Geschiedenis van Nederland: verschil tussen versies
(→Koninkrijk der Nederlanden: + cholera-epidemieën) |
|||
Regel 93: | Regel 93: | ||
=== Koninkrijk der Nederlanden === | === Koninkrijk der Nederlanden === | ||
{{zie ook|Zie ook [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]]}}Al vóórdat Napoleon definitief verslagen was in de [[Slag bij Waterloo]] waren er onderhandelingen tussen de overwinnaars op het [[Congres van Wenen]]. Hoe moest het nu verder? Besloten werd de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden samen te voegen tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 werd Willem Frederik van Oranje-Nassau hierover [[Willem I der Nederlanden|Koning Willem I]]. In de tijd die daarop volgde werden er belangrijke [[Kanaal (waterweg)|kanalen]] gegraven. Een voorbeeld is de [[Zuid-Willemsvaart]] die loopt door [[Noord-Brabant]] en [[Limburg]]. | {{zie ook|Zie ook [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]]}}Al vóórdat Napoleon definitief verslagen was in de [[Slag bij Waterloo]] waren er onderhandelingen tussen de overwinnaars op het [[Congres van Wenen]]. Hoe moest het nu verder? Besloten werd de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden samen te voegen tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 werd Willem Frederik van Oranje-Nassau hierover [[Willem I der Nederlanden|Koning Willem I]]. In de tijd die daarop volgde werden er belangrijke [[Kanaal (waterweg)|kanalen]] gegraven. Een voorbeeld is de [[Zuid-Willemsvaart]] die loopt door [[Noord-Brabant]] en [[Limburg]]. | ||
+ | |||
+ | Nederland werd in de 19e eeuw geteisterd door diverse [[cholera]]-[[Epidemie|epidemieën]]. De oorzaak was vaak slecht drinkwater. Pas aan het einde van de eeuw kwam het aanleggen van gemeentelijke waterleidingen op gang. | ||
In 1830 brak de Belgische opstand ([[Belgische Revolutie]]) uit. Uiteindelijk werd België in 1839 onafhankelijk. | In 1830 brak de Belgische opstand ([[Belgische Revolutie]]) uit. Uiteindelijk werd België in 1839 onafhankelijk. |
Versie van 9 aug 2025 18:37
De geschiedenis van Nederland is de naam voor de geschiedenis van het land dat nu Nederland heet. Het heeft vroeger ook bekend gestaan als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek en nog veel meer. Om Nederland is in de loop der eeuwen veel gevochten. De grond was en is er erg vruchtbaar en dat was aantrekkelijk voor buitenlandse koningen wier landen te weinig voedsel hadden. Tijdens de Gouden Eeuw was het een van de machtigste landen ter wereld!
Prehistorie (tot aan de Romeinse tijd)

Nederland is gevormd tussen de laatste twee ijstijden. Over de rivieren de Rijn, Maas, Schelde en Eems kwamen er mensen naar Nederland. De eerste bewoners van Nederland waren de jager-verzamelaars. Zij leefden van het jagen en het verzamelen van voedsel. Nederland zag er toen heel anders uit dan nu en de Waddenzee en het IJsselmeer waren nog gewoon land.De oudste sporen van bewoning komen uit 25.000 v. Chr.
Rond 11.000 v. Chr. kwam de landbouwrevolutie naar Nederland. In plaats van te jagen en te verzamelen zonder vaste woonplaats, bleven de mensen nu op één plek. Dat was toen vooral in het zuidoosten en oosten van Nederland. Zo ontstonden er allemaal kleine dorpjes met mensen die leefden van de landbouw. De eerste boeren leefden in Zuid-Limburg.
Aan de kust, achter de duinen en verder landinwaarts, was er één groot moeras. De Zuiderzee bestond toen nog niet, daar was ook gewoon moeras met veel vogels en vissen. In het noorden van Nederland (het gebied wat nu Drenthe is) werden toen hunebedden gebouwd.
Romeinse tijd (vanaf 58 voor Chr. tot 476)

