwijs en de doelen daarvan.
   
Regel 77: Regel 80:
 
Artikel 17 zegt dat landen ervoor moeten zorgen dat de [[media]] ([[radio]], [[televisie]], [[krant]]en, [[internet]], enz.) kinderen passende en nuttige informatie geven, met name van culturele aard, zodat ze andere culturen kunnen begrijpen. Ze moeten kinderen beschermen tegen informatie die hun belangen en welzijn zou kunnen schaden, waarbij rekening moet worden gehouden met de [[vrijheid van meningsuiting]] en van informatie.
 
Artikel 17 zegt dat landen ervoor moeten zorgen dat de [[media]] ([[radio]], [[televisie]], [[krant]]en, [[internet]], enz.) kinderen passende en nuttige informatie geven, met name van culturele aard, zodat ze andere culturen kunnen begrijpen. Ze moeten kinderen beschermen tegen informatie die hun belangen en welzijn zou kunnen schaden, waarbij rekening moet worden gehouden met de [[vrijheid van meningsuiting]] en van informatie.
   
Artikel 31 geeft kinderen het recht op spel, rust en vrije tijd "om deel te nemen aan spel- en [[recreatie]]ve activiteiten die passen bij hun leeftijd, en om vrij deel te nemen aan het culturele leven en de kunsten".
+
Artikel 31 geeft kinderen het recht op spel, rust en vrije tijd "op deelneming aan spel en [[recreatie]]ve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven.".
   
 
=== Participatierechten ===
 
=== Participatierechten ===
 
[[Bestand:1st Air Cav, kids celebrate freedom DVIDS318593.jpg|thumb|Kinderen vieren de vrijheid]]
 
[[Bestand:1st Air Cav, kids celebrate freedom DVIDS318593.jpg|thumb|Kinderen vieren de vrijheid]]
  +
 
Tot slot behandelt een deel van het verdrag de zogenaamde [[participatierecht]]en, oftewel artikelen die kinderen het recht geven zich uit te drukken en op te treden als zelfstandige mensen. Deze rechten zijn:
 
Tot slot behandelt een deel van het verdrag de zogenaamde [[participatierecht]]en, oftewel artikelen die kinderen het recht geven zich uit te drukken en op te treden als zelfstandige mensen. Deze rechten zijn:
 
* Het recht van het kind om zijn of haar mening te uiten (artikel 12): in zaken die het kind betreffen, staat bijvoorbeeld dat er rekening moet worden gehouden met de mening van het kind in overeenstemming met zijn of haar leeftijd en mate van volwassenheid. Zo geschreven, betekent dit niet dat volwassenen verplicht zijn om te doen wat het kind vraagt, maar ze hebben niet het recht om te negeren wat het kind zegt over een kwestie die hem of haar aangaat, of om zijn of haar mening niet te vragen over een belangrijke kwestie. Ze kunnen echter hun redenen hebben om anders te beslissen.
 
* Het recht van het kind om zijn of haar mening te uiten (artikel 12): in zaken die het kind betreffen, staat bijvoorbeeld dat er rekening moet worden gehouden met de mening van het kind in overeenstemming met zijn of haar leeftijd en mate van volwassenheid. Zo geschreven, betekent dit niet dat volwassenen verplicht zijn om te doen wat het kind vraagt, maar ze hebben niet het recht om te negeren wat het kind zegt over een kwestie die hem of haar aangaat, of om zijn of haar mening niet te vragen over een belangrijke kwestie. Ze kunnen echter hun redenen hebben om anders te beslissen.
Regel 96: Regel 100:
   
 
Aan de andere kant wordt het verdrag door veel mensen gesteund en verwelkomd. Enerzijds zijn zij van mening dat het een betere bescherming van kinderen mogelijk maakt en ook dat het oproept tot een positieve verandering in de manier waarop kinderen worden behandeld, bijvoorbeeld door het feit dat hun mening in aanmerking moet worden genomen in zaken die hen aangaan.
 
