Eerste Kamer

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De Eerste kamer in debat (in de vergaderzaal van de Eerste Kamer)
Het gebouw van de Eerste Kamer vanaf de Hofvijver.

De Eerste Kamer, of officieel de Eerste Kamer der Staten-Generaal is één van de twee kamers van de Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden (het Nederlands parlement). Naast een Eerste Kamer is er ook een Tweede Kamer. De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden. Soms wordt de Eerste Kamer ook wel de Senaat genoemd. De kamer is vergelijkbaar met de Belgische Senaat.

De Eerste Kamer stemt over wetten nadat de Tweede Kamer deze heeft goedgekeurd. Daarnaast controleert de Eerste Kamer zowel de Nederlandse regering als de Tweede Kamer. De Eerste Kamer controleert voornamelijk dat er geen fouten in wetten staan. Anders dan de Tweede Kamer komt de Eerste Kamer maar één dag per week samen (op dinsdag). Ook duren vergaderingen in de Eerste Kamer vaak minder lang. De Eerste Kamer kan daarnaast zelf geen wetsvoorstellen veranderen of bedenken. De Eerste Kamer wordt indirect gekozen door de Provinciale Staten.

Normaal gesproken vergadert de Eerste Kamer op het Binnenhof in Den Haag. Door een verbouwing van de vergaderzaal vergadert de Eerste Kamer tegenwoordig elders in de stad.

Geschiedenis

Ontstaan

Nederland had oorspronkelijk een parlement met slechts één kamer; de Staten-Generaal van de Nederlanden. Tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was deze Staten-Generaal het parlement. In 1815 werd Nederland omgevormd in een absolute monarchie met koning Willem I als staatshoofd. Er kwam ook een commissie om een Nederlandse grondwet te maken. In deze commissie zaten zowel leden uit Nederland als uit België. De Belgische leden wilden van de Staten-Generaal een tweekamerparlement maken. Hoewel de Nederlandse leden hier weinig voor voelden, werd dit toch gedaan als een compromis. In 1814 werd de Staten-Generaal daarom in twee kamers verdeeld. In 1815 ontstonden de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. De Tweede Kamer moest het volk vertegenwoordigen. Desondanks hadden toentertijd alleen rijke mannen kiesrecht. De Eerste Kamer werd de "kamer van de adel".

In de Eerste Kamer hangt nog altijd een groot portret van koning Willem II. De koning gaf dit zelf aan de Eerste Kamer, nadat hij deze kamer niet meer kon kiezen. Volgens het verhaal deed Willem II dit om de Eerste Kamer te laten weten dat hij een oogje in het zeil hield, zodat de Eerste Kamer niet te radicale wetten zou goedkeuren.

De Belgische leden wilden namelijk dat hun edelen een plaats in het parlement kregen. Ook koning Willem I was hier enthousiast over, aangezien hij zelf mocht bepalen wie er in de Eerste Kamer zat. Toch zaten er niet alleen edelen in de Eerste Kamer. Dit kwam doordat de Noordelijke Nederlanden (het huidige Nederland) veel minder edelen hadden dan de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België). Koning Willem I kon daardoor ook mensen benoemen die zich ingezet hadden voor Nederland. Een andere reden voor de Eerste Kamer was om de Tweede Kamer te controleren.

Overigens waren de Belgen helemaal niet blij met de Eerste Kamer. Veel wetsvoorstellen van Belgische Tweede Kamerleden strandden in de Eerste Kamer. Ook vonden de Belgen dat Willem I het noorden voortrok (ook in de Eerste Kamer). Zij noemden de Eerste Kamer ook wel de "dierentuin van de koning" (Ménagerie du roi), aangezien de koning veel invloed in de kamer had. België werd uiteindelijk onafhankelijk tijdens de Belgische Revolutie in 1830.

Democratisering

Nadat België zich afscheidde, bleef de Eerste Kamer gewoon bestaan. Ook bij de grondwetswijziging van 1840 veranderde er weinig. Toch ontstond er vanaf 1840 een discussie over de Eerste Kamer. Veel politici vonden de Eerste Kamer overbodig en een mislukking. Voornamelijk de liberale politici waren er tegen de Eerste Kamer. Johan Rudolph Thorbecke zei zelfs dat de Eerste Kamer "geen doel en geen grond" had.