Later kwamen de Romeinen. In die tijd woonden er een aantal stammen in Nederland. Zo had je de Friezen, de Bataven, de Cananefaten, de Tubanten en nog veel meer. Al die stammen van Keltische en Germaanse afkomst hadden geen algemeen leider en in Nederland was het dan ook niet altijd even rustig.
Uiteindelijk veroverden de Romeinen een groot deel van Nederland, ook al hadden ze er niet veel aan. Het was vooral moeras. Ze stichtten veel steden die nu nog bestaan. Bijvoorbeeld Traiectum (Utrecht), Noviomagus (Nijmegen) en nog veel meer steden.
De Romeinen bouwden veel nieuwe gebouwen en brachten nieuw eten, kleren en taal met zich mee. De oorspronkelijke bewoners namen allerlei dingen en gebruiken van hun over, hoewel ze van hun eigen cultuur natuurlijk ook dingen behielden.
Helemaal zonder slag of stoot bleven de Romeinen niet in Nederland. In 68 na Christus kwamen de Bataven onder leiding van Julius Civilis in opstand en het leek erop dat ze zouden gaan winnen, maar uiteindelijk sloegen de Romeinen terug en Civilis werd verpletterend verslagen.
De Romeinen beschouwden Nederland als een uithoek van hun rijk en daarom heeft Nederland nooit bijzonder veel meegekregen van de Romeinse bezetter. Wel liep de belangrijke Limes, de Romeinse grenslinie, door Nederland. Hiervan is op diverse plaatsen nog wat te vinden.
Vanaf de 3e eeuw werden de Romeinen telkens belaagd door de Germanen en het machtige rijk werd langzaam kleiner. Uiteindelijk werd in de 5e eeuw ook Nederland door de Romeinen verlaten.
Vroege middeleeuwen (vanaf 476 - ca. 1000)


Na de Romeinse tijd in Nederland werd het land bevolkt door drie Germaanse stammen: Franken, Friezen en Saksen. De Franken waren het sterkst, versloegen de andere twee volken tussen de 7e eeuw en 804 en veroverden onder leiding van Karel de Grote heel Nederland. Zij voerden het christendom in en lieten kerken en kloosters bouwen. De heidense bewoners werden gedwongen bekeerd en oude heiligdommen aan de Germaanse goden werden verwoest. Vanaf eind 8e eeuw tot begin 11e eeuw plunderden de Vikingen verschillende nederzettingen aan de kust en langs de rivieren. Vooral de bloeiende handelsplaats Dorestad is het slachtoffer geworden van de vele aanvallen.
Er waren een tijdlang geen grote steden, mensen woonden vooral in dorpen of op het platteland. De Frankische vorsten verdeelden hun rijk in gebieden, gouwen, waarover zij een graaf benoemden om het voor hen te regeren. Dit heet het leenstelsel. Boeren waren vaak horigen. Zij moesten werken voor hun eigen levensonderhoud en een deel van de oogst afstaan aan de koning, graaf of heer, in ruil voor bescherming. Dit heet het hofstelsel.
In de 9e eeuw viel het Frankische Rijk uiteen door het erfrecht dat toen gold en door oorlogen tussen prinsen die allemaal zelf koning wilden worden. Karel de Grote had in 814 maar één erfopvolger: Lodewijk de Vrome. Maar diens zonen verdeelden het rijk: het westelijk deel werd Frankrijk, het oostelijk deel werd later het Heilige Roomse Rijk of Duitse Rijk. De Nederlanden ten oosten van de Schelde, Luxemburg, een gedeelte van Zwitserland en Noord-Italië kwamen bij het Midden-Frankische Rijk. Dat werd bepaald in het Verdrag van Verdun (843). Midden-Francië werd in 855 bij het Verdrag van Prüm weer verdeeld, zodat dit deel van de Nederlanden bij het Koninkrijk Lotharingen kwam.
Ook graven, hertogen en bisschoppen in de Nederlanden gingen met elkaar vechten om de macht. Verder was uithuwelijking belangrijk om het gebied dat een heer bezat uit te breiden. Zo ontstonden er een aantal vorstendommen die veel zelfstandigheid hadden, al maakten ze allemaal deel uit van het Heilige Roomse Rijk. Alleen Vlaanderen, waar een deel van het huidige Zeeland bij hoorde, was deel van Frankrijk tot 1384 (officieel tot 1529).
Hoge middeleeuwen (ca. 1000 - ca. 1250)