Aan de andere kant wordt het verdrag door veel mensen gesteund en verwelkomd. Enerzijds zijn zij van mening dat het een betere bescherming van kinderen mogelijk maakt en ook dat het oproept tot een positieve verandering in de manier waarop kinderen worden behandeld, bijvoorbeeld door het feit dat hun mening in aanmerking moet worden genomen in zaken die hen aangaan.
  +
  +
== Tekst van het verdrag ==
  +
  +
* [https://nl.wikisource.org/wiki/Verdrag_inzake_de_rechten_van_het_kind Verdrag inzake de rechten van het kind] op Wikisource
  +
* [https://kinderrechten.be/sites/default/files/kinderrechtenverdrag_nederlandse_vertaling.pdf Verdrag inzake de Rechten van het Kind], Aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989, Officiële Nederlandse vertaling met samenvatting van de belangrijkste bepalingen (pdf).
   
 
{{Vikidia|Convention_internationale_des_droits_de_l'enfant}}
 
{{Vikidia|Convention_internationale_des_droits_de_l'enfant}}
Regel 101: Regel 110:
 
[[Categorie:Vertaald van fr:Vikidia]]
 
[[Categorie:Vertaald van fr:Vikidia]]
 
[[Categorie:Kinderrechten]]
 
[[Categorie:Kinderrechten]]
  +
  +
[[en:Convention on the Rights of the Child]]
  +
[[fr:Convention internationale des droits de l'enfant]]
  +
[[es:Convención sobre los Derechos del Niño]]
  +
[[nl:Verdrag inzake de Rechten van het Kind]]

Versie van 6 jan 2024 20:31

In het groen de verdragspartijen en in het paars de landen die het verdrag wel hebben getekend maar niet hebben geratificeerd

Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) is een internationaal verdrag dat de rechten van het kind vastlegt en garandeert.

Het werd op 20 november 1989 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Deze vergadering bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten van de Verenigde Naties (VN). Het verdrag werd vervolgens ondertekend en goedgekeurd door de meeste landen, die daarmee aan elkaar beloofden zich aan het verdrag te houden.

Het volgt op de Verklaring van de Rechten van het Kind, die 30 jaar eerder werd aangenomen en die een eenvoudige resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties was, met tien artikelen die bekend staan als "principes".

Geschiedenis

Janusz Korczak; de man die veel bezig was met kinderrechten

Het nadenken over kinderrechten en de bevordering van deze rechten in de 20e eeuw leidde tot de goedkeuring van de Verklaring van de Rechten van het Kind in 1959. Daarna wilden een aantal individuen en organisaties echter een meer omvattende tekst die de kracht van een internationaal verdrag zou hebben, met andere woorden een echte toezegging van elk land, wat de Verdrag inzake de Rechten van het Kind niet had.

In 1978 nam de Poolse regering het initiatief om een ontwerpverdrag over de rechten van het kind in te dienen bij de Verenigde Naties. Polen was het land van Janusz Korczak, die over kinderrechten had nagedacht, ze in praktijk had gebracht en erover had geschreven. De Poolse vertegenwoordigers die dit project voorstelden, haalden Korczak aan en lieten zich door zijn werk inspireren.

1979 werd uitgeroepen tot Internationaal Jaar van het Kind door de Verenigde Naties, die het project aanvaardde en steunde. Afgevaardigden van vrijwilligerslanden vormden een werkgroep om het verdrag voor te bereiden. Het project werd ook gevolgd door verschillende niet-gouvernementele organisaties (NGO's) en organen van de Verenigde Naties zoals UNICEF en de Mensenrechtencommissie. Van 1979 tot de aanname van het verdrag had de werkgroep, waarvan de kosten werden betaald door de Verenigde Naties, een secretariaat (een kantoor) in Genève, Zwitserland, waar haar vergadering twee keer per jaar afgevaardigden uit ongeveer 40 landen bijeenbracht. De tekst moest worden aangepast en aanvaardbaar zijn voor zeer verschillende landen, terwijl hij toch nuttig en effectief moest zijn.

