Tweede Spaanse Republiek

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Republiek Spanje
República Española

Flag of Spain (1931–1939).svgCoat of Arms of Spain (1931-1939).svg

Second Spanish Republic Map.png
Hoofdstad Madrid
Talen Spaans
Religie Rooms-katholicisme
Bestuursvorm Semi-presidentiële republiek
Munteenheid Spaanse peseta
Portaal Portal.svg Spanje en Geschiedenis

De Tweede Spaanse Republiek bestond van 1931 tot 1939. In deze periode was Spanje een republiek met een president als staatshoofd. De Tweede Spaanse Republiek was de tweede (en laatste) poging om van Spanje een republiek te maken. Tussen 1873 en 1874 bestond al de Eerste Spaanse Republiek. De Tweede Spaanse Republiek ontstond toen koning Alfons XIII aftrad. Hierna werd de monarchie afgeschaft.

Tussen 1931 en 1939 ging Spanje door een woelige periode. De Tweede Spaanse Republiek stond eerst onder een linkse regering. Hierdoor werden de rechten van werknemers verbeterd, kregen Baskenland en Catalonië zelfbestuur en werd de invloed van de kerk beperkt. Spanje kreeg hierdoor slechtere banden met de Rooms-Katholieke Kerk en Portugal. De banden met Mexico en de Sovjet-Unie werden juist aangehaald. Vanaf 1933 stond Spanje onder een rechtse regering, waardoor veel stakingen in het land ontstonden. Na een serie van schandalen en crises moest deze regering aftreden. In 1936 ontstonden er nieuwe verkiezingen die er heftig aan toegingen.

De verkiezingen werd net aan gewonnen door het links-republikeinse Volksfront. Naast republikeinen, sociaaldemocraten en socialisten bestond dit ook communisten en anarchisten. Zij werden op de voet gevolgd door het rechtse Nationaal Front, waar monarchisten en fascisten toebehoorden. Kort na de verkiezingen brak de Spaanse Burgeroorlog tussen twee fronten los. De bloederige oorlog werd uiteindelijk gewonnen door het Nationaal Front in 1939. Hierdoor werd Francisco Franco de leider van Spanje. Hij maakte een einde aan de Tweede Spaanse Republiek en stichtte de Spaanse Staat.

Voorgeschiedenis

Republicanisme in Spanje

Spanje was al sinds haar bestaan een koninkrijk. Het huis Bourbon regeerde vanaf 1700 over Spanje. Tijdens de 18e eeuw kwamen de ideeën van de verlichting naar Spanje. Spanje was toentertijd een absolute monarchie, waarin de koning alle macht had. Toen Napoleon Bonaparte in 1808 Spanje binnenviel, zette hij zijn broer (Jozef Bonaparte) op de troon. Jozef Bonaparte ging in 1812 akkoord met een grondwet, waardoor de macht van de koning werd beperkt. Dit duurde echter niet lang, aangezien Jozef in 1814 werd afgezet. In 1815 werd de situatie teruggedraaid naar vóór de Franse invasie. De koning had opnieuw alle macht.

Tijdens de 19e eeuw waren er conflicten tussen de liberalen en de conservatieven in Spanje. De liberalen wilden de macht van de koning beperken door middel van een grondwet. De conservatieven wilden dit absoluut niet. Dit leidde tot verschillende liberale en conservatieve opstanden. In 1873 besloot koning Amadeus I af te treden, waarna de Eerste Spaanse Republiek werd uitgeroepen. Veel liberalen waren klaar met de monarchie en wilden van Spanje een republiek maken. De meeste conservatieven waren nog voorstander van de monarchie. Na 18 maanden waren de problemen zo groot dat men de monarchie besloot te herstellen. Spanje werd in 1874 een constitutionele monarchie, maar de koning had nog steeds veel macht. Veel republikeinen wilden alsnog de republiek herstellen en keerden zich tegen de monarchie.