In de 11e eeuw ontstonden de eerste steden in Nederland. Vorsten verleenden sommige plaatsen stadsrechten, zodat ze hun eigen stadsmuur mochten bouwen, munten slaan, rechtspraak voeren en markten houden. In ruil daarvoor betaalden de steden belasting aan de vorst. In deze periode werd de handel steeds belangrijker. Diverse steden sloten zich aan bij het handelsverbond de Hanze. Handwerkslieden met een zelfde beroep richtten gilden op. Ook kwamen er voor het eerst Joden in Nederland wonen. Zij werden buitengesloten van de meeste beroepen en mochten vaak alleen geld uitlenen.
In 1095 deed paus Urbanus II een oproep om het Heilig Land te heroveren op de moslims. Veel christenen uit Nederland deden mee aan de kruistochten om dat te bereiken. In de eerste kruistocht werd het heilige land Israël bevrijd. Alle andere kruistochten hadden als doel de veroverde gebieden te verdedigen. Dat lukte steeds minder. In de 13e eeuw werden de kruisvaarders uiteindelijk verslagen.
In de hoge middeleeuwen ontstonden enkele gewesten die we nu nog steeds van naam kennen, zoals het Graafschap Holland, de hertogdommen Brabant en Gelre en het Sticht Utrecht, waar ook Overijssel en Drenthe bij hoorden. De hertogen van de Bourgondische Nederlanden spelen dan een belangrijke rol. Zij worden opgevolgd door de vorsten van de Habsburgse Nederlanden.
Late middeleeuwen (ca. 1250 - ca. 1500)


Met de periode van de late middeleeuwen wordt de tijd bedoeld van ongeveer het jaar 1250 tot 1500. Voor het einde ervan wordt ook wel het jaar 1492 aangehouden: toen ontdekte Christoffel Columbus Amerika.
Tijdens deze periode woedden in het Graafschap Holland de Hoekse en Kabeljauwse Twisten.
De nijverheid en handel groeiden sterk. Er kwamen nieuwe handelsroutes. De steden groeiden en kregen steeds meer macht.
In de 15e eeuw werd de boekdrukkunst uitgevonden. Daardoor konden nieuwe ideeën gemakkelijker en op grotere schaal worden verspreid.
Vroegmoderne tijd (eind 15e eeuw - begin 19e eeuw)

Reformatie en Gouden eeuw
In deze periode wordt Nederland een van de belangrijkste landen van de wereld. Het heeft in 1522 de enige Nederlandse paus geleverd. Erasmus was een van de grootste geleerden van zijn tijd. Hij bracht in 1516 een vertaling van de Bijbel uit. Ook komen er steeds meer mensen die nu zelf de Bijbel in de eigen taal kunnen lezen. In 1517 begon met Maarten Luther de Reformatie.
De kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk zwol aan, vooral vanwege de pracht en praal ervan en de praktijk rond de tegen betaling verkrijgbare aflaten. Critici als Luther en hier vooral Calvijn kregen steeds meer aanhang. Als gevolg van de kritiek vond in 1566 de Beeldenstorm plaats en verlieten veel mensen de Rooms Katholieke Kerk.
Het is ook de tijd van de Spaanse Nederlanden, waarin Willem van Oranje een belangrijke rol speelt. Hij sticht de dynastie van het Huis Oranje-Nassau.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Verenigde Provinciën of de Republiek was een land dat voor het grootste deel op de plaats ligt van het huidige Nederland. De Republiek is in 1588 ontstaan tijdens de Tachtigjarige Oorlog en hield op te bestaan in 1795 tijdens de Bataafse Revolutie. De Republiek heeft een groot aantal gebeurtenissen meegemaakt: zo duurde de Tachtigjarige Oorlog tot 1648. De 17e eeuw was de 'Gouden Eeuw'. Na deze tijd ging het weer slechter met de Republiek en tegen het einde van de 18e eeuw brak de Bataafse Revolutie uit.
Gouden Eeuw
De 17e eeuw wordt de Gouden Eeuw genoemd. Het was een tijd waarin het goed ging met Nederland en de handel en economie, dat ondanks de 80-jarige oorlog en oorlogen met Engeland. 1672 wordt zelfs het Rampjaar genoemd, omdat toen zowel Engeland, Frankrijk als de bisdommen Keulen en Münster de Republiek aanvielen. Maar de Republiek groeide uit tot één van de belangrijkste landen op aarde.
In 1602 werd de VOC opgericht voor de handel op Oost-Indië en in 1621 de WIC voor die op West-Indië. Via een toenemend aantal koloniën kwam er steeds meer geld binnen. Maar ook werd er goed verdiend aan slavernij en slavenhandel.
Daarnaast staat de Gouden Eeuw bekend om de bloei van de wetenschap en de kunst. In die tijd waren de Nederlandse schilders wereldberoemd. Denk maar eens aan Rembrandt, Jan Steen of Frans Hals.
Van 1650 tot 1672/'75 was het Eerste stadhouderloze tijdperk, maar dat was niet in Friesland, Groningen en Drenthe.