Dit werk duurde 10 jaar. Nadat de tekst in deze periode was gewijzigd en aangevuld, werd hij op 20 november 1989 aangenomen, precies 30 jaar na de Verklaring van de Rechten van het Kind. Het verdrag trad in werking op 2 september 1990, een maand nadat al 20 landen het hadden geratificeerd. Het werd sneller ondertekend en geratificeerd dan de andere VN-verdragen en door de meeste landen. Op dit moment hebben, op één na, alle landen ter wereld het verdrag ondertekend en geratificeerd, soms met voorbehoud op één punt. Zuid-Sudan en Somalië hebben het in 2015 geratificeerd. Alleen de Verenigde Staten van Amerika hebben het niet geratificeerd. De Verenigde Staten zijn vaak traag met het ondertekenen van verdragen die volgens hen bindend zijn, maar er zijn voorstanders van het ratificeren van het verdrag.

Inhoud

Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind bevat een inleidende tekst en 54 artikelen in drie delen. De eerste 41 gaan over de rechten zelf, het tweede over de toepassing ervan en de middelen die moeten worden gebruikt om ze te verifiëren, en het derde artikel regelt de toepassing ervan vanuit juridisch oogpunt: wanneer treedt het verdrag in werking nadat het is ondertekend en geratificeerd door landen en hoe kan het worden gewijzigd of aangevuld.

De definitie van een kind in de zin van het verdrag staat in het eerste artikel: ieder mens jonger dan achttien jaar, tenzij volgens de wetgeving van het land de meerderjarigheid eerder wordt bereikt. Omdat een pasgeboren kind en een volwassen adolescent echter zeer verschillend zijn, wordt in verschillende artikelen bepaald dat bij de toepassing rekening moet worden gehouden met de leeftijd of de volwassenheid van het kind.

Artikel 2 bepaalt dat landen deze rechten moeten garanderen aan alle kinderen onder hun rechtsmacht, zonder onderscheid of discriminatie.

De artikelen van het Verdrag leggen rechten van verschillende types vast. Daar gaan we in de volgende kopjes verder op in.

Identiteit en familie

Een jongen met een Indiase nationaliteit
Een gezin met drie kinderen

Verschillende artikelen gaan over identiteit en het gezin.

Dit zijn het recht op leven, op een naam en een nationaliteit (wat betekent dat kinderen moeten worden ingeschreven bij de burgerlijke stand) en respect voor de identiteit van het kind.

Artikel 18 gaat over de verplichting om het kind op te voeden. Het stelt dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het kind. Er staat dat ze dit moeten doen "in de eerste plaats geleid door het belang van het kind".

Het recht om het kind en zijn ouders niet van elkaar te scheiden wordt als volgt omschreven in artikel 9:

Aanhalingsteken openen

De Staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn of haar ouders tegen hun wil, tenzij de bevoegde autoriteiten onder voorbehoud van de mogelijkheid van rechterlijke toetsing, in overeenstemming met het toepasselijk recht en de toepasselijke procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind. Een dergelijke beslissing kan noodzakelijk zijn in een bepaald geval, zoals wanneer er sprake is van misbruik of verwaarlozing van het kind door de ouders, of wanneer de ouders gescheiden leven en er een beslissing moet worden genomen ten aanzien van de verblijfplaats van het kind.

Aanhalingsteken sluiten

Het artikel specificeert verder het recht van een kind dat van een of beide ouders gescheiden is om rechtstreeks contact met hen te hebben of hen regelmatig te zien.

Artikel 5 gaat over het recht en de plicht van ouders om hun kind te begeleiden en te sturen. Dit kan de rol zijn van de naaste familie of de gemeenschap, afhankelijk van individuele gewoonten en omstandigheden. Artikel 14, over vrijheid van gedachte, geweten en religie, stelt dat kinderen deze rechten hebben en voegt daaraan toe dat ouders het recht en de plicht hebben om het kind te begeleiden bij de uitoefening van deze rechten, in overeenstemming met de leeftijd en de mogelijkheden van het kind. Artikel 30 stelt dat kinderen die tot een minderheid behoren en een eigen religie, cultuur of taal hebben, deze niet mogen worden ontnomen.