Met de grondwetsherziening van 1848 kwam er een einde aan de absolute monarchie in Nederland. De macht van de koning werd beperkt en overgedragen aan het parlement en de regering. De Eerste Kamer bleef bestaan, maar de koning mocht deze niet meer kiezen. De grondwetscommissie wilde oorspronkelijk dat de Eerste Kamer direct door het volk gekozen zou worden, maar uiteindelijk werd besloten dat de Provinciale Staten de kamer kozen. Op deze manier hadden de provincies ook invloed op het landsbestuur. Ook wilde men voorkomen dat het volk te veel macht had. De Eerste Kamer moest een controle op de Tweede Kamer zijn om het kwade te voorkomen. Dit betekende dat vergaande wetten werden tegengehouden door Eerste Kamer.

Dit betekende dat enkel de allerrijksten in de Eerste Kamer zaten. De Eerste Kamer was hierdoor erg ontoegankelijk. De liberalen hadden daarom veel kritiek op de Eerste Kamer. Zij wilden dat de regels voor het lidmaatschap voor beide kamers gelijk waren. De regering wees dit af, aangezien de Eerste Kamer anders te veel op de Tweede Kamer zou lijken. Toch werd besloten om het lidmaatschap makkelijker te maken. Voortaan konden ook burgers die een hoog ambt hadden bekleed gekozen worden tot de Eerste Kamer. Hierdoor konden ook oud-ministers, hoogleraren, rechters en officieren gekozen worden tot de Eerste Kamer.

20e eeuw

De Eerste Kamer in 1981

In 1917 verdwenen deze extra regels voor de Eerste Kamer. Sindsdien kunnen alle mannen en vrouwen tot Eerste Kamerlid benoemd worden. De eisen zijn precies hetzelfde als voor de Tweede Kamer. In 1920 werd Carry Pothuis-Smit tot eerste vrouwelijke Eerste Kamerlid gekozen. In 1922 was er een plan om het kiesstelsel voor de Eerste Kamer te veranderen. De Eerste Kamerleden zou niet meer per provincie gekozen worden, maar de stemmen alle Eerste Kamerleden bij elkaar worden geteld. De Eerste Kamer verwierp dit voorstel, omdat de banden met de provincies verdwenen. Toch werd besloten om de Eerste Kamer om de zes jaar te kiezen. Elke drie jaar werd één helft van de Eerste Kamer opnieuw gekozen. Dit kiesstelsel werd in 1923 ingevoerd.

Overigens was er veel tegenstand tegen dit kiesstelsel. In de jaren 1960 en 1970 kwam er een commissie om dit te veranderen. De commissie stelde voor om de Eerste Kamer direct te verkiezen, het budgetrecht te ontnemen en om de vier jaar te kiezen. De eerste twee voorstellen kwamen niet door de Tweede Kamer. Het laatste voorstel had wel een meerderheid: sinds 1983 wordt de Eerste Kamer om de vier jaar gekozen. Hierdoor was het ook voor politieke partijen niet meer mogelijk om afspraken te maken met de provincies.

In 1956 werd het ledenaantal van de Eerste Kamer uitgebreid naar 50 naar 75 leden.

21e eeuw

In 2010 verdwenen de lijstverbindingen. Dit betekende dat politieke partijen samen één kieslijst konden vormen. Sindsdien bestaat de kiesdeler om de laatste zetels te verdelen. Oorspronkelijk waren Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Nederlanders in het buitenland niet in de Eerste Kamer vertegenwoordigd. Dit kwam doordat zij niet in een provincie woonden. Desondanks konden zij wel stemmen voor de Tweede Kamer. Dit leverde een situatie op, waarbij deze groep wél vertegenwoordigd was in de Tweede Kamer maar niet in de Eerste Kamer.

Wegens de verbouwing van het Binnenhof vergadert de Eerste Kamer is Huis Huguetan sinds 2021. Waarschijnlijk duurt het nog enkele jaren voordat de Eerste Kamer weer terug kan keren naar de normale zaal.