Primero de Rivero

Het uitroepen van de Tweede Spaanse Republiek in Barcelona

In 1923 ging het zo slecht met Spanje dat er een staatsgreep plaatsvond. Generaal Miguel Primero de Rivero werd vervolgens door koning Alfons XIII benoemd tot premier. De koning en premier waren voorstander van het fascisme. Zij wilden hetzelfde systeem als in Italië, waar Benito Mussolini het jaar daarvoor aan de macht was gekomen. Spanje werd hierdoor een dictatuur. Er kwam censuur en vrijheden werden beperkt. Ook werden de Catalaanse taal, symbolen en tradities verboden. Dit wekte veel woede in Catalonië, wat een eigen identiteit had.

Primero de Rivero was eerst succesvol. Voor het eerst in tientallen jaren ging het beter met Spanje. In 1929 werd Spanje echter zwaar getroffen door een economische crisis. Hierdoor ging het erg slecht met Spanje. Er ontstond werkloosheid, armoede en inflatie. Primero de Rivero moest in 1930 gedwongen aftreden, aangezien hij helemaal niet populair was. Toch was de positie van de koning onhoudbaar geworden. De koning had namelijk geen respect voor de democratie. Veel Spanjaarden waren daarom klaar met hem en gingen massaal voor de republikeinse partijen stemmen. Tijdens de verkiezingen van 1931 wonnen de republikeinen veel zetels. Koning Alfons XIII besloot na de verkiezingen af te treden, waarna de republikeinen de monarchie afschaften. De Tweede Spaanse Republiek werd uitgeroepen op 14 april 1931.

Verloop

Een allergorie van de Tweede Spaanse Republiek. Je ziet veel symbolen uit de Franse Revolutie, zoals de Frygische muts en de woorden "Libertad, Egualidad, Fraternidad" (vrijheid, gelijkheid, broederschap).

Grondwet van 1931

In juni 1931 kreeg Spanje een nieuwe grondwet. Deze grondwet was grotendeels geïnspireerd door de waarden van de Franse Revolutie. De Tweede Spaanse Republiek nam dan ook veel symbolen over deze revolutie. Spanje kreeg vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van vereniging. Hierdoor mochten mensen zich vrij uiten en demonstreren. Spanje was ook voorloper op het gebied van vrouwenrechten; in 1933 werd het vrouwenkiesrecht ingevoerd (wat in veel Europese landen niet bestond).

De grondwet zorgde er ook voor dat de macht van de Katholieke Kerk werd beperkt. De kerk had grote invloed op Spanje en zag het als een van de belangrijkste katholieke landen. De Tweede Spaanse Republiek had echter een strenge scheiding tussen kerk en staat. Hierdoor kwam er een einde aan religieuze scholen en strenge regels op het gebied van bezittingen. Daarnaast kreeg de kerk geen subsidies meer. Ook was Spanje een van de weinige landen waar mensen makkelijk konden scheiden. Scheidingen werden de kerk als iets onchristelijks gezien. Paus Pius XI was daarom ook erg boos op de grondwet. Hij vond dat Spanje de katholieke kerk met deze grondwet aanviel. Buurland Portugal was het hier ook mee eens.

Daarnaast was de grondwet ook erg links. Spoorwegen en belangrijke instituten werden eigendom van de staat. Ook garandeerde de grondwet veel rechten voor burgers, zoals het recht op staken. De Spaanse vlag werd vervangen door bekende rood-geel-paarse vlag. Spanje had ook veel regio's met een eigen identiteit. Deze regio's kregen onder de grondwet meer zelfbestuur. In 1932 kreeg Catalonië zelfbestuur en in 1936 Baskenland. Galicië zou oorspronkelijk zelfbestuur krijgen, maar dit gebeurde nooit door de burgeroorlog. Er liepen ook onderhandelingen met Aragon, Valencia en Andalusië.

Azaña en Lerroux

In 1931 werd Manuel Azaña premier van de Tweede Spaanse Republiek. Azaña was lid van de linkse republikeinse partij. Hierdoor voerde zijn regering enkele radicale ideeën door; zeker voor die tijd. Zo kwam er een verzekering voor arbeidsongevallen. Mensen die een ongeluk hadden gehad op de werkvloer kregen hierdoor geld. Ook maakte hij het Spaanse leger kleiner en ontsloeg enkele officiers die voor de monarchie waren. Daarnaast werd de macht van de katholieke kerk verder beperkt en werd land van de rijken aan de armen gegeven.