18e eeuw
In de 18e eeuw ging het wat minder goed met de Republiek. Dat kwam ook door diverse oorlogen, hoge schulden en werkloosheid.
Van 1702 tot 1747 duurde het Tweede stadhouderloze tijdperk.
Eind 18e eeuw eisten de patriotten meer invloed op het bestuur.
Franse tijd

De Franse tijd vormt tevens de overgang naar de Moderne tijd die in de 19e eeuw begon.
Na de Franse Revolutie trokken in 1795 sterke Franse legers ons land binnen. Hier waren vooral de patriotten erg blij mee: zij wilden af van het oude regime van de stadhouder en de grote banen die van vader op zoon werden overgenomen. De Franse overname was mogelijk geworden door de Bataafse Revolutie. Nederland werd de Bataafse Republiek en zo een vazalstaat van Frankrijk. Dit duurde tot 1801: door een wijziging in de grondwet werd ons land het Bataafs Gemenebest. Toen Napoleon Bonaparte in 1799 in Frankrijk aan de macht kwam, liet hij Nederland een koninkrijk (monarchie) worden door zijn broer Lodewijk Napoleon Bonaparte in Nederland op de troon te zetten. Dit maakte Nederland in 1806 Koninkrijk Holland. Napoleon vond het zachte regime van zijn broer maar niets en zette hem in 1810 weer af en Nederland werd tot 1813 een deel van het Eerste Franse Keizerrijk.
Laatmoderne tijd (vanaf de 19e eeuw)