In 2017 werden daarom de kiescolleges opgericht voor de inwoners van Saba, Sint Eustatius en Bonaire. Deze kiescolleges worden door de inwoners van de eilanden gekozen en kiezen vervolgens samen met de Provinciale Statenleden de Eerste Kamer. In 2022 werd dit ook ingevoerd voor Nederlanders in het buitenland.

In 2021 moest de Eerste Kamer tijdelijk verhuizen naar Huis Huguetan in Den Haag. De vergaderzaal van de Eerste Kamer (en de rest van het Binnenhof) worden namelijk momenteel verbouwd. Na de verbouwing zal de Eerste Kamer weer terugkeren naar de normale zaal. De verbouwing zal minstens tot 2028 duren.

Werking

Lidmaatschap

Om lid te worden van de Eerste Kamer moet je de Nederlandse nationaliteit hebben, minstens 18 jaar oud zijn en niet uitgesloten zijn van het kiesrecht. Eerste Kamerleden mogen ook niet tegelijk staatssecretaris, minister, lid van de Raad van State of Tweede Kamer zijn.

De functie van Eerste Kamerlid is part-time, terwijl Tweede Kamerleden full-time werken. Dit betekent dat Eerste Kamerleden niet de gehele week werken. Vaak zijn zij maar één dag per week aanwezig, maar soms kan dit iets meer zijn. Eerste Kamerleden krijgen hierdoor een lagere vergoeding dan Tweede Kamerleden. Ook hebben Eerste Kamerleden geen recht op wachtgeld en bouwen geen pensioen op.

Eerste Kamerleden hebben een normale baan naast hun functie. Dit wordt een nevenfunctie genoemd. Eerste Kamerleden zijn bijvoorbeeld bestuurder, voorzitter van een vereniging, arts, advocaat, hoogleraar of hebben een bedrijf. Eerste Kamerleden kunnen ook meerdere nevenfuncties hebben. Ook kunnen zij daarnaast nog gemeenteraads- of Statenlid zijn. De nevenfuncties moeten wel op de site van de Eerste Kamer vermeld worden.

Vergaderingen

De vergaderzaal van de Eerste Kamer vanaf de Perstribune

De Eerste Kamer vergadert vaak slechts één keer per week. Traditioneel is dit op een dinsdag. De vergaderingen beginnen meestal op 13.30 uur, maar soms kunnen ze ook vroeger plaatsvinden. Er is een reden waarom de Eerste Kamer op dinsdag vergadert. Toen de Eerste Kamer werd opgericht bestonden er nog geen auto's en treinen. Leden moesten ook wekelijks heen en weer reizen tussen de Eerste Kamer in Den Haag en hun eigen provincie. Dit reizen duurde soms heel erg lang, zeker als je Eerste Kamerlid voor een verre provincie (zoals Limburg of Friesland) was. Op zondag werd er nooit gereisd en het duurde meestal één dag voordat iedereen in Den Haag was. Maandag was dus voor reizen, waardoor er pas op dinsdag vergaderd kon worden. Hoewel je tegenwoordig binnen een paar uur in Den Haag kunt komen, is dit tegenwoordig een traditie.

Toch kan het ook gebeuren dat de Eerste Kamer op een andere dag vergadert. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de week van Prinsjesdag (wat altijd op een dinsdag plaatsvindt). De Eerste Kamer vergadert dan op woensdag of bij hoge uitzondering op maandag. Overigens kan de Eerste Kamer ook op een andere dag vergaderen als hier nood voor is. De vergaderingen van de Eerste Kamer duren overigens ook veel minder lang dan in de Tweede Kamer. De Eerste Kamer debatteert niet over iedere wet. Over de meeste wetten wordt enkel gestemd. Dit worden hamerstukken genoemd.

De vergaderingen van de Eerste Kamer zijn meestal openbaar en ook te volgen via een livestream. Je kunt ook op de perstribune aanwezig zijn bij de vergaderingen, maar hiervoor moet je je aanmelden.