Ouders of de naaste familie hebben dan ook het recht om hun identiteit, religie en cultuur door te geven aan het kind, met respect voor de vrijheid van het kind in overeenstemming met zijn of haar leeftijd. Dit betekent dat een staat kinderen niet mag weghalen bij hun familie, hun gemeenschap en de invloed die zij op deze kinderen hebben, zelfs als de vertegenwoordigers van deze staat zeggen dat dit is om hen een opvoeding te geven die zij beter vinden. Deze situatie heeft zich in de 20e eeuw in verschillende landen voorgedaan.

Bescherming en welzijn

Een groepje kinderen

Dit zijn de bekendste rechten.

Ze omvatten het recht van kinderen om beschermd te worden tegen geweld en misbruik, inclusief misbruik door hun ouders, en om beschermd te worden tegen verlating en verwaarlozing. Landen moeten dit garanderen zodat ze kunnen ingrijpen in gevallen van misbruik.

Ze omvatten ook het recht op gezondheidszorg, op een fatsoenlijke levensstandaard en op bescherming tegen alle vormen van uitbuiting die schadelijk zijn voor het welzijn van het kind, in het bijzonder seksuele uitbuiting en seksueel misbruik.

Wat kinderarbeid betreft, verbiedt het verdrag kinderarbeid niet op elke leeftijd, maar stelt het dat kinderen moeten worden beschermd tegen economische uitbuiting en tegen werk dat gevaarlijk is of schadelijk voor hun ontwikkeling (artikel 32). Het vereist ook dat landen regelgeving hebben over kinderarbeid (minimumleeftijd, beperking van werktijden, enz.).

De bescherming heeft ook betrekking op drugs en de ontvoering en verkoop van kinderen. Het beperkt de betrokkenheid van kinderen in oorlogssituaties.

De artikelen 37 en 40 stellen een aantal beschermingen en waarborgen vast in het geval van een aanklacht wegens een overtreding of misdrijf en in het geval van gevangenschap. Een kind of jongere mag niet zonder goede reden worden gearresteerd. Als ze worden verdacht of veroordeeld voor een overtreding of misdrijf, moeten ze snel worden geïnformeerd over waarvan ze worden beschuldigd, hulp kunnen krijgen om zich te verdedigen en worden gerespecteerd en beschermd, rekening houdend met hun leeftijd. Detentie (verblijf in de gevangenis) moet de laatst mogelijke oplossing zijn. In de gevangenis moeten ze humaan en waardig worden behandeld, in contact kunnen blijven met hun familie, hulp kunnen krijgen en hun situatie eerlijk en zonder buitensporige vertragingen behandeld krijgen als er een proces komt. Staten moeten passende wetten en maatregelen vinden voor kinderen die verdacht of schuldig bevonden worden.

Wanneer instanties beslissingen nemen die een kind betreffen, "vormen de belangen van het kind de eerste overweging" (artikel 3).

Onderwijs of schoolopvoeding

Kinderen achter een laptop op school

Artikelen 28 en 29 gaan over onderwijs en de doelen daarvan.

Landen moeten ervoor zorgen dat basisonderwijs verplicht en gratis is voor iedereen, en dat het voortgezet onderwijs open en toegankelijk is, net als het hoger onderwijs (zoals universiteiten), afhankelijk van de mogelijkheden van elk individu.

Kinderen en tieners moeten goed geïnformeerd worden over school en loopbaanbegeleiding.

Over de inhoud wordt gezegd dat het doel is om "de toegang tot wetenschappelijke en technische kennis en moderne onderwijsmethoden te vergemakkelijken".

Volgens de overeenkomst zijn de doelen van het onderwijs:

  • het bevorderen van de ontwikkeling van de persoonlijkheid en talenten van het kind;
  • het bijbrengen van respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden;
  • leren respect te hebben voor hun familie, hun cultuur en het land waarin ze leven;
  • de natuur leren respecteren;
  • voorbereiden op de verantwoordelijkheden van het leven in een vrije samenleving, in een geest van vrede en verdraagzaamheid.

Spel, vrije tijd en media

Twee kinderen kijken naar de televisie

Artikel 17 zegt dat landen ervoor moeten zorgen dat de media (radio, televisie, kranten, internet, enz.) kinderen passende en nuttige informatie geven, met name van culturele aard, zodat ze andere culturen kunnen begrijpen. Ze moeten kinderen beschermen tegen informatie die hun belangen en welzijn zou kunnen schaden, waarbij rekening moet worden gehouden met de vrijheid van meningsuiting en van informatie.

Artikel 31 geeft kinderen het recht op spel, rust en vrije tijd "op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven.".

Participatierechten

Kinderen vieren de vrijheid

Tot slot behandelt een deel van het verdrag de zogenaamde participatierechten, oftewel artikelen die kinderen het recht geven zich uit te drukken en op te treden als zelfstandige mensen. Deze rechten zijn:

  • Het recht van het kind om zijn of haar mening te uiten (artikel 12): in zaken die het kind betreffen, staat bijvoorbeeld dat er rekening moet worden gehouden met de mening van het kind in overeenstemming met zijn of haar leeftijd en mate van volwassenheid. Zo geschreven, betekent dit niet dat volwassenen verplicht zijn om te doen wat het kind vraagt, maar ze hebben niet het recht om te negeren wat het kind zegt over een kwestie die hem of haar aangaat, of om zijn of haar mening niet te vragen over een belangrijke kwestie. Ze kunnen echter hun redenen hebben om anders te beslissen.
  • Vrijheid van meningsuiting en van informatie (artikel 13): dit is het recht om je mening te uiten en het recht om informatie te zoeken, te ontvangen en door te geven. Dit recht heeft grenzen: de rechten en reputatie van anderen of risico's voor de samenleving.
  • Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst (artikel 14).
  • Vrijheid van vereniging en vergadering, met dezelfde beperkingen als voor de vrijheid van meningsuiting (artikel 15),
  • Het recht op bescherming van de privacy. Kinderen moeten worden beschermd tegen aantasting van hun eer en reputatie (artikel 16).

Deze rechten waren niet opgenomen in de Verklaring van de Rechten van het Kind van 1959. Ze erkennen de rechten van kinderen als burgers, ook al zijn ze niet zo uitgebreid als die van volwassenen.

Kritiek en steun

In hoeverre mogen ouders zelf bepalen hoe ze hun kind opvoeden?

Het verdrag is op een aantal punten bekritiseerd: het zou te idealistisch zijn en geen verandering kunnen brengen in de problemen waarmee kinderen in arme landen te maken hebben. Volgens degenen die dit standpunt verdedigen, moeten kinderen bereid zijn om vrije meningen te hebben, maar moeten ze hun vrijheid van meningsuiting pas uitoefenen als ze zelf volwassen zijn. Sommigen betreuren het dat het verdrag alleen rechten maar geen plichten bevat.

In de Verenigde Staten zijn tegenstanders van ratificatie van het verdrag van mening dat het het recht van ouders om hun kinderen naar eigen inzicht op te voeden zou beperken en dat het ertoe zou leiden dat de staat zich met gezinszaken zou bemoeien.

Aan de andere kant wordt het verdrag door veel mensen gesteund en verwelkomd. Enerzijds zijn zij van mening dat het een betere bescherming van kinderen mogelijk maakt en ook dat het oproept tot een positieve verandering in de manier waarop kinderen worden behandeld, bijvoorbeeld door het feit dat hun mening in aanmerking moet worden genomen in zaken die hen aangaan.

Tekst van het verdrag

Vikidia2.png

De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van de Franse Vikidia.

De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Verdrag_inzake_de_Rechten_van_het_Kind&oldid=833359"