Koninkrijk der Nederlanden
Al vóórdat Napoleon definitief verslagen was in de Slag bij Waterloo waren er onderhandelingen tussen de overwinnaars op het Congres van Wenen. Hoe moest het nu verder? Besloten werd de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden samen te voegen tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 werd Willem Frederik van Oranje-Nassau hierover Koning Willem I. In de tijd die daarop volgde werden er belangrijke kanalen gegraven. Een voorbeeld is de Zuid-Willemsvaart die loopt door Noord-Brabant en Limburg.
Nederland werd in de 19e eeuw geteisterd door diverse cholera-epidemieën. De oorzaak was vaak slecht drinkwater. Pas aan het einde van de eeuw kwam het aanleggen van gemeentelijke waterleidingen op gang.
In 1830 brak de Belgische opstand (Belgische Revolutie) uit. Uiteindelijk werd België in 1839 onafhankelijk.
In 1848 brak in tal van Europese landen een revolutie uit: het volk wilde meer zeggenschap. In Nederland werd toen de rol van het Parlement versterkt met de Grondwet van Thorbecke.
Verder begon in de 19e eeuw in Nederland de aanleg van de spoorwegen. In 1839 reed de eerste trein van Amsterdam naar Haarlem.
In 1891 werd begonnen met de Zuiderzeewerken.
In de tweede helft van de 19e eeuw kwam de industriële revolutie tot bloei. Hierbij werd grootschalig gebruik gemaakt van stoommachines en goedkope arbeidskrachten, zoals kinderen, die bovendien zeer lange werkdagen maakten. Veel mensen gingen toen voor hun werk in de stedelijke gebieden wonen, waardoor de inwonertallen daarvan sterk groeiden. Om kinderen meer te beschermen werd in 1874 het Kinderwetje van Van Houten aangenomen.
Maar ook groeide de kritiek op wat Karl Marx en anderen het kapitalisme noemden. En arbeiders gingen zich verenigen. In de 90-tiger jaren van de 19e eeuw werd de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) opgericht. In 1903 vonden er grote spoorwegstakingen plaats, die in de eerste plaats gingen om het recht dat arbeiders zich zouden mogen verenigen in vakbonden.
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er in een groot deel van Europa (en ook wel daarbuiten) conflicten. Er waren twee mogelijke redenen waarom Nederland toen neutraal bleef:
- Duitsland hoefde, voor een aanval op Frankrijk, niet per se door Nederland te trekken. Dit was wel de reden waarom België in de oorlog betrokken werd: dit leek de Duitsers de handigste weg.
- Nederland koos geen kant: het had een neutrale politiek. Het koos dus niet voor de geallieerden (ook wel de Entente genoemd) of de Centralen. Dat kwam ook omdat Nederland een zwak leger had en sowieso zou verliezen in een oorlog tegen Duitsland, Frankrijk of Groot-Brittannië.
Toch waren de oorlogsjaren 1914-18 zwaar voor Nederland. Een miljoen Belgen waren naar Nederland gevlucht en zaten daar in kampen te wachten op de bevrijding van hun vaderland. De Duitsers probeerden deze vlucht en smokkel onmogelijk te maken door de bouw van De Draad. Ook was Nederland gedurende de hele oorlog, vanwege de dreiging van een invasie, gemobiliseerd. Dit betekende dat 500.000 mannen niet naar huis kwamen en moesten helpen bij de bewaking van de grenzen. Dit kostte natuurlijk veel geld. Daarnaast lag de handel met de oorlogvoerende landen vrijwel stil en schepen díe gingen varen werden vaak - per ongeluk of expres - door Duitsers of Britten tot zinken gebracht.
Het Nederlandse volk was in het algemeen aanhanger van de geallieerden. Onder protestanten waren er meer Duitsland-aanhangers.
Tegen het einde van de oorlog mochten Duitse troepen vluchten over Nederlandse grondgebied. Ook mocht de afgezette keizer Wilhelm II in Nederland komen wonen. België was hier ontzettend boos over en vroeg aan de geallieerde overwinnaars of het Zeeuws-Vlaanderen en Nederlands-Limburg mocht hebben als straf voor Nederland. De Nederlanders pikten dit niet en stonden op het punt om België binnen te vallen, maar de geallieerden verwierpen ook de eis van de Belgen. Alleen de Duitstalige Gemeenschap kwam bij België.
Kiesrecht: vanaf 1917 mochten ook vrouwen zich verkiesbaar stellen voor het Parlement en vanaf 1919 bij verkiezingen ook hun stem uitbrengen.
Zuiderzeewet: deze werd in het voorjaar van 1918 aangenomen in het Parlement. Hierin stonden de voornemens van het aanleggen van de Afsluitdijk en een aantal polders in de dan voormalige Zuiderzee.
Interbellum (1918/'19-1940)

In het Interbellum, dat zijn de jaren tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, was de beurscrag van Wallstreet in 1929. Ook Nederland had enorme last van de crisisjaren die daarop volgden. Zo kwamen er steeds meer mensen zonder werk.
In 1918 riep Pieter Jelles Troelstra de revolutie uit. Deze mislukte echter totaal. De SDAP werd daarop tot 1939 buiten de regering gehouden.
In 1920 ging de Luchthaven Schiphol open voor publiek. Na de watersnood van 1916 werd besloten de Zuiderzee af te sluiten met een dijk. In 1932 kwam de Afsluitdijk gereed. De Zuiderzee heette voortaan IJsselmeer.
Verder werden de jaren 30 gekenmerkt door de opkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en de spanningen voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog.
Tweede Wereldoorlog (1940-1945)

Met de Duitse aanval op Polen begon de Tweede Wereldoorlog. Nederland verklaarde zich direct neutraal. Wel mobiliseerde het Nederlandse leger in datzelfde jaar. Op 10 mei 1940 om 4 uur in de ochtend viel Duitsland Nederland aan. Nederland had geen ervaren leger en slechte wapens. Het werd volkomen onder de voet gelopen door het veel sterkere, goed bewapende Duitse leger. Wel wist het Nederlandse leger bij de Afsluitdijk en Den Haag het de Duitsers knap lastig te maken. Daar wonnen de Nederlanders zelfs. Ook in Rotterdam kon het leger de Duitsers een paar dagen tegen houden. Adolf Hitler vond de strijd maar veel te lang duren. In plaats van een snelle verovering van Nederland duurde de strijd al vier dagen. Daarom besloot hij om Rotterdam helemaal plat te gooien. Op 14 mei 1940 rond 13:30 vlogen er 90 bommenwerpers naar Rotterdam. Een groot deel van de stad werd gebombardeerd en er bleef bijna niets meer over. Nederland capituleerde. Nu was Duitsland de baas in Nederland.
Arthur Seyss-Inquart werd de Rijkscommissaris van Nederland. Koningin Wilhelmina en de regering waren al tijdens de Duitse inval gevlucht naar Engeland. In het begin viel het met de bezetting nog wel mee. De Duitsers waren toen nog redelijk vriendelijk tegen de Hollanders. Ook betaalden ze gewoon als ze iets kochten. Wel mochten Nederlanders geen wapens meer hebben en hun radiotoestellen moesten ze inleveren. De meeste Nederlanders bleven het koningshuis trouw, ook al ging dat steeds moeilijker onder Duitse invloed.
Het werd de Nederlanders verplicht om een persoonsbewijs hebben. Als je joods was, kwam daar een stempel in met een grote J. Ook moest je dan een Jodenster gaan dragen op je kleding en werd je op tal van plaatsen de toegang verboden. De Duitsers gingen de joden deporteren naar concentratiekampen. Dat begon in februari 1941. Toen was ook de eerste grootschalige protestactie tegen de Jodenvervolging in Europa: de februaristaking. Die staking werd keihard neergeslagen.
Langzamerhand werden de Duitsers wel steeds wreder tegen de Nederlanders. Ze stalen auto's, fietsen, voedsel en nog veel meer. Ook NSB'ers die de Duitsers hielpen, werden kwader en verraadden ondergedoken joden en andere mensen. Wel kwam het verzet steeds meer op gang, ook met wapens.
Veel Nederlandse mannen werden gedwongen te werk gesteld in Duitsland.
De Duitsers hadden ondertussen een grote verdedigingslinie opgebouwd langs de kust van West-Europa, o.a. met tal van bunkers: de Atlantikwall. In Nederland zijn er daarvan nog veel bewaard gebleven.
De geallieerden kwamen ook steeds dichterbij Nederland, nadat ze in de zomer van 1944 op de stranden van Normandië waren geland. Frankrijk, België en het zuiden van Nederland werden bevrijd. Door een mislukte actie van de geallieerden eind september 1944 om de rest van Nederland te bevrijden, brak de hongerwinter uit. Duizenden mensen stierven aan honger en kou. Pas op 5 mei 1945 was Nederland helemaal bevrijd. De Duitsers hadden gecapituleerd.
Nederland moest weer snel opgebouwd worden, want het hele land lag in puin. Wat we nooit mogen vergeten en ieder jaar herdenken bij de Nationale Dodenherdenking zijn de 200.000 Nederlanders die tijdens de oorlog zijn omgekomen of vermoord. Een erg bekend persoon uit de tweede wereldoorlog is Anne Frank. Ze was een Joods meisje dat haar dagboek schreef over de oorlog. Helaas kwam Anne om tijdens de oorlog in een concentratiekamp. Haar droom was om een boek uit te brengen, en dat deed haar vader voor haar. Dit boek heet 'Het achterhuis'. Inmiddels is dit boek in meer dan 75 talen vertaald. Op de plek waar ze woonden staat nu een museum.
Van 1942 tot augustus 1945 bezette Japan Nederlands-Indië. Berucht waren de zogenaamde Jappenkampen waarin veel Nederlanders moesten verblijven.
Hedendaagse tijd (na de Tweede Wereldoorlog: 1945- heden)

De jaren direct na de Tweede Wereldoorlog worden gekenmerkt door de wederopbouw en er was een grote woningnood. Veel jonge stellen hadden gewacht met trouwen en kinderen krijgen tot na de oorlog en tot ze een geschikte woning konden krijgen. In de jaren '50 ontstond daardoor een 'babyboom'. Tijdens de kabinetten Drees kwam de AOW tot stand. Verder steeg de welvaart en vooral vanaf de jaren '60 kregen steeds meer mensen een auto. Ze konden ook langer en steeds gemakkelijker met vakantie. Ze gingen dan ook steeds vaker naar het buitenland, eventueel met een vliegreis.
Nog tot in de jaren '60 emigreerden er veel Nederlanders naar het buitenland. In de jaren '60 en '70 kwamen veel gastarbeiders naar Nederland.
Verder werd Nederland geplaagd door een aantal rampen, waarvan de allergrootste wel de watersnoodramp van 1953 was. Maar er waren ook een aantal andere met veel slachtoffers: de treinbotsing bij Harmelen, de Bijlmerramp, de vuurwerkramp in Enschede waarbij de wijk Roombeek werd verwoest, en nog een aantal andere vliegrampen, zoals die op Tenerife. Berucht zijn ook kettingbotsingen op de autosnelweg zoals die bij Breda in 1990.
Watersnoodramp (1953)

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 vond er in Nederland een ramp plaats. De dijken braken door en grote stukken van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant kwamen onder water te staan. De watersnoodramp werd veroorzaakt door een zware stormvloed in combinatie met springtij. Er kwamen 1836 mensen om het leven in Nederland, en er waren ook nog eens 559 doden in België, het Verenigd Koninkrijk en op zee. Zo'n 100.000 mensen raakten dakloos. Nederland kreeg hulp van buitenlanders. Na de ramp werd snel een plan bedacht om Nederland beter te beschermen tegen het water. Dijken moesten worden verhoogd en verstevigd, maar ook werd er een compleet Deltaplan opgezet met de zogenaamde Deltawerken.
Deltaplan

Na de Watersnood van 1953 stelde de Deltacommissie een plan op om Nederland beter tegen het water te beschermen. Op 8 mei 1958 werd het Deltaplan door Koningin Juliana goedgekeurd. Het eerste bouwwerk van de Deltawerken was de Stormvloedkering Hollandse IJssel. Het grootste onderdeel van de Deltawerken is de 9-kilometer lange Oosterscheldekering. In 1986 werd de stormvloedkering geopend door Koningin Beatrix met de woorden "De stormvloedkering is gesloten. De Deltawerken zijn voltooid. Zeeland is veilig". Overigens werd in 1997 nog een nieuwe stormvloedkering geopend, de Maeslantkering.
En verder...
Hier nog een aantal verwijswoorden voor wat vooral na de Tweede Wereldoorlog op gang kwam:
- Dekolonisatie: na de Japanse bezetting van Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog was er verzet tegen hervatting van het Nederlands bestuur. Nederland reageerde met zogenaamde 'politionele acties'. Maar in 1949 werd Indonesië toch onafhankelijk. In 1975 volgde Suriname.
- Emancipatie
- Ontkerkelijking
- Ontzuiling
Video
- Willibrord probeert de Nederlanders te bekeren tot het christendom
- Erasmus, een van de grootste Nederlanders ooit
- Kruistochten
Verder lezen
Liek Mulder, Anne Doedens, Yolande Kortlever, Geschiedenis van Nederland, van prehistorie tot heden (2008). Baarn: HBuitgevers.
Geschiedenis van Europa | |||
---|---|---|---|
Albanië · Andorra · Azerbeidzjan · België · Bosnië en Herzegovina · Bulgarije · Denemarken · Duitsland · Estland · Finland · Frankrijk · Georgië · Griekenland · Hongarije · Ierland · Italië · Kosovo · Krim · Kroatië · Letland · Liechtenstein · Litouwen · Luxemburg · Macedonië · Malta · Moldavië · Monaco · Montenegro · Nederland · Noorwegen · Oekraïne · Oostenrijk · Polen · Portugal · Roemenië · Rusland · San Marino · Servië · Slovenië · Slowakije · Spanje · Tsjechië · Turkije · Vaticaanstad · Verenigd Koninkrijk (Engeland, Schotland, Wales, Noord-Ierland) · Wit-Rusland · IJsland · Zweden · Zwitserland |