Langstudeerboete
De langstudeerboete is een voorstel in de Nederlandse politiek. Studenten die meer dan één jaar langer doen over hun opleiding of studie moeten dan meer collegegeld betalen. Het gaat hierbij om collegegeld voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (universiteiten).
Momenteel is de langstudeerboete een voorstel. Dat betekent dat de langstudeerboete niet is ingevoerd. In het studiejaar 2012-2013 gold de langstudeerboete voor een korte tijd, maar werd daarna weer afgeschaft. Studenten die de boete hadden ontvangen, kregen het betaalde geld vervolgens terug.
Geschiedenis
Kabinet-Rutte I
In 2010 trad kabinet-Rutte I aan bestaande uit de VVD en het CDA met de gedoogsteun van de PVV. De PVV leverde zelf geen ministers in het kabinet, maar was wel nodig voor een meerderheid.
De langstudeerboete van een voorstel van staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Halbe Zijlstra (VVD). Het voorstel stond ook in het regeerakkoord van het kabinet. VVD, CDA en PVV hadden een meerderheid in de Tweede Kamer, maar geen meerderheid in de Eerste Kamer. De drie partijen zochten daarom steun van de ChristenUnie en de SGP voor een meerderheid. In april 2011 ging de Tweede Kamer akkoord met het voorstel. PVV, CDA, VVD, ChristenUnie en SGP stemden toen voor. In juli 2011 ging ook de Eerste Kamer akkoord. Toen stemden PVV, CDA, VVD en SGP vóór, terwijl ChristenUnie tegenstemde. Volgens de ChristenUnie was de wet namelijk niet zorgvuldig genoeg uitgewerkt. Het voorstel kreeg kritiek van de oppositiepartijen D66, SP, GroenLinks en PvdA. Ook de Partij voor de Dieren (PvdD) was tegen het voorstel.
Reactie op de invoering
De invoering van de langstudeerboete kreeg ook kritiek van onderwijsinstellingen en studentenorganisaties. De wet zou volgens de organisaties ook nadelig kunnen zijn voor studenten die in deeltijd studeren, topsporter zijn, mantelzorg verlenen of een langdurige ziekte hebben. In maart 2012 maakte Nu.nl bekend dat een op de twaalf bachelorstudenten niet door wilde gaan met een master uit angst voor de langstudeerboete. Ook gaf 18% aan zijn/haar vervolgopleiding te veranderen. 50% van de ondervraagden zou minder slaap krijgen door de maatregel, terwijl 45% last kreeg van faalangst.
ISO, LSVb en LKvK spanden vanwege de wet een rechtszaak aan. De rechter bepaalde echter dat de wet mocht doorgaan. Inmiddels trokken VVD en CDA hun steun voor de wet in. Ook viel het kabinet-Rutte I kort na de invoering. Tweede Kamerlid Tofik Dibi (GroenLinks) dreigde met een motie van wantrouwen als de wet niet voor 1 september 2012 zou worden teruggetrokken.
Het kabinet besloot dat niet te doen, omdat enkele weken later de Tweede Kamerverkiezingen 2012 zouden plaatsvinden. Volgens de kabinetsleden was het aan het nieuwe kabinet om over de langstudeerboete te bepalen.
Afschaffing
De langstudeerboete gold voor het studiejaar 2012-2013. Op 1 oktober 2012 kwamen de VVD en PvdA tot een regeerakkoord voor kabinet-Rutte II. In het regeerakkoord stond dat de langstudeerboete vanaf het studiejaar 2013-2014 niet meer zou gelden. Studenten die in het studiejaar 2012-2013 de boete hadden ontvangen, kregen volledige compensatie.
Op 23 januari 2013 werd de langstudeerboete officieel afgeschaft. Enkel SGP en PVV waren nog voor het voorstel.
Hernieuwde interesse
Op 16 mei 2024 stond in het ‘’hoofdlijnenakkoord’’ van kabinet-Schoof dat de langstudeerboete zou terugkeren. Het akkoord werd gemaakt door de PVV, VVD, BBB en NSC. De vier partijen hadden toen een meerderheid in de Tweede Kamer, maar niet in de Eerste Kamer.
De maatregel kreeg kritiek van de oppositiepartijen. Oppositiepartijen GroenLinks-PvdA, D66 en SP spraken zich uit tegen de maatregel. De jongerenorganisaties van VVD en NSC hadden tevens kritiek. Ook hogescholen, universiteiten en studentenorganisaties hadden hun zorgen over de maatregel. Zo vond de Technische Universiteit Delft dat de langstudeerboete “funest” was voor technische opleidingen.
De langstudeerboete vormde onderdeel van de onderwijsbegroting 2024. Doordat de vier partijen geen meerderheid in de Eerste Kamer hadden, besloten zij samen te werken met oppositiepartijen D66, CDA, ChristenUnie, SGP en JA21. D66 trok zich na kritiek terug uit de samenwerking. De overige vier partijen kwamen met de coalitiepartijen tot het akkoord om de langstudeerboete voorlopig niet in te voeren. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2025 speelt de discussie over de langstudeerboete een nieuwe rol.
Standpunten
Voorstanders
Voorstanders gebruiken de volgende argumenten voor invoering van de langstudeerboete:
- Kostenbesparing: onderwijs is kost de overheid veel geld. Hoewel studenten zelf collegegeld moeten betalen, geeft de overheid ook een hoop geld uit om onderwijs betaalbaar te houden. De langstudeerboete kan de kosten van het onderwijs verlagen, doordat studenten die langer studeren een hogere eigen bijdrage moeten betalen.
- Verantwoording: studenten die lang studeren maken meer gebruik van publieke middelen dan studenten die hun opleiding binnen de normale duur halen. Hierdoor krijgen zij in theorie ook meer overheidsgeld om hun studie/opleiding te halen. Met de maatregel kan de overheid dus beter verantwoorden waar het geld aan uitgegeven wordt.
- Efficiëntie: door de langstudeerboete krijgen studenten meer (externe) motivatie om hun studie binnen de juiste termijn te halen. Sommige studenten verwaarlozen hun studie/opleiding doordat zij weinig studeren en veel feesten. Hierdoor doen zij onnodig lang over de opleiding. De langstudeerboete voorkomt dat de belastingbetaler moet opdraaien voor die groep studenten. Ook zouden studenten beter nadenken of de studie bij hen past door de maatregel.
Tegenstanders
Tegenstanders van de langstudeerboete gebruiken de volgende argumenten:
- Oneerlijkheid: de langstudeerboete kan nadelig zijn voor sommige groepen studenten. Denk hierbij aan studenten die in deeltijd studeren (omdat zij daarnaast nog werken), die langdurig ziek zijn, mentale problemen hebben of mantelzorg aan familielid verlenen. Door die last kunnen zij in sommige gevallen de opleiding/studie moeten verspreiden over meerdere jaren.
- Mentale gezondheid: de langstudeerboete leidt tot meer stress, faalangst en andere psychologische problemen onder studenten. Dat kan vooral een probleem zijn voor studenten die al kampen met mentale gezondheidsproblemen of juist uit een gezin met een lager inkomen komen.
- Toegankelijkheid: de langstudeerboete kan negatieve gevolgen hebben voor de toegankelijkheid van het onderwijs. Het recht op onderwijs is een mensenrecht. Voornamelijk studenten met weinig geld of studenten in bijzondere situaties kunnen ontmoedigd worden om te studeren.
Politieke partijen
In Nederland zijn GroenLinks-PvdA, CDA, D66, SP, Partij voor de Dieren en DENK tegen de langstudeerboete. In het verleden heeft het CDA weliswaar voor de langstudeerboete gestemd, maar tegenwoordig behoort de partij tot de tegenstanders.
Onder de voorstanders van de langstudeerboete vallen de PVV, de SGP, ChristenUnie en de BBB. De VVD heeft een alternatief voorstel. De partij wil dat onderwijsinstellingen zelf een “vertragingsbijdrage” of “kortstudeerbonus” kunnen invoeren.
Volt, FvD en JA21 hebben geen expliciet standpunt ingenomen in hun partijprogramma's.
In Vlaanderen
In Vlaanderen is geen discussie over de langstudeerboete. In plaats daarvan bestaat een ander systeem met ongeveer hetzelfde doel: het leerkrediet. Zodra een leerling zich inschrijft bij een hogeschool of universiteit, krijgt hij/zij een "portemonnee" met 120 studiepunten. Met deze studiepunten kan die leerling dan een opleiding volgen. Eén collegejaar is vaak 60 studiepunten. Ieder vak binnen die opleiding/studie heeft een bepaald aantal studiepunten. Zodra een student slaagt voor dat vak, worden de studiepunten weer teruggegeven. Als de student niet slaagt (buist), raakt de student de studiepunten kwijt. Hierop zijn wel uitzonderingen. Zo kunnen verloren studiepunten in bepaalde gevallen teruggevraagd worden (bijvoorbeeld bij langdurige ziekte, overlijden van een familielid, etc.).
De langstudeerboete in Nederland zou ook gevolgen kunnen hebben voor het Vlaamse onderwijs. Doordat de kosten voor studeren in Vlaanderen lager zijn, kunnen Nederlandse studenten ervoor kiezen om in Vlaanderen te studeren.