Commissies

De meeste Eerste Kamerleden zijn ook lid van commissies. Deze commissies houden zich bezig met wetten over een bepaald onderwerp. Een voorbeeld is de commissie Binnenlandse Zaken. Deze commissie houdt zich bezig met dingen als wonen en het koningshuis. De commissies bestaan uit Eerste Kamerleden die verstand hebben van een bepaald onderwerp. Zij weten hier het meeste over en kunnen de wetten samen doornemen en kijken of alles klopt. Vervolgens kunnen zij dan hun oordeel geven aan de rest van de Eerste Kamer. Op deze manier wordt het werk gespreid en kunnen professionals dit ook doornemen.

De huidige commissies in de Eerste Kamer zijn:

  • Binnenlandse Zaken
  • Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking
  • Geloofsbrieven
  • Economische Zaken en Klimaat
  • Europese Zaken
  • Financiën
  • Immigratie & Asiel
  • Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving
  • Justitie en Veiligheid
  • Koninkrijksrelaties
  • Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  • Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
  • Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  • Verzoekschriften
  • Volksgezondheid, Welzijn en Sport


Voorzitterschap

De huidige voorzitter van de Eerste Kamer is Jan Anthonie Bruijn (VVD).

Na de Eerste Kamerverkiezingen wordt er altijd een voorzitter gekozen. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt de vergaderingen. Hij of zij kan ook stemmen, maar niet meedoen aan debatten. Daarnaast is de voorzitter ook de vertegenwoordiger van de Eerste Kamer. Hij of zij is bijvoorbeeld bij bezoeken aan buitenlandse parlementen of tijdens speciale gelegenheden aanwezig. De voorzitter wordt gekozen door de Eerste Kamerleden tijdens een stemming. Alle Eerste Kamerleden kunnen zich kandidaat stellen.

Overigens zijn er ook twee vervangende voorzitters. Dit zijn Eerste Kamerleden die de taken van de voorzitter bij afwezigheid kunnen overnemen.

Daarnaast is er ook een griffier. De Griffier is een ambtenaar en geen Eerste Kamerlid. Hij of zij werkt dus voor de Eerste Kamer en kan niet stemmen of meedoen aan de vergaderingen. De Griffier helpt de voorzitter bij het voorbereiden van de vergaderingen, advies geven en zorgen dat de verslagen goed terechtkomen.

Taken

Wetgevende taak

Het gebouw van de Eerste Kamer vanaf het binnenplein.

De Tweede Kamer maakt wetten. De Eerste Kamer mag die alleen goedkeuren of afkeuren. Een wet mag pas worden uitgevoerd als de Eerste Kamer die wet ook heeft goedgekeurd. Nadat de Eerste Kamer akkoord is, wordt deze ondertekend door de koning(in). De Eerste Kamer heeft hierdoor een wetgevende taak zoals de Tweede Kamer, maar toch zijn er enkele verschillen:

  • Recht van amendement: De Tweede Kamer mag zelf wetsvoorstellen wijzigen, terwijl de Eerste Kamer dit niet mag.
  • Recht van initiatief: De Tweede Kamer mag zelf wetten voorstellen, terwijl de Eerste Kamer dit niet mag.

Voor de wetgevende taak heeft de Eerste Kamer drie mogelijkheden:

  • Toezeggingen: De Eerste Kamer kan kritiek tonen op een wetsvoorstel via toezeggingen. De Eerste Kamer gaat dan enkel akkoord met een wetsvoorstel als de regering toezeggingen doet (dingen erin verandert), waardoor de Eerste Kamer er wel mee akkoord gaat.
  • Moties: Moties zijn bedoeld om de regering op te roepen iets wel of juist niet te doen. De Eerste Kamerleden kunnen moties voorstellen en aannemen. Wanneer een motie (met meerderheid) is aangenomen, kan deze naar de regering worden gestuurd.
  • Novelle: Novelles zijn oproepen aan de Tweede Kamer om een wetsvoorstel te verbeteren of aan te vullen. Dit kan bijvoorbeeld als er een fout in staat of iets onvolledig is. De Eerste Kamer stelt de behandeling en stemming van het wetsvoorstel uit tot dat de Tweede Kamer naar de novelle gekeken heeft.

De Eerste Kamer kan op deze manier fouten of onvolledigheden in wetten verbeteren zonder de volledige wet af te keuren. Op deze manier controleert de Eerste Kamer overigens ook de Tweede Kamer.

