Khadija Arib
| Khadija Arib | |
|---|---|
.jpg)
| |
| Khadija Arib (2020) | |
| Geboren | 10 oktober 1960 |
| Geboren te | Hedami, Marokko |
| Partij | PvdA |
| Functie | Tweede Kamerlid voor de PvdA |
| Aantreden | 19 mei 1998 |
| Aftreden | 4 november 2022 |
| Functie(s) | |
| Tweede Kamerlid voor de PvdA (1998-2022) Voorzitter van de Tweede Kamer (2016-2021) | |
Portaal  Politiek
| |
Khadija Arib (geboren te Hedami in Marokko op 10 oktober 1960) is een Nederlands-Marokkaanse politica.
Ze is lid van de Partij van de Arbeid (PvdA). Van 1998 tot 2022 zat Arib in de Tweede Kamer. Tussen 2016 en 2021 was ze de voorzitter van de Tweede Kamer.
Biografie
In 1960 werd Arib geboren in het Marokkaanse plaatsje Hedami. Ze was enig kind en woonde tot haar 15e in Marokko. Aangezien haar vader in Nederland woonde als gastarbeider, vertrokken zij en haar moeder naar Nederland. Dit heet gezinshereniging. In Nederland studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Nadat ze was afgestudeerd ging ze werken in Breda, Utrecht en Rotterdam. Tenslotte ging ze werken in Amsterdam en kreeg hier een belangrijke functie. In 1982 richtte ze de Marokkaanse Vrouwenvereniging op en werd hier voorzitter van. Toen ze in 1989 in Marokko was werd ze vanwege deze reden opgepakt en zat een paar dagen in een politiecel. Toen de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken zich hiermee ging bemoeien, kwam ze vrij.
Politiek
Tweede Kamer
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 1998 kwam Arib in de Tweede Kamer terecht. Op 19 mei werd ze beëdigd en ze hield zich vooral met volksgezondheid bezig. In 2001 diende ze de wet voor een Kinderombudsman, wat is aangenomen. Ook maakte ze een plan om onnodige baby-sterfte te voorkomen. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 stond ze als 34e op de lijst. Dit was net niet genoeg om verkozen te worden. Toch kwam ze binnen een paar maanden weer in de Kamer terecht, aangezien een aantal Kamerleden van de PvdA minister werden. Ook werd ze lid van een werkgroep die zich bezig hield met de mensenrechten in Marokko. Dit leverde kritiek op in de Tweede Kamer. Een aantal leden vonden dat Arib door haar functie bij de werkgroep banden had met de Marokkaanse regering en koning. Haar collega Jeroen Dijsselbloem onderzocht haar functie en oordeelde dat de geruchten niet waar waren. Haar functie was namelijk onbetaald en tijdelijk. In 2009 bracht Arib een biografie uit, waarin ze haar komst naar Nederland beschreef.
Kamervoorzitter
Op 12 september 2012 stelde Arib zich al kandidaat om voorzitster te worden van de Tweede Kamer. Echter koos men Anouchka van Miltenburg. Nadat Van Miltenburg op 12 december 2015 aftrad als Kamervoorzitster, volgde Arib haar op. Eerst was dit tijdelijk tot dat er een nieuwe Kamervoorzitster werd gekozen. Naast Arib stelden ook Ton Elias, Madeleine van Toorenburg en Martin Bosma zich verkiesbaar. Echter won Arib en sindsdien is ze de eerste Kamervoorzitster die moslim is, die in een Afrikaans land geboren is en een dubbele nationaliteit heeft.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 werd Arib opnieuw gekozen tot Kamervoorzitster. Geen een andere partij had een kandidaat naar voren geschoven. Hierdoor kon Arib aanblijven. Het is vrij bijzonder dat de PvdA de Kamervoorzitter mocht leveren. Normaal is het zo dat de grootste partij een voorzitter leverde of in ieder geval een partij die deelnam aan de regering.
Op 7 april 2021 stelde Arib zich voor de derde keer kandidaat om Kamervoorzitter te worden, maar verloor ze van Vera Bergkamp (D66).
Onderzoek
Op 28 september 2022 werd bekend dat het presidium (de voorzitter en ondervoorzitters van de Tweede Kamer) een onderzoek naar haar had ingesteld vanwege mogelijk grensoverschrijdend gedrag. Volgens Arib zat Vera Bergkamp, sinds 2022 de voorzitter van de Tweede Kamer, hierachter. Arib beweerde dat het onderzoek was ingesteld om politieke redenen en ontkende de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. Op 1 oktober 2022 zei Khadija Arib de Tweede Kamer te gaan verlaten, omdat ze vond dat haar waardigheid was aangetast. Arib verklaarde dat ze zo niet verder kon als Kamerlid. Op 4 november 2022 verliet ze de Tweede Kamer.
Op 8 augustus 2023 vroeg Arib aan de voorzitter van de Tweede Kamer, Vera Bergkamp, of ze een kijkje mocht nemen in het onderzoek. Hiervoor nam ze de advocaten Geert-Jan en Carry Knoops in de arm. Arib zei twee dagen eerder in het programma VPRO Zomergasten dat alle beschuldigingen tot nu toe anoniem waren geweest en dat ze niet wist waar ze van beschuldigd werd. De onderzoekers gaven aan dat Arib wel op hun kantoor de stukken mocht inzien, maar geen kopieën kon krijgen. Volgens hen zou het niet zorgvuldig zijn als Arib de kopieën zou krijgen van een onderzoek dat nog niet af was. Arib wilde kopieën om het onderzoek samen met de advocaten te kunnen bestuderen.