Waterpolo

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Waterpolo.jpg
Waterpolo op de Olympische Spelen

Waterpolo is een teambalsport die zwemmend wordt uitgeoefend.

De bedoeling is om een bal zo vaak mogelijk in het doel van de tegenpartij te werpen.
Elke geslaagde poging levert één 'doelpunt' op. Het team dat aan het eind van de wedstrijd de meeste doelpunten heeft gemaakt, wint. vanaf de C heb je ook een 30 seconden klok in die tijd moet je scoren, bij alles onder de C heb je geen 30 seconden klok.


De belangrijkste basisregels bij waterpolo:

  • Het is een sport dat beoefend wordt in een zwembad waarin de afmetingen van het speelveld bij de heren 22 meter breed zijn en maximaal 35 meter lang.
  • Bij de vrouwen zijn de veldmaten 15 meter breed en maximaal 30 meter lang.
  • Het bad heeft een minimale diepte van 2,0 meter.
  • Aan weerskanten van het speelveld liggen 2 doelen van 3 meter breed en 0,9 meter hoog.
  • Waterpolo wordt gespeeld met een bal die ongeveer hetzelfde formaat heeft als een voetbal alleen heeft de bal heel veel grip heeft waardoor hij gemakkelijk met 1 hand vast te houden is.
  • Tijdens de wedstrijd zijn er van beide teams 6 spelers in het bad waarvan 5 veldspelers en 1 keeper.
  • Een waterpolo wedstrijd bestaat uit 4 periodes van maximaal 6 minuten zuivere speeltijd, afhankelijk van de competitie en het land waarin er gespeeld wordt.
  • De aanvallende ploeg heeft tijdens het balbezit 30 seconden om een schot op het doel te lossen. Als dit niet gebeurt gaat de bal naar de tegenpartij.
  • Mocht er tijdens de 30 seconden wel een schot zijn gelost maar de bal blijft in eigen bezit, dan krijgt men opnieuw 30 seconden de tijd.
  • Bij overtredingen volgt er een vrije worp van de tegenpartij.
  • geen bal onder water

Een vrije worp mag in één keer op het doel worden geschoten behalve als de vrije worp zich binnen het 6 meter gebied van de tegenpartij bevindt

Pylonnen

Je hebt pylonnen over het gehele veld:

  • Een pylon bij 2 meter van het doel.
  • Dit is 'buitenspel' in voetbaltermen van waterpolo. Als je binnen de 2 meter van het doel de bal aangespeeld krijgt, dan wordt de bal overhandigd aan de tegenstander omdat jij buitenspel staat.
  • Bij deze afstand staat aan beide kanten van het veld een pylon.
  • Een pylon bij 5 meter van het doel.
  • Als je een vrije bal krijgt buiten de 5 meter pylon, mag je in één keer schieten op het doel. Dit is niet verplicht, je mag ook eerst passen.
  • Binnen de 5 meter mag je niet in één keer schieten.

Als er een grove overtreding gemaakt wordt binnen de 5 meter dan kan er een '5 meter bal' gegeven worden. Dit kan je zien als een penalty, waar één speler tegenover de keeper staat en mag schieten op het doel na het fluitsignaal van de scheidsrechter.

  • Bij deze afstand staat aan beide kanten van het veld een pylon.
  • In het midden van het veld staat ook een pylon.
  • Dit is de plek waar aan het begin van de wedstrijd de scheidsrechter staat. Op dat moment liggen beide teams aan hun eigen kant van het veld, zo dicht mogelijk bij de muur. De scheidsrechter gooit hier de bal in het water en dan zwemt er één speler van beide teams voor de bal.
  • Deze pylon staat er één keer, in het midden dus.

Zwemtechniek

Je hebt bepaalde dingen waar je aan moet denken bijvoorbeeld:

  • Met waterpolo houd je je hoofd boven water, anders weet je niet waar de bal is.
  • Als je korte armslagen maakt dan kan je over de bal kijken.
  • Als je snel kan zwemmen heb je het makkelijker dan dat je niet zo snel bent.
  • Daarom moet als je je elleboog als eerste uit het water halen dan rem je niet zo veel af.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Waterpolo&oldid=678181"