Vaak wordt gedacht dat de Eerste Kamer geen budgetrecht heeft, maar dit niet waar. Zowel de Eerste als Tweede Kamer stemmen over begrotingen. Het verschil is dat de Eerste Kamer het budget alleen kan goed- of afkeuren, terwijl de Tweede Kamer dit ook kan veranderen. De Eerste Kamer is daardoor terughoudend in het budgetrecht en laat dit grotendeels aan de Tweede Kamer over.

Controlerende taak

Het Achterkamertje; een van de zalen van het complex van de Eerste Kamer.

De Eerste Kamer controleert net als de Tweede Kamer de Nederlandse regering. De Eerste Kamer heeft hiervoor de volgende instrumenten:

  • Recht van interpellatie: De Eerste Kamer mag leden van de regering vragen stellen over het beleid van de regering. Deze vragen worden vrijwel altijd schriftelijk gestuurd. De Eerste Kamer mag ook leden van de regering uitnodigen voor mondelinge vragen, maar dit komt vrijwel nooit voor.
  • Recht van enquête: De Eerste Kamer mag een parlementaire enquêtecommissie instellen naar een vraagstuk, maar dit is nog nooit gebeurd.
  • Motie van wantrouwen: De Eerste Kamer mag het vertrouwen in een lid van de regering opzeggen door middel van een motie van wantrouwen. Dit is nooit gebeurd, waardoor het onduidelijk is of dat lid dan ook moet aftreden.

Je ziet dus dat dat Eerste Kamer deze taak vooral overlaat aan de Tweede Kamer.

Verkiezingen

De Eerste Kamer wordt indirect gekozen via het volk. Dit betekent dat de kamer via "een omweggetje" gekozen wordt. De Nederlandse kiezer kan dus niet direct voor de Eerste Kamer stemmen zoals voor de Tweede Kamer. Voor het kiezen van de Eerste Kamer spelen de Provinciale Staten een rol. De Provinciale Staten zijn het bestuur van de Nederlandse provincies. Zij worden om de vier jaar gekozen voor de inwoners van de Nederlandse provincies. Deze Statenleden komen binnen drie maanden na de verkiezingen samen en kiezen de Eerste Kamerleden.

Oorspronkelijk konden alleen de Provinciale Staten stemmen voor de Eerste Kamer. De inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Nederlanders in het buitenland konden hierdoor niet stemmen voor de Eerste Kamer. Dit veranderde in 2017 met de invoering van de Kiescolleges voor de Eerste Kamer. Tijdens de kiescollegeverkiezingen kunnen de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (sinds de verkiezingen van 2019) en Nederlanders in het buitenland (sinds verkiezingen van 2023) stemmen voor de kiescolleges. Deze kiescolleges kiezen samen met de Statenleden de Eerste Kamer. Via de kiescolleges kunnen deze groepen dus ook stemmen, hoewel zij maar een kleine groep vormen in vergelijking met de Provinciale Statenleden.

De Kiescollegeleden en Statenleden komen uiteindelijk samen om de Eerste Kamer te kiezen (tijdens de Eerste Kamerverkiezingen). De Statenleden en Collegeleden stemmen vaak op een kandidaat van hun eigen partij. Een PVV-Statenlid uit Limburg zal dus vaak op een PVV-kandidaat voor de Eerste Kamer stemmen. Toch zijn de Statenleden niet verplicht om een kandidaat uit hun eigen partij te kiezen. Zij kunnen ook een kandidaat van een andere partij kiezen. Dit gebeurt bijvoorbeeld met zogeheten "restzetels". Wanneer een partij wel Statenleden heeft, maar niet genoeg heeft voor één zetel, kunnen zij hun stemmen aan een partij met min of meer dezelfde standpunten geven. Hierdoor kan deze andere partij juist één zetel meer krijgen.

Dit betekent dus dat er wél Eerste Kamerverkiezingen zijn, maar dat alleen de Statenleden hiervoor kunnen stemmen. Deze Statenleden worden weer door het volk gekozen. Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen kies je dus niet alleen het bestuur van de provincies, maar ook de Eerste Kamer. Veel kiezers weten dit niet, waardoor de opkomst tijdens de Provinciale Statenverkiezingen vaak laag is. Veel mensen weten dit niet en daarom zijn de Provinciale Statenverkiezingen niet populair. Toch is er een reden waarom de Eerste Kamer niet rechtstreeks door het volk wordt gekozen. Op deze manier kunnen de provincies ook meedoen aan de landelijke politiek.

Zetelverdeling in Eerste Kamer

Het Logo van de Eerste Kamer.
Politieke partij zetels Fractievoorzitter
BoerBurgerBeweging (BBB) 16 Ilona Lagas
PvdA-GroenLinks 14 Paul Rosenmöller
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 10 Edith Schippers
Christen-Democratisch Appèl (CDA) 6 Theo Bovens
Democraten 66 (D66) 5 Paul van Meenen
Partij voor de Vrijheid (PVV) 4 Vacant
Partij voor de Dieren (PvdD) 3 Niko Koffeman
JA21 3 Annabel Nanninga
Socialistische Partij (SP) 3 Rik Janssen
ChristenUnie (CU) 3 Tineke Huizinga
Forum voor Democratie (FVD) 2 Johan Dessing
Volt 2 Gaby Perin-Gopie
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) 2 Peter Schalk
50PLUS 1 Martin van Rooijen
Onafhankelijke Politiek Nederland (OPNL) 1 Auke van der Goot
Totaal 75

Opmerkingen:

  • De Partij van de Arbeid (PvdA) en GroenLinks vormen één gezamenlijke fractie in de Eerste Kamer.
  • Onafhankelijk Politiek Nederland (OPNL), voorheen de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF), is een samenwerkingsverband tussen provinciale partijen.

Discussie

In de Nederlandse politiek bestaat er een discussie over het afschaffen of behouden van de Eerste Kamer. Het Nederlands parlement is een tweekamerstelsel met een direct gekozen Tweede Kamer en een indirect gekozen Eerste Kamer. Sommige partijen en politici willen de Eerste Kamer afschaffen, waar door de Tweede Kamer als enige kamer overblijft. Andere politici en partijen zijn juist voorstander van de Eerste Kamer. De discussie overigens niet nieuw. Al sinds 1840 bestaat er een discussie over de Eerste Kamer. Desondanks is de discussie sinds 1983 (en nog meer sinds 2010) toegenomen.

Volgens voorstanders is de Eerste Kamer is een extra controle op de Nederlandse regering en de Tweede Kamer. Het idee is dat de leden van de Eerste Kamer meer focussen op de tekst van de wet. Zij kijken of de uitvoering mogelijk is en of die niet in strijd is met de grondwet. In de Tweede Kamer speelt juist de politieke ideologie van partijen meer een rol. De Eerste Kamer is daardoor dus een extra controle en een stuk minder politiek dan de Tweede Kamer. Ook kan de Eerste Kamer controleren of de Tweede Kamer haar werk goed doet. Wanneer een wet juridisch gezien niet klopt, kan de Eerste Kamer deze afkeuren. onder andere de VVD, CDA, ChristenUnie en de SGP zijn voorstander van de Eerste Kamer.

Tegenstanders vinden juist dat de Eerste Kamer afgeschaft moet worden, aangezien deze overbodig is. Zij vinden de Eerste Kamer minder democratisch dan de Tweede Kamer, aangezien deze niet direct gekozen wordt. Zij vinden juist dat de Tweede Kamer voldoende is. De Eerste Kamer zorgt juist voor tijds- en geldverspilling en kan aangenomen wetsvoorstellen verwerpen. Hun idee is dat een eenkamerstelsel slagvaardiger en democratischer is. Een ander punt van kritiek is dat de Eerste Kamer nooit gewild was in Nederland, aangezien deze er kwam op verzoek van de Belgische adel. onder andere de PVV, D66, de SP en GroenLinks willen de Eerste Kamer afschaffen.

Mocht de Eerste Kamer worden afgeschaft, dan is het nog onduidelijk of er een nieuwe kamer komt. Het eventuele afschaffen is wel erg moeilijk, aangezien de grondwet ervoor veranderd moet worden. Dit betekent dat beide kamers twee afzonderlijke keren (met verkiezingen er tussendoor) vóór het voorstel moeten hebben gestemd.

Bronnen en links

Links

Bronnen


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Eerste_Kamer&oldid=841652"