Lijst van politieke terminologie in België: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Hieronder vindt je een '''lijst van politieke terminologie in België.''' Dat zijn termen die enkel in België veel gebruikt worden in de politiek. In sommige geval...') |
|||
Regel 335: | Regel 335: | ||
|- | |- | ||
|} | |} | ||
+ | |||
+ | [[Categorie:Lijst]] | ||
+ | [[Categorie:Politiek in België]] |
Huidige versie van 30 jul 2025 om 19:16
Hieronder vindt je een lijst van politieke terminologie in België. Dat zijn termen die enkel in België veel gebruikt worden in de politiek. In sommige gevallen bestaan deze termen ook in Nederland, maar hebben daar een andere betekenis. Waar nodig staat er een uitleg of Nederlandse term bij geschreven.
Lijst
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
A
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Actieve welvaartstaat | Dit is een term geïntroduceerd door premier Guy Verhofstadt. Verhofstadt wilde dat de welvaart werklozen aan een baan zou helpen, zodat zij weer "actief" werden. Volgens hem zaten werklozen anders "passief" met een uitkering op de bank. | |
Arc-en-criel (Frans: Regenboog) |
Dit is de Franstalige term voor een coalitie bestaande uit de sociaaldemocraten (PS en Vooruit), de liberalen (Open Vld en MR) en de groenen (Groen en Ecolo). | In Nederland is er nog nooit zo'n coalitie geweest. |
Arizona-coalitie | Een regering tussen N-VA, MR, Les Engagés, CD&V en Vooruit. In die regering zitten dus Vlaams-nationalisten, liberalen, christendemocraten en sociaaldemocraten. De regering-De Wever is daar een voorbeeld van. De kleuren van de drie groepen vormen de vlag van de Amerikaanse staat Arizona. | |
Apparentering | De optelling van reststemmen per partij of lijstverbinding. Een partij kan hierdoor een restzetel krijgen (oftewel één zetel extra). Apparentering gaat per kiesdistrict. | In Nederland bestaat dit concept ook, maar bestaat er geen woord voor. |
B
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Bakfietsen | Een term uit de Vlaamse politiek voor de kiezers van Groen en in mindere mate Ecolo. Rechtse politici gebruiken dat woord vooral als scheldwoord. | |
Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) | Tussen 1963 en 2012 was dat een kieskring bestaande uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het westen van Vlaams-Brabant. Na het Vlinderakkoord werd die kieskring opgeheven. Er ontstonden de kieskringen "Vlaams-Brabant" en "Brussel-Hoofdstad". Tijdens de 20e eeuw was de kieskring een twistpunt in de taalstrijd, omdat er zowel veel Nederlandstaligen als Franstaligen wonen. | |
Brugpensioen | Vervroegd pensioen | Vervroegde Uittreding (VUT) |
C
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Cliëntelisme | Politici verlenen diensten of hulp aan de kiezer in ruil om stemmen te winnen. | |
Communautair | Alles dat te maken heeft met de spanningen tussen de taalgemeenschappen, voornamelijk de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Communaitaire spanningen spelen vooral een rol tijdens Staatshervormingen | |
Coöptatie | Het benoemen van onverkozen kandidaten met een specifieke specialisatie door een politieke partij. In de Belgische Senaat bestaat er bijvoorbeeld de gecoöpteerd senator. | |
Cordon sanitaire | Een afspraak tussen Belgische politieke partijen om niet met extremistische partijen samen te werken. In Vlaanderen hebben alle partijen deze afspraak tegen Vlaams Belang; in Wallonië hebben de partijen deze afspraak tegen Chez Nous. In Vlaanderen geldt het cordon sanitaire alleen in de politiek. Dat betekent dat partijen niet zullen samenwerken of een coalitie vormen met Vlaams Belang. In Wallonië geldt naast een politiek cordon sanitaire ook eentje voor televisie en radio (cordon sanitaire médiatique). Radio- en televisiezenders laten bijvoorbeeld nooit beelden of interviews zien met leden van Chez Nous. | In Nederland bestaat deze afspraak niet zo expliciet als in België. Wel zijn er doorheen de jaren discussies geweest om een cordon sanitaire in te voeren tegen de Centrumdemocraten in de jaren 1980 en in de 21e eeuw tegen de Partij voor de Vrijheid (PVV) en Forum voor Democratie (FvD). Sommige partijen sluiten PVV en FvD standaard uit. Toch zijn wordt zowel op regionaal als landelijk niveau soms met de PVV samengewerkt/geregeerd. |
Cumul | Politici stapelen functies en baantjes op. Zo komt het in België vaak voor dat ministers of parlementsleden ook nog burgemeester van een specifieke gemeente zijn. | In Nederland komt dit soms voor (bijv. Tweede Kamerleden die ook gemeenteraadslid of Statenlid zijn). Toch zijn de regels voor het combineren van politieke functies strenger (een minister kan bijv. nooit ook burgemeester zijn). In Nederland bestaat het woord "cumul" niet. Soms wordt de term "functies gaaien" gebruikt. |
D
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Decumul | Het tegengaan van het stapelen van functies (oftewel cumul) |
E
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Effectieven | Tijdens de verkiezingen is de kieslijst in twee delen verdeeld. De effectieven zijn de mensen die direct verkiesbaar zijn. De andere groep zijn de opvolgers. Als een lid het parlement vroegtijdig verlaat, volgt een "opvolger" hen op. | In Nederland bestaat dit systeem niet. |
F
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Faciliteitengemeente | Aan de taalgrens liggen enkele gemeenten met een grote anderstalige minderheid of meerderheid. Die gemeenten bieden ook diensten (faciliteiten) aan in die taal. Het gaat altijd om een van de landstalen. Bijvoorbeeld: Moeskroen ligt in de Franse Gemeenschap, waardoor de officiële taal Frans is. Toch heeft de gemeente veel Nederlandstalige inwoners, waardoor de gemeente ook alle diensten in het Nederlands verleent. Gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn sowieso verplicht om tweetalig (Frans en Nederlands) diensten aan te bieden. De gemeenten daar zijn echter geen faciliteitengemeente. | In Nederland bestaat dit concept niet. |
G
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Gemeenschap | België is verdeeld in drie gemeenschappen:
De gemeenschappen nemen beslissingen over sociale of culturele kwesties zoals onderwijs, integratie, sociale zekerheid, etc. |
In Nederland verwijst een gemeenschap enkel naar een groep mensen met dezelfde culturele of religieuze achtergrond. Voorbeelden zijn "de Antilliaanse gemeenschap" of "de moslimgemeenschap". Hierdoor is het woord gemeenschap in Nederland geen politieke term. |
Gemeenschapssenator | In de Belgische Senaat zijn er zowel gemeenschapssenatoren als gecoöpteerde senatoren. De gemeenschapssenatoren zijn leden van de gemeenschaps- of gewestparlementen. Zij vertegenwoordigen elk het specifieke gewest of de specifieke gemeenschap waaruit zij komen. De gemeenschapssenatoren zijn ook lid van dat parlement. | In Nederland komt dit systeem niet voor in Eerste Kamer. |
Gratis-politiek | De term werd bedacht door politicus Steve Stevaert van de sp.a (voorloper van Vooruit). Hij wilde dat de overheid gratis voorzieningen aan kansarmen zou verstrekken. Op die manier konden zij uit hun situatie ontsnappen. | |
Generatiepact | Een beslissing uit 2005 over werkgelegenheid en pensioen. Dat heeft jarenlang een doorwerking gehad op de sociale zekerheid in België. |
K
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Kabinet | Een kabinet is de hofhouding van een minister. Die hofhouding zorgt voor communicatie tussen de minister en ambtenaren. | In Nederland is een kabinet de verzameling van ministers en staatssecretarissen. In België gebruikt men daarvoor het woord "regering". |
Kartel/kieskartel | Een kartel is lijstverbinding tussen twee politieke partijen of een politieke partij en een onafhankelijk lid. Op die manier probeert men boven de kiesdrempel uit te komen. In het verleden hadden sp.a en Spirit een kieskartel, net als Open Vld met Vivant en CD&V met N-VA. In West-Vlaanderen bestaat er nog steeds een kieskartel tussen N-VA en het onafhankelijke Kamerlid Jean-Marie Dedecker. | In Nederland komt het soms voor dat partijen onder één lijst meedoen aan de verkiezingen, maar minder als België. In Nederland is er geen kiesdrempel, waardoor kleinere partijen meer kans maken op een zetel. |
Kernkabinet | Binnen de federale regering zijn dat de premier met de vicepremiers. Zij vormen letterlijk de kern van de regering. Binnen het kernkabinet vindt vaak overleg plaats. | In Nederland vindt er ook vaak overleg plaats tussen de premier en vicepremiers. Er is echter geen aparte term hiervoor. |
Kernuitstap | Het stoppen met kernenergie. Voornamelijk de groene partijen (Groen en Ecolo) vinden dat een belangrijk punt. | In Nederland speelt deze discussie minder. |
Kleine of middelgrote onderneming (kmo) | Alle bedrijven met minder dan 250 werknemers. Op federaal niveau is daarvoor een aparte minister. | Midden- en kleinbedrijf (mkb) |
M
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Mandataris | Iemand met een politieke functie zoals een minister, premier, staatssecretaris, parlementslid, etc. | |
De meerderheid | De regeringspartijen | Coalitie (ook gebruikt in België als synoniem) |
Militant | Iemand die actief lid is van politieke partij. Dat is iemand die naar congressen gaat, meehelpt met de campagne (zoals flyers uitdelen) of meedoet aan demonstraties. | In Nederland wordt het woord "militant" enkel gebruikt in de zin van oorlogsvoeren. Nederlanders gebruiken de term "actief (partij)lid". |
O
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
On n'est demandeur de rien (Frans: Wij vragen niets) |
Dat is een uitdrukking in de Waalse politiek. Franstalige partijen bedoelen hiermee dat zij niet vragen om nieuwe staatshervormingen. Volgens hen is dat een wens van de Vlaamse partijen. | |
Open debatcultuur | Hiermee bedoelt men dat binnen de regering openlijk discussies gevoerd kunnen worden. | |
Opvolgers | Tijdens de verkiezingen bestaat de kieslijst uit twee groepen. De effectieven worden direct gekozen. Wanneer een van hen stopt, wordt hij/zij opgevolgd door een "opvolger". | In Nederland bestaat dit systeem niet. |
P
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Pariteit | Volgens de Belgische grondwet moeten er in de regering evenveel Franstalige als Nederlandstalige ministers zitten. Elke taalgroep mag maximaal zeven ministers hebben. De premier wordt daartoe niet gerekend. Pariteit is bedacht om de Franse minderheid te beschermen en zo de spanningen tussen de taalgemeenschappen te verlagen. | |
Partijvoorzitter | De politiek leider van een partij. De partijvoorzitter is vaak het gezicht van de partij. Hij/zij doet mee aan debatten op televisie, gaat naar interviews en speelt een actieve rol in campagnes. | In Nederland heet deze functie "partijleider". Partijen hebben ook een partijvoorzitter, maar die voert in Nederland meer administratieve taken uit. Bij sommige partijen worden beide functies door dezelfde persoon uitgevoerd. Toch zijn zij vaak gescheiden van elkaar. |
R
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Raketijscoalitie | Een regering bestaande uit N-VA, CD&V en Vooruit. De drie kleuren van de partijen vormen een raketijsje. De regering-Diependaele is daar een voorbeeld van. Eerder werd de term paprika-coalitie gebruikt. |
S
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Scheurlijst | Een afsplitsing van een bestaande politieke partij. | In Nederland heet dit een afsplitsing. In sommige gevallen duidt men dit ook als zetelroof aan. |
Stemplicht | In België geldt tijdens de verkiezingen de opkomstplicht. Stemrechtigen moeten zich op de dag van de verkiezingen melden bij het kiesbureau en een stem uitbrengen. In theorie is er niet sprake van een stemplicht, omdat men het stembiljet leeg kan laten. Toch wordt de opkomstplicht ook (incorrect) stemplicht genoemd. Stemrechtigen die niet komen, kunnen een boete krijgen. In de laatste jaren is er een discussie om de opkomstplicht voor verkiezingen af te schaffen. | Tussen 1917 en 1970 had Nederland een opkomstplicht voor verkiezingen. Sinds 1970 is er geen opkomstplicht meer. Nederlandse stemrechtigen mogen stemmen, maar hoeven zich niet te melden bij het kiesbureau op de dag van de verkiezingen. |
Sossen | Een Vlaamse bijnaam voor socialisten, oftewel de kiezers van Vooruit en soms ook Parti Socialiste (PS). Het woord sossen wordt vaak als scheldwoord door rechtse politici in Vlaanderen gebruikt. |
T
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Titelvoerend burgemeester | Dat is een minister of parlementslid die in naam ook burgemeester is van een Belgische gemeente. Zijn/haar taken worden door een waarnemend burgemeester overgenomen. | |
Tsjeven | Een Vlaamse bijnaam christendemocraten, oftewel de kiezers van Christen-Democratisch en Vlaams (CD&V). Hoewel het woord als een scheldwoord door rechtse politici bedoeld is, zien de christendemocraten dat als geuzennaam. |
V
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Vivaldi-coalitie | Een regering tussen sociaaldemocraten (PS en Vooruit), liberalen (MR en Open Vld), christendemocraten (CD&V) en groenen (Groen en Ecolo). De regering-De Croo is daar een voorbeeld van. De coalitie is genoemd naar de Italiaanse componist Antonio Vivaldi. Vivaldi componeerde het muziekstuk De vier jaargetijden. De regering bracht dan ook vier politieke families samen in één coalitie. |
W
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Waarnemend burgemeester | Een waarnemend burgemeester is een burgemeester die de taken van de titelvoerend burgemeester overneemt. In België kan een burgemeester ook minister of parlementslid zijn. In zo'n geval kan hij/zij niet goed zijn/haar taken als burgemeester uitvoeren. Een van de schepen neemt dan die taken over. | In Nederland is een waarnemend burgemeester een tijdelijke burgemeester. Als een burgemeester aftreedt of overlijdt, worden zijn/haar taken tijdelijk overgenomen door een waarnemend burgemeester. Hij/zij blijft aan totdat een nieuwe burgemeester benoemd is. In Nederland worden burgemeesters niet gekozen, maar benoemd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. |
Wafelijzerpolitiek | Tot 1988 besloot de Belgische (federale) regering om even veel geld uit te geven voor Vlaanderen als Wallonië. Op die manier wilde men de spanningen verkleinen. Wanneer een van de twee landsdelen geld wilde voor een groot project, moest het andere landsdeel een vergelijkbaar project krijgen. Bijvoorbeeld: Toen Antwerpen (in Vlaanderen) een premetro kreeg, moest de Waalse stad Charleroi er ook eentje krijgen. Na 1988 werd dit argument ook gebruikt voor de creatie van de Universiteit Hasselt. Wafelijzerpolitiek is soms een synoniem voor onnodig geld uitgeven. | |
Wit konijn | Een bekende vlaming (BV) die ineens de politiek ingaat. Een politieke partij plaats hen op de lijst om meer stemmen te trekken (vaak in een gebied waar de partij het slecht doet). Zij toveren de bekende vlaming te voorschijn zoals een goochelaar een wit konijn uit een hoge hoed tovert. Voorbeelden van witte konijnen zijn mediafiguur Goedele Liekens (Open Vld), blogger en activist Dries Van Langenhove (onafhankelijk, verbonden met Vlaams Belang) en presentatrice Paula Sémer (SP). In tegenstelling tot een lijstduwer staan witte konijnen op een verkiesbare plek (meestal zelfs bovenaan de lijst). |
Z
Term | Uitleg | In Nederland |
---|---|---|
Zwarte Zondag | Een term voor de verkiezingen van zondag 24 november 1991. Vlaams Blok (de voorloper van Vlaams Belang) behaalde toen een grote overwinning en werd in Antwerpen zelfs de grootste partij. Zwarte Zondag zorgde voor het einde van het premierschap van Wilfried Martens. | |
Zweedse coalitie | Een coalitie tussen de liberalen (Open Vld en MR), christendemocraten (CD&V) en Vlaams-nationalisten (N-VA). De kleuren van de drie partijen lijken op die van de vlag van Zweden. Regering-Michel I is het enige voorbeeld van een Zweedse coalitie. | |
Zweeppartij | Een oppositiepartij die door middel van haar standpunten het regeringsbeleid probeert te beïnvloeden. De partij zit niet in de regering, maar voert wel druk op (sommige) regeringspartijen om hun standpunten niet te verliezen. De term wordt vaak gebruikt voor Vlaams Belang die druk uitoefent op de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA). Ook de PVDA voert druk uit op de socialisten en groenen. |