Azaña steunde vakbonden, maar had ook veel tegenstanders. Veel linkse Spanjaarden vonden hem niet ver genoeg gaan, terwijl veel rechtse Spanjaarden hem juist te ver vonden gaan. Azaña verloor de steun van de centrumpartijen en gematigden. In 1933 gaf het parlement het vertrouwen in hem op, waarna nieuwe verkiezingen werden uitgeroepen.

Vervolgens kwam de rechtse politicus Alejandro Lerroux aan de macht. Zijn partij (de CEDA) won de verkiezingen. Lerroux wilde veel beslissingen van zijn voorganger terugdraaien. Dit ging maar moeilijk, aangezien er veel opstanden tegen hem waren. Er waren stakingen en demonstraties door het gehele land. Zo staakten de mijnwerkers in Asturië in 1934. Zij bezetten zelfs veel fabrieken in het noorden van het land. In Catalonië werd zelfs de onafhankelijkheid uitgeroepen, maar dit duurde slechts 10 uur. De socialisten gaven steun aan deze opstanden en de rechtse regering werd al snel onpopulair.

In 1935 moest Lerroux aftreden na een groot schandaal. Dit schandaal staat bekend als Straperlo. Lerroux's neefje en zijn minister van Binnenlandse Zaken was hierbij betrokken. Het parlement gaf het vertrouwen in de regering op, waarna nieuwe verkiezingen werden gepland.

Verkiezingen van 1936

Op 7 januari 1936 werden nieuwe verkiezingen in Spanje gehouden. Tijdens de verkiezingen besloten de socialisten, sociaaldemocraten, republikeinen, liberalen, communisten en anarchisten samen te werken. Zij vormden één partij met de naam Volksfront. Deze groepen waren het niet met elkaar eens, maar wilden door de samenwerking een nieuwe rechtse regering voorkomen. De rechtse partijen werkten samen met de monarchisten. Zij werden het Nationaal Front genoemd.

Het is onduidelijk of de verkiezingen helemaal eerlijk verliepen. Sommige historici denken dat er grote fraude was, terwijl andere historici denken dat dit wel meeviel. De verkiezingen werden gewonnen door het linkse Volksfront, wat een kleine meerderheid behaalde. Nadat de uitslag bekend werd braken er allerlei opstanden uit in Spanje. Hierbij kwamen 16 mensen om het leven. Het Nationaal Front weigerde de uitslag eerst te erkennen. Uiteindelijk moest de rechtse president aftreden, waarna Manuel Azaña president werd. Azaña gebruikte hiervoor een omstreden passage uit de grondwet.

Het Nationaal Front was niet blij met de overwinning van het Volksfront. Veel rechtse Spanjaarden zagen het Volksfront ook als communistisch. Dit zorgde ervoor dat de fascistische partij Falange populairder werd. Spanje werd hierdoor alleen maar meer verdeeld.

Spaanse Burgeroorlog

Zie Spaanse Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Ruïnes tijdens de Spaanse Burgeroorlog

De Spaanse Burgeroorlog een complex stukje van de Spaanse geschiedenis. Tegen mei 1936 was het grote chaos in Spanje. Op 12 juli 1936 werd de anti-fascistische luitenant José Castillo vermoord door partijleden van de Falange. De Spaanse regering besloot hierna enkele rechtse leden van het parlement op te pakken, waaronder José Calvo Sotelo. Sotelo werd later vermoord in een politiebusje. Sotelo geloofde dat de regering communistisch was en was een groot voorstander van de monarchie. Zijn moord leidde tot woede bij rechtse politici. Zij zagen het zelfs als een samenzwering.

Op 17 juli 1936 besloot het Nationaal Front om een staatsgreep te plegen in Spaans-Marokko. Vanuit Spaans-Marokko verspreidde de burgeroorlog zich over de rest van het land. De rechtse partijen wilde van Spanje een dictatuur maken om de chaos in het land te beëindigen. Zij waren geïnspireerd door de Portugese dictator António de Oliveira Salazar. Het Nationaal Front bestond uit monarchisten, fascisten en rechtse politici. Zij kregen internationale steun van Italië, Portugal, de Rooms-Katholieke Kerk en Nazi-Duitsland. Het Volksfront vocht tegen het Nationaal Front. Het Volksfront bestond uit liberalen, socialisten, sociaaldemocraten en republikeinen. Zij waren allemaal voorstander van de republiek en wilde de democratie beschermen. Ook behoorden communisten, anarchisten en separatisten tot het Volksfront. Zij wilde vooral het Nationaal Front verslaan. Het Volksfront kreeg steun van Mexico, de Sovjet-Unie, Frankrijk (onofficieel) en veel buitenlandse vrijwilligers.

Het Nationaal Front wist steeds meer grondgebied in handen te krijgen. Het Nationaal Front was succesvoller dan het Volksfront, aangezien zij meer verenigd waren. Het Volksfront had niet één ideologie, waardoor het erg verdeeld was. Zo waren er ook Catalaanse anarchisten die Catalonië onafhankelijk maakten tijdens de oorlog. In 1939 wist het Nationaal Front Madrid in te nemen, waarna het Volksfront uit elkaar viel. De regering van de Tweede Spaanse Republiek vluchtte vervolgens naar Parijs.

Einde

Het schilderij Guernica van Pablo Picasso was een protest tegen de wreedheid van de Spaanse Burgeroorlog

Na de val van de regering kwam Francisco Franco aan de macht. Hij was een generaal uit de oorlog en de leider van het Nationaal Front. Franco verklaarde in 1939 een einde aan de oorlog. De burgeroorlog werd hierdoor door het Nationaal Front gewonnen. Het Nationaal Front maakte een einde aan de Tweede Spaanse Republiek. De grondwet werd gewijzigd, waardoor de kerk weer meer invloed kreeg. Ook werden veel radicale beslissingen teruggedraaid. De vrijheid van meningsuiting werd beperkt en de verschillende regio's kregen geen zelfbestuur meer. Franco werd de leider van de nieuwe Spaanse Staat, wat onder zijn bestuur stond. De Spaanse Staat was geïnspireerd door het fascisme in Italië en Salazar in Portugal.

De regering van de Tweede Spaanse Republiek ging in ballingschap in Frankrijk. Sommige landen weigerden Franco te erkennen en beleven de regering van de Tweede Spaanse Republiek in ballingschap zien als de officiële Spaanse regering. Onder andere de Mexico, Venezuela en veel Oost-Europese landen erkenden deze regering. Desondanks erkenden de meeste landen Franco als de officiële Spaanse regering. De regering van de Tweede Spaanse Republiek in ballingschap bleef tot 1977 bestaan.

Na de dood van Franco in 1975 werd Spanje opnieuw een democratie, maar dit keer als constitutionele monarchie.

Nalatenschap

Een republikeins protest op Tenerife. Op het bord staat "Zonder republiek is er geen democratie".

De Tweede Spaanse Republiek is nog steeds belangrijk onderwerp in Spanje. Spanje is vandaag de dag een monarchie. Toch is de monarchie omstreden en niet erg populair. Volgens peilingen steunt zo'n 50% van de bevolking de monarchie, terwijl de andere helft liever een republiek heeft. Spanje heeft hierdoor een grote republikeinse beweging. Deze republikeinse beweging ziet de Tweede Spaanse Republiek als inspiratie. Tijdens anti-monarchie-protesten zie je dan ook vaak mensen met de vlag van de Tweede Spaanse Republiek lopen.

De vlag van de Tweede Spaanse Republiek is ook een populair symbool onder linkse Spanjaarden. O.a. de linkse partij Podemos gebruikt het als symbool tijdens demonstraties.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Tweede_Spaanse_Republiek&oldid